Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 juli 2017, nr. IENM/BSK-2017/160338, houdende wijziging van de Drinkwaterregeling in verband met het toevoegen van een parameter voor pyrazool aan de kwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 30, eerste lid, aanhef en onder b, van het Drinkwaterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Drinkwaterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 1, behorend bij artikel 4 van de Drinkwaterregeling, wordt ‘NV Waterleidingmaatschappij Drenthe’ vervangen door: WMD Drinkwater B.V.

B

In bijlage 5, behorend bij artikel 16 van de Drinkwaterregeling, wordt aan het slot van de tabel ‘Kwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater’ een rij toegevoegd, luidende:

Pyrazool

µg/l

3

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 27 augustus 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze wijziging van de Drinkwaterregeling betreft het opnemen van de kwaliteitseis van 3 microgram per liter voor pyrazool in bijlage 5 van de Drinkwaterregeling. Met deze wijziging van de Drinkwaterregeling wordt een structurele kwaliteitseis voor pyrazool vastgelegd. Deze eis is van toepassing op het oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater. Middels deze eis wordt tevens de kwaliteit van het drinkwater zelf, waar het pyrazool betreft, bevorderd. Bezien vanuit de stof pyrazool wordt zo de kwaliteit en de continuïteit van de drinkwatervoorziening veiliggesteld.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een wetstechnische wijziging door te voeren. Dit wordt nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

2. Aanleiding en achtergrond

De langdurige verhoogde concentraties van pyrazool in de Maas in combinatie met juridische complicaties zorgden er in de zomer van 2015 voor dat betrokken drinkwaterbedrijven (WML, Evides, Dunea) op korte termijn onvoldoende drinkwater dreigden te kunnen leveren hoewel er geen sprake was van gevaar voor de volksgezondheid. Pyrazool bleek geloosd te worden via een tijdelijk niet goed werkende afvalwaterzuiveringsinstallatie van Sitech op industrieterrein Chemelot in Geleen. Een van de fabrieken op dit terrein produceert de stof acrylonitril (een basis voor de productie van plastics), waarbij pyrazool gevormd wordt. Normaal gesproken was de biologische zuivering van Sitech in staat om pyrazool te verwijderen. De biologische zuivering werkte echter niet naar behoren, en dus werd pyrazool enkele maanden in hoge concentraties op de Maas geloosd. Daarnaast bleek een ontheffing in deze gevallen om juridische redenen nog niet mogelijk. Dit laatste is in 2016 gerepareerd bij de wijziging van de Drinkwaterregeling in september 20161. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen voor een verdere toelichting.

Op verzoek van deze drinkwaterbedrijven is een tijdelijke waarde van 15 microgram vastgesteld waarmee in de praktijk kon worden gewerkt gedurende twee jaar2 en waarmee tevens de continuïteit en veiligheid van de openbare drinkwatervoorziening konden worden geborgd. Daarbij is voorzichtigheidshalve uitgegaan van een blootstelling aan een niveau van 15 microgram gedurende niet meer dan twee jaar, in afwachting van nader onderzoek. Er is aangekondigd dat een meer structurele oplossing voor na die periode zou worden bezien. Die tijdelijke waarde trad op 27 augustus 2015 in werking en loopt twee jaar later af.

Zoals toegezegd in 2015, is nader onderzocht of de tijdelijke waarde na afloop van die periode aanpassing vereist en hoe deze dient te worden vastgelegd. Om de drinkwatervoorziening voor de lange termijn veilig te stellen is met deze regeling een definitieve nationale norm voor pyrazool vastgesteld ter vervanging van de tijdelijke waarde die op 26 augustus 2017 vervalt. Daarbij is een afweging gemaakt, gebaseerd op het advies van RIVM (meest recente toxiciteitsgegevens) en een zorgvuldig traject met alle betrokkenen in de (drink)waterketen, waaronder ook de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen omdat er een Duitse bron van pyrazool in de Rijn is. Met deze kwaliteitseis wordt de kwaliteit en continuïteit van de drinkwatervoorziening geborgd en tegelijkertijd recht gedaan aan het belang van economische en industriële activiteiten.

Daarnaast is een traject gestart om te komen tot een bredere structurele aanpak voor opkomende of niet genormeerde stoffen die kunnen voorkomen in oppervlaktewater, grondwater of drinkwater. Dat traject richt zich op alle aspecten van de waterketen, van lozing op oppervlaktewater tot de kwaliteitseisen voor de waterbeheerder en van inname van oppervlaktewater tot consumptie van drinkwater uit de kraan. De Tweede Kamer wordt hierover deze zomer geïnformeerd.

3. Hoofdlijnen van deze wijziging

Vanwege de hiervoor beschreven context en tijdshorizon is nu gekozen voor wettelijke normering van pyrazool, vooruitlopend op de keuzes in de hiervoor genoemde structurele aanpak voor opkomende stoffen. Voor pyrazool is een stofspecifieke kwaliteitseis van 3 microgram per liter opgenomen in bijlage 5 ‘Kwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater’ van de Drinkwaterregeling. Voor een meer uitgebreide uiteenzetting van het wettelijk kader verwijs ik naar paragraaf 4.

Overheidsinterventie is hier gerechtvaardigd aangezien ik als Minister van Infrastructuur en Milieu systeemverantwoordelijke ben voor een veilige en continue drinkwatervoorziening. Ook hebben betrokken partijen uit de drinkwatersector en de industrie een beroep op mij gedaan om te komen met een definitieve oplossing voor pyrazool na afloop van de tijdelijke waarde en vooruitlopend op de structurele aanpak. Bijlage 5 van de Drinkwaterregeling is hiervoor een gepast instrument, omdat het opnemen van de 3 microgram per liter het gewenste verplichtende karakter geeft.

Voorzorgsprincipe

De Drinkwaterrichtlijn en de drinkwaterregelgeving hebben als uitgangspunt dat drinkwater – als eerste levensbehoefte – geen risico mag vormen voor de volksgezondheid en drinkwater schoon en gezond moet zijn. De opgave is, mede op basis van het voorzorgsprincipe, om concentraties van verontreinigende stoffen in het drinkwater en innamewater zo laag mogelijk te houden. In Nederland hebben gebruikers van drinkwater terecht een hoog vertrouwen in het drinkwater. Ook daarom is mijn inzet om concentraties in drinkwater en innamewater zo laag mogelijk te houden.

De volgende overwegingen hebben een belangrijke rol gespeeld in de afweging die heeft geleid tot het opnemen van een wettelijke eis van 3 microgram in deze regeling:

  • De afweging om de norm vast te stellen op een hoogte van 3 microgram per liter is mede gebaseerd op een RIVM advies3. Het RIVM adviseert dat een norm van 15 microgram per liter ook bij levenslange blootstelling geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert (de tijdelijke waarde van 15 microgram was mede gebaseerd op een advies van RIVM uitgaande van blootstelling van twee jaar aan die concentratie). Het RIVM adviseerde ook om op basis van het voorzorgsprincipe een lagere norm dan 15 microgram (zo laag mogelijk) en daarbij rekening te houden met de Duitse norm voor pyrazool.

  • Een norm van 3 microgram sluit aan bij de hoogte van de Duitse norm voor pyrazool. Consistentie in de normering draagt ook bij aan een level playing field voor de betrokken Duitse en Nederlandse bedrijven.

  • Een norm van 3 microgram per liter past goed vanuit oogpunt van uitvoerbaarheid (mede gelet op vergunde omvang van de bestaande lozing in Nederland) en tevens om normopvulling te voorkomen.

