De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 44a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Woningwet;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19 komt te luiden:
Artikel 19
Het overzicht, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt
ingericht overeenkomstig het in bijlage 5 bij deze regeling opgenomen model.
B
Bijlage 5 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2017.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk
TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze regeling is bijlage 5 bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting
2015 (hierna: RTIV) vervangen. Die bijlage betreft het voorgeschreven model voor de
inrichting van het overzicht van voorgenomen werkzaamheden dat toegelaten instellingen
jaarlijks dienen op te stellen.
Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Woningwet dienen woningcorporaties een
overzicht op te stellen van de werkzaamheden die zij en de met hen verbonden ondernemingen
in de eerstvolgende kalenderjaren voornemens zijn te verrichten (ook wel de prospectieve
informatie (dPi) genoemd). Artikel 44a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de
Woningwet, bepaalt dat het overzicht jaarlijks voor 15 december moet worden verstrekt
aan de minister, de colleges van B en W en de bewonersorganisaties, en moet worden
ingericht overeenkomstig bij ministeriële regeling te geven voorschriften. Uit artikel
19 van de RTIV volgt dat voor de inrichting van het overzicht gebruik moet worden
gemaakt van het model dat is opgenomen in bijlage 5 bij de RTIV. Met deze regeling
wordt het model geactualiseerd. De belangrijkste wijziging ziet erop dat in de gehele
opvraag de prognosejaren zes tot en met tien zijn komen te vervallen. Ten aanzien
van de projecten en kasstroomoverzichten wordt ook het voorgaande verslagjaar niet
meer opgevraagd. Daarnaast is de vraagstelling rond woongelegenheden voor bijzondere
doelgroepen en rond energielabels verhelderd, zijn bedragen geïndexeerd en zijn er
nog enkele redactionele aanpassingen van ondergeschikt belang doorgevoerd.
Tevens is gebleken dat het hiervoor genoemde artikel 19 van de RTIV met ingang van
1 januari 2016 per abuis is komen te vervallen als gevolg van een onjuist geformuleerde
wijzigingsopdracht (Stcrt. 2015, 45201). Dat is ten koste gegaan van de toegankelijkheid van de RTIV. Met deze regeling
wordt dat artikel derhalve opnieuw vastgesteld.
2. Administratieve lasten
Met deze wijzigingen is de regeldruk in beperkte mate gedaald, doordat woningcorporaties
geen prognoses voor tien jaar hoeven in te dienen, maar kunnen volstaan met de eerste
vijf jaar. De overige wijzigingen hebben geen of een verwaarloosbaar effect op de
administratieve lasten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk