Gemeente Zoetermeer - Tijdelijke verkeersmaatregelen bij in- en uitritten op Leidschendamse Rijweg

Logo Zoetermeer

Eigen Kenmerk 2017/5876

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

 

- in verband met de werkzaamheden die in sub 1 zijn genoemd, is het noodzakelijk om een op de Leidschendamse Rijweg aansluitende tijdelijke in- en uitrit voor met name bouwverkeer te realiseren;

- omdat die tijdelijke in- en uitrit ook gebruikt zal worden voor zeer lange en bijzondere vrachtauto’s is het uit een oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk dat er voor de bestuurders van die voertuigen en voor de weggebruikers op de Leidschendamse Rijweg tijdelijk verkeersmaatregelen van kracht zijn;

- die maatregelen zijn in sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 beschreven;

- omdat de periode waarin de werkzaamheden plaatsvinden langer zal zijn dat de termijn van vier maanden die genoemd is in artikel 37 van het BABW, is het noodzakelijk om in dit geval aan de beschreven verkeersmaatregelen de vereiste verkeersbesluiten ten grondslag te leggen;aan dat vereiste wordt met dit verkeersbesluit tegemoet gekomen;

- voor de duidelijkheid is in sub 6 van het besluit reeds vastgelegd dat de verwijdering van de geplaatste verkeerstekens na voltooiing van de plaatsvindende werkzaamheden zonder een daartoe strekkend verkeersbesluit zullen worden verwijderd;

- aan de vaststelling van dit besluit liggen ten grondslag de doelstellingen, zoals vermeld in artikel 2, lid 1, sub a, sub b, sub c en sub d van de Wegenverkeerswet 1994, te weten het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van de weggebruikers en het zoveel mogelijk waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer;

 

BESLUIT

  • 1.

    door plaatsing van borden B3 en B7 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van een stopstreep zoals bedoeld in artikel 79 van dat reglement en zoals beschreven in hoofdstuk IV van de Uitvoeringsvoorschriften behorende bij het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, de voorrang op de aansluiting van de tijdelijke in- en uitrit voor bouwverkeer (die ten behoeve van werkzaamheden voor het project Driemanspolder is gerealiseerd) op de Leidschendamse Rijweg te regelen, zodanig dat de bestuurders van de voertuigen die deze in- en uitrit willen inrijden of verlaten worden verplicht te stoppen alvorens zij het langs de noordzijde van de Leidschendamse Rijweg gelegen fiets/bromfietspad willen oversteken;

    •  

  • 2.

    door plaatsing van borden A1 en F8 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met het opschrift “20” ter plaatse van de in sub 1 beschreven in- en uitrit voor de fietsers en bromfietsers een toegestane maximum snelheid van 20 km/h vast te stellen;

     

  • 3.

    door plaatsing van borden A1 en F8 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met het opschrift “50” ter plaatse van de in sub 1 beschreven in- en uitrit voor de bestuurders daar op de noordelijke rijbaan van de Leidschendamse Rijweg rijden een toegestane maximum snelheid van 50 km/h vast te stellen;

    •  

  • 4.

    door plaatsing van bord C4 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de bestuurders van voertuigen die de in sub 1 beschreven in- en uitrit verlaten te verplichten rechtsaf te slaan, hetgeen inhoudt dat ze daar op de noordelijke rijbaan van de Leidschendamse Rijweg in westelijke richting moeten rijden;

  • 5.

    bij de besluiten die zijn beschreven in sub 1, sub 2, sub 3, en sub 4 aan te tekenen dat het gaat om tijdelijke verkeersmaatregelen die gaan gelden gedurende de periode waarin de in sub 1 genoemde werkzaamheden plaatsvinden en dat de op basis van die besluiten geplaatste verkeerstekens zonder een verkeersbesluit daartoe weer worden verwijderd, zodra die werkzaamheden zijn afgerond en het niet langer noodzakelijk is om de tijdelijke in- en uitrit in stand te houden;

    •  

  •  

Zoetermeer, 4 juli 2017.

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer.

Namens deze,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na publicatie ervan een gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dat geval is het wel vereist dat de belanghebbende een bezwaarschrift tegen het besluit heeft ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

 

Naar boven