  • Pyrazool bevindt zich in de Rijn en dus in grensoverschrijdend oppervlaktewater. Eén van de twee bekende bronnen van pyrazool bevindt zich in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen. Een Nederlandse wettelijke norm wordt ook betrokken bij de regulering van de bron in Duitsland. Ook in Europees verband trekt Nederland gezamenlijk op met Duitsland op het gebied van stoffenbeleid. Daarnaast worden in Duitsland mede op Nederlandse verzoek maatregelen getroffen om lozing van pyrazool terug te dringen, gericht op een norm van 3 microgram per liter.

  • De meeste recente wetenschappelijke informatie heeft geleid tot een gedragen en goed onderbouwd inzicht in de gezondheidseffecten van de stof. Er is voldoende informatie om een norm duurzaam vast te leggen.

  • Pyrazool komt voor in diverse grote oppervlaktewateren: meerdere drinkwaterbedrijven worden geconfronteerd met concentraties pyrazool in het innamewater, deels boven de signaleringswaarde van 1 microgram per liter die bijlage 5 als kwaliteitseis stelt voor overige antropogene stoffen.

  • Opname in bijlage 5 betekent dat de norm van 3 microgram per liter als wettelijk verplichte kwaliteitseis voor in te nemen oppervlaktewater dient te worden gehanteerd door alle drinkwaterbedrijven.

  • Een wettelijke kwaliteitseis in de Drinkwaterregeling is duidelijk vanuit oogpunt van rechtszekerheid en handhaafbaar als wettelijke kwaliteitseis. Voor kwaliteitseisen in bijlage 5 is het mogelijk om ontheffing te verlenen indien noodzakelijk voor de continuïteit van de drinkwaterlevering (artikel 22 Drinkwaterwet in samenhang met artikel 30, vierde lid, Drinkwaterbesluit en artikel 16 Drinkwaterregeling).

  • Pyrazool heeft in het verleden (zomer 2015) grote druk gelegd op de continuïteit van de drinkwatervoorziening. Er is daarom behoefte aan een duidelijke en definitieve maar ook werkbare norm voor deze stof.

  • Met een norm van 3 microgram per liter voor pyrazool voor levenslange blootstelling wordt zowel de gezondheid als de continuïteit van de drinkwatervoorziening veiliggesteld.

  • Het niet wettelijk vastleggen van de 3 microgram per liter zou inadequaat zijn. Een niet-wettelijke waarde zou namelijk betekenen dat pyrazool valt onder ‘overige antropogene stoffen’ in bijlage 5 van de drinkwaterregeling. Voor die stoffen geldt bij overschrijdingen van de signaleringswaarde van 1 microgram per liter – conform artikel 16 van de Drinkwaterregeling – dat drinkwaterbedrijven de overschrijding onverwijld bij ILT dienen te melden. In het geval dat de overschrijding van de 1 microgram per liter (naar verwachting) langer dan 30 dagen duurt dienen de drinkwaterbedrijven een ontheffingsverzoek bij ILT in te dienen. Aangezien op basis van meest recente informatie duidelijk is dat concentraties tot 3 microgram per liter geen bedreiging vormen voor de volksgezondheid is pas een ontheffing noodzakelijk bij een concentratie van 3 microgram (en niet al bij 1 microgram per liter). Met het opnemen van de stofspecifieke norm van 3 microgram per liter in bijlage 5 wordt dat bereikt.

4. Wettelijk kader drinkwaterregelgeving

De Drinkwaterwet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving waarborgen de kwaliteit van oppervlaktewater dat een drinkwaterbedrijf inneemt om drinkwater te produceren.

De Drinkwaterregeling bevat normen voor maximale concentraties stoffen in oppervlaktewater (bijlage 5). Het gaat om diverse stofspecifieke normen voor bekende stoffen waardoor die niet mogen voorkomen in een hogere concentratie dan is aangegeven in bijlage 5. Daarnaast bevat bijlage 5 een signaleringswaarde van 1 microgram per liter voor zogenoemde ‘overige antropogene stoffen’4. Voor pyrazool bestond geen stofspecifieke norm en omdat het een stof is die voorkomt als gevolg van menselijk handelen geldt de signaleringswaarde van 1 microgram per liter.

Het is voor drinkwaterbedrijven verboden om voor de bereiding van drinkwater oppervlaktewater te gebruiken indien de concentratie van een stof de in bijlage 5 opgenomen norm overschrijdt, tenzij de risico’s daarvan zijn beoordeeld en aanvaardbaar bevonden door de Minister van Infrastructuur en Milieu, die dan een ontheffing kan verlenen (artikel 22 Drinkwaterwet, artikel 30, vierde lid, Drinkwaterbesluit en artikel 16 Drinkwaterregeling). De ILT kan handhaven op het in acht nemen van de kwaliteitseisen uit bijlage 5.

Vóór de onderhavige wijziging van de Drinkwaterregeling was inname van oppervlaktewater met een gehalte pyrazool boven de waarde van 1 microgram per liter dus in strijd met dat verbod en was voor het voortzetten van de inname een ontheffing vereist. Een drinkwaterbedrijf moet elke overschrijding van de signaleringswaarde melden bij de ILT. Indien de overschrijding meer dan 30 dagen duurt (of naar verwachting langer dan 30 dagen zal duren) moet een drinkwaterbedrijf een ontheffingsverzoek doen (artikel 16 Drinkwaterregeling).

De wettelijke kwaliteitseisen voor geleverd drinkwater zijn geregeld in het Drinkwaterbesluit. Het Drinkwaterbesluit bevat een aantal stofspecifieke normen, maar niet voor pyrazool. Voor pyrazool geldt daarom een generieke ‘vangnet’ norm van 1 microgram per liter in het geleverde drinkwater; die is niet vervangen door deze regeling. Een drinkwaterbedrijf moet overschrijding van een wettelijke norm melden aan ILT, dus bij een concentratie van meer dan 1 microgram per liter (artikel 25 Drinkwaterbesluit). Een drinkwaterbedrijf moet maatregelen treffen (tweede lid), tenzij ILT ‘van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de consumenten.’ Indien ILT van oordeel is dat een concentratie van 3 microgram per liter geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid, kunnen die maatregelen en een waarschuwing voor de bevolking (derde lid) achterwege blijven.

De Drinkwaterregeling (bijlage 5) en het Drinkwaterbesluit richten zich alleen tot een drinkwaterbedrijf. Het bevoegd gezag voor de lozingsvergunning toetst de voorgenomen lozing aan de doelstellingen en normen die gelden voor het ontvangende oppervlaktewater en gaat bij te stellen eisen aan de lozing uit van de best beschikbare technieken en toetsing conform de Algemene Beoordelingsmethodiek en het Handboek Immissietoets 20165. Het bevoegd gezag voor een lozingsvergunning toetst, conform dat Handboek – ingeval van afwezigheid van wettelijke normen – aan wetenschappelijk onderbouwde waarden, zoals de waarden in de Drinkwaterregeling. Dit is onderdeel van de immissietoets om te beoordelen of een lozing kan leiden tot schadelijke gevolgen voor het ontvangende oppervlaktewater. Op deze wijze kan bij vergunningverlening een adequate afweging worden gemaakt ten aanzien van mogelijke risico’s ten gevolge van lozingen bij drinkwaterinname en of hiervoor aanvullende eisen in een lozingsvergunning moeten worden opgenomen.

5. Uitvoering en handhaving

Er is breed draagvlak voor de hoogte van de norm (de 3 microgram per liter). Die wordt gezien als goed uitvoerbaar door alle betrokken partijen uit industrie en in de drinkwaterketen. In paragraaf 7. Advisering en consultatie wordt hier meer uitgebreid op ingegaan.

Bij de waarde van 3 microgram per liter worden geen negatieve effecten voorzien, aangezien de verwachting is dat zowel de drinkwaterbedrijven als het lozende bedrijf in Nederland (Sitech) naar aanleiding van deze waarde hun reguliere activiteiten niet ingrijpend bij zullen hoeven te stellen. De norm van 3 microgram per liter brengt geen andere zuiveringsinspanning of toename van administratieve lasten met zich mee. Uit monitoringsgegeven (in combinatie met recente maatregelen bij de lozer in Duitsland) blijkt dat de concentratie van pyrazool in het oppervlaktewater van Rijn en Maas naar verwachting onder de 3 microgram per liter blijft. Een enkele kortdurende piek (1 of 2 dagen) valt echter niet uit te sluiten. In dat geval kunnen de drinkwaterbedrijven door middel van een korte innamestop ervoor zorgen dat de continuïteit van de drinkwatervoorziening niet wordt bedreigd. Kortdurende innamestops behoren tot de reguliere praktijk van de drinkwaterbedrijven. Er gelden dus geen ingrijpende veranderingen in de uitvoeringspraktijk.

Op grond van het Drinkwaterbesluit geldt voor pyrazool in geleverd drinkwater een norm van 1 microgram per liter (zoals eerder beschreven in paragraaf 4). Ingeval van normoverschrijding is een drinkwaterbedrijf verplicht om dit te melden aan ILT. Dit is een reeds bestaande verplichting die niet wijzigt als gevolg van deze regeling.

De kennis en middelen om pyrazool te monitoren in het oppervlaktewater zijn reeds aanwezig bij de drinkwaterbedrijven en hoeven dus niet te worden opgebouwd als gevolg van deze regeling.

Handhaving

Een drinkwaterbedrijf dient een overschrijding van de norm van 3 microgram per liter in oppervlaktewater te melden aan de ILT. Bij een overschrijding langer dan dertig dagen is ontheffing vereist. Het normale wettelijke instrumentarium voorziet in die mogelijkheid (zie paragraaf 4). Er is bovendien een goed afgestemd stappenplan tot stand gekomen voor incidenten met drinkwaterrelevante opkomende stoffen.

De ILT beoordeelt deze wettelijke kwaliteitseis voor pyrazool positief in het licht van handhaafbaarheid omdat die duidelijkheid en rechtszekerheid geeft aan alle betrokken partijen. Bovendien past het binnen de reguliere wettelijke systematiek en rolverdeling ten aanzien van de borging van drinkwaterkwaliteit.

6. Gevolgen

Zoals uit de vorige paragraaf naar voren komt, is deze wijziging neutraal op het gebied van nalevingskosten, uitvoeringslasten voor de overheid (waaronder handhavingscapaciteit) en administratieve lasten voor het bedrijfsleven. De wijziging heeft geen gevolgen voor de Rijksbegroting.

7. Advisering en consultatie

Er heeft de afgelopen twee jaar een intensief traject plaatsgevonden voor afstemming met betrokken stakeholders (zie hierna), waardoor in relatief korte tijd toch een brede en zorgvuldige consultatie kon plaatsvinden met de vertegenwoordigers van alle betrokken belangen. Behalve bijeenkomsten met stakeholders is er ook bestuurlijk overleg geweest via de Stuurgroep water. Onderstaande reacties en inbreng heb ik betrokken bij mijn belangenafweging.

Een brede internetconsultatie had in dit specifieke geval onvoldoende meerwaarde, aangezien uit de consultatie van alle betrokken partijen – industrie, drinkwater, waterbeheer en wetenschap – een breed draagvlak naar voren kwam. Aangezien de VEWIN de consumentenbelangen en het RIVM het belang van volksgezondheid heeft ingebracht, valt te verwachten dat internetconsultatie niet in betekende mate zal leiden tot aanpassing van dit voorstel. Bovendien brengt deze wijziging geen ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers.

In het traject is uitgebreid afgestemd met:

  • de drinkwaterbedrijven (WML, Evides, Dunea, VEWIN),

  • waterbeheerders (Waterschap Limburg, UvW, RWS),

  • industrie/lozers (Sitech, VEMW),

  • provincie Limburg als bevoegd gezag voor vergunning voor indirecte lozingen

  • ILT als toezichthouder,

  • RIVM als expert voor de gezondheidseffecten voor consumenten van drinkwater

  • Duitsland: deelstaat Nordrhein-Westfalen en Umweltbundesambt

Belanghebbenden hebben zo de gelegenheid gekregen een reactie te geven op de beoogde waarde voor pyrazool en hebben hun oordeel meegegeven over wat effecten op de uitvoeringspraktijk en in de handhaving kunnen zijn.

In het algemeen geldt: partijen erkennen de soms tegenstrijdige belangen, maar het generieke belang wordt breed gedeeld: veilig drinkwater. Partijen kunnen zich grotendeels vinden in de waarde van 3 microgram per liter en de onderbouwing daarvan. Met betrekking tot de uitvoeringspraktijk zijn geen ingrijpende veranderingen of noemenswaardige gevolgen voorzien bij een structurele stofspecifieke norm van 3 microgram per liter. Partijen waren het verder eens dat de intentie altijd moet zijn om allereerst naar een bronaanpak te kijken en dat onderschrijf ik.

De drinkwaterbedrijven en hun klanten, vertegenwoordigd door de VEWIN, geven aan dat hun standpunt is dat er altijd gestreefd moet worden naar een zo laag mogelijke waarde. Bovendien geven zij aan dat voorkomen moet worden dat het hoge klantvertrouwen schade wordt aangedaan. De drinkwaterbedrijven wegen de potentiële zorgen van klanten dus ook mee. Voor de drinkwaterbedrijven zou het structureel vastleggen van de tijdelijke waarde van 15 microgram niet uitlegbaar zijn richting consumenten van drinkwater. De voorkeur van de drinkwaterbedrijven zou zijn om door middel van een bronaanpak de lozing van pyrazool helemaal te voorkomen, of in elk geval niet toestaan als dat leidt tot een hogere concentratie dan 1 microgram per liter (gelijk aan de huidige signaleringswaarde voor overige antropogene stoffen). Een waarde van 3 microgram per liter ziet de VEWIN als beter uitlegbaar en praktisch goed uitvoerbaar.

Sitech en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) geven als vertegenwoordigers van de betrokken industrie aan dat zij het bijstellen van de door RIVM afgeleide gezondheidskundige richtwaarde van 15 microgram per liter naar 3 microgram per liter zien als verdergaande voorzorg. In de waarde van 15 microgram per liter zitten namelijk ook al veiligheidsfactoren. Het standpunt luidt dat de industrie net als iedereen veilig water wil en dus in principe voorkeur zou hebben voor de 3, maar dat zij vraagtekens zet bij of die extra veiligheid die hier wordt ingebouwd wel redelijk is. Sitech en VEMW geven aan dat de waarden van 3 en 15 microgram per liter beiden in de praktijk naar verwachting haalbaar zijn voor Sitech. Vanwege de kortdurende pieken die Sitech loost ligt het belang van Sitech met name bij de vergunning en dan specifiek de huidige piekeis (vergunningsnorm voor volumeproportioneel etmaalmonster).

Waterschap Roer en Overmaas (bevoegd gezag voor lozingsvergunning Sitech, na fusie nu geheten Waterschap Limburg) geeft aan dat ze aan de hand van de nieuwe waarde zullen bepalen of de vergunningseisen dienen te worden bijgesteld. In dit geval is de voorlopige verwachting dat, zowel voor 3 als 15 microgram per liter, dit niet het geval zal zijn. Daarnaast geeft het bevoegd gezag aan dat in termen van uitvoerbaarheid de waarde van 3 als wel die van 15 microgram per liter goed uitvoerbaar is.

De Unie van Waterschappen (hierna: UvW) gaat ervan uit dat waterschappen in rol van bevoegd gezag rekening zullen houden met de norm bij de vergunningverlening. De verwachting is dat regionale waterbeheerders in het algemeen geen problemen zullen ondervinden van een waarde van 3 of 15 microgram per liter. De 15 microgram per liter zou een lichte voorkeur kunnen hebben aangezien die afleiding volgens de Unie meer conform het waterkwaliteitsbeleid is. De UvW begrijpt echter dat de door RIVM afgeleide gezondheidskundige richtwaarde van 15 microgram per liter – inclusief het bijbehorende advies om op basis van voorzorg lager te gaan zitten – door de Minister wordt bijgesteld naar 3 microgram per liter, ook op basis van voorzorg en vanwege de aansluiting op het beleid in Duitsland.

Rijkswaterstaat (waterbeheerder voor de oppervlaktewateren waarin pyrazool voorkomt) kan op basis van de norm van 3 microgram per liter de adviserende rol richting bevoegd gezag voor lozingen goed vervullen.

Het RIVM brengt, naast het gezondheidskundig advies, tevens in dat ter bescherming van de gezondheid van de burger in drinkwater geen schadelijke stoffen mogen zitten die daarin niet thuishoren en wijst daarbij op de zorgplicht in de Drinkwaterwet (artikel 4).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A, en II, eerste lid

Deze wijziging is van technische aard. De NV Waterleidingmaatschappij Drenthe heeft de naam van de rechtspersoon gewijzigd in WMD Drinkwater B.V. Bijlage 1 bij de Drinkwaterregeling wijst de distributiegebieden aan per drinkwaterbedrijf, waarbij de exacte naam van de rechtspersoon is vermeld. Ingevolge artikel I, onderdeel A, is de bijbehorende naamswijziging verwerkt in de bijlage. De wijziging wordt met terugwerkende kracht doorgevoerd tot en met de datum van de naamswijziging met ingang van 1 januari 2017.

Artikel II, tweede lid

Aangezien aansluiting bij de vaste verandermomenten van de drinkwaterregeling zou leiden tot een ineffectieve rechtshandhaving (de in deze regeling vastgestelde waarde voor pyrazool zou in dat geval niet aansluiten op het moment dat de tijdelijke waarde vervalt), wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Dit betreft zowel de invoeringstermijn als het vaste verandermoment. Aldus kan continuïteit van specifiek beleid voor pyrazool worden bereikt zonder ongewenste effecten als gevolg van tussentijds veranderende normen.

Inwerkingtreding eerder dan 27 augustus is evenmin wenselijk omdat partijen moeten kunnen vertrouwen op uitspraken, gedaan in de brief van 27 augustus 2015, waarbij expliciet is aangegeven dat die tot twee jaar na dagtekening van de brief gelden. Daarbij is ook in aanmerking genomen dat volgens de meest recente inzichten van het RIVM de waarde van 15 microgram per liter uit die brief geen gevaar voor de volksgezondheid oplevert, zodat het uit oogpunt van gezondheid niet bezwaarlijk is om de nieuwe norm in te laten gaan met ingang van 27 augustus.

Overgangsrecht is niet noodzakelijk omdat de inwerkingtreding van deze regeling naadloos aansluit op de tijdelijke waarde uit mijn brief uit 2015 in samenhang met de geschetste verwachting dat een norm van 3 microgram per liter goed uitvoerbaar is.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Regeling tot wijziging van de Drinkwaterregeling van 12 september 2016, nr. IENM/BSK-2016/81933 tot wijziging van de Drinkwaterregeling in verband met reparatie van de ontheffingverlening voor in te nemen oppervlaktewater, gebruikt voor de bereiding van drinkwater (Stcrt. 47698)

X Noot
2

Brief over pyrazool in Maaswater aan drinkwaterbedrijven WML, Evides en Dunea, 27-8-2015 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2015/08/27/pyrazool

X Noot
3

Pyrazol afleiding richtwaarde drinkwater, 1 december 2016. Risicobeoordeling pyrazol in drinkwater, 10 januari 2017.

X Noot
4

Stoffen die voorkomen als gevolg van menselijk handelen en niet van nature.

Naar boven