TOELICHTING
Deze paragraaf vult enkele bepalingen uit de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) nader
in ter implementatie van Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad
van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen
van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeid (de seizoenarbeidersrichtlijn).
Deze richtlijn harmoniseert de voorwaarden voor toelating en verblijf van seizoenarbeiders
die worden toegelaten tot een lidstaat van de EU, en richt zich op de bescherming
van deze categorie vreemdelingen.
Onderdeel A
In de nieuwe paragraaf zijn de weigeringsgronden uit de Wav nader ingevuld. De Wav
kent enkele facultatieve bepalingen, op grond waarvan een tewerkstellingsvergunning
of gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid kan worden geweigerd, dan wel
ingetrokken. De richtlijn schrijft enkele dwingende weigeringsgronden voor die nu
niet als imperatief in de regelgeving zijn opgenomen. In deze paragraaf wordt daarom
ter implementatie van de richtlijn geregeld dat deze bepalingen ten aanzien van seizoenarbeiders
als imperatief worden beschouwd. De toets aan artikel 8 van de Wav, in het bijzonder
de arbeidsmarkttoets uit de onderdelen a, b, en c van artikel 8, geldt onverkort voor
aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor verblijf
en arbeid.
De artikelen 5, eerste lid, onder a, en 6, eerste lid, onder a, van de richtlijn schrijven
voor dat bij de aanvraag om toelating tot verblijf als seizoenarbeider een geldige
arbeidsovereenkomst wordt gevoegd, waarin onder meer de lengte van het betaald verlof
is opgenomen. Deze eisen zijn opgenomen in deze regeling. In artikel 9 van de Wet
arbeid vreemdelingen is opgenomen dat een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde
vergunning kan worden geweigerd wanneer er geen passende huisvesting beschikbaar is
voor de vreemdeling. Deze weigeringsgrond wordt, ter invulling van de artikelen 5,
eerste lid, onder c, en 6, eerste lid, onder c, in samenhang met artikel 8, eerste
lid, onder a, van de seizoenarbeidersrichtlijn ten aanzien van seizoenarbeiders in
voorkomende gevallen altijd tegengeworpen.
Artikel 2 van de seizoenarbeidersrichtlijn schrijft voor dat de lidstaten bij de omzetting
van de richtlijn een lijst opstellen van sectoren waar seizoenafhankelijke activiteiten
voorkomen. Deze lijst dient iedere sector te bevatten die voldoet aan de definitie
van ‘seizoenarbeid’ uit artikel 3, onderdeel c, van de richtlijn: activiteiten die
gebonden zijn aan een bepaalde tijd van het jaar waarin het aantal benodigde arbeidskrachten
significant uitstijgt boven het aantal dat nodig is voor de gewoonlijk te verrichten
werkzaamheden. Het gaat daarmee om een uitputtende lijst van sectoren, waar vergunningen
met het oog op seizoenarbeid voor worden afgegeven. In het verleden zijn er slechts
vergunningen aangevraagd voor de land- en tuinbouwsector. Daarom is er van uitgegaan
dat slechts deze sectoren voldoen aan de definitie van seizoenarbeid in de zin van
artikel 3, onderdeel c, van de richtlijn, met name dat slechts in deze sectoren het
aantal arbeidskrachten significant uitstijgt boven het aantal dat nodig is voor de
gewoonlijk te verrichten werkzaamheden. Dit was ook de uitkomst van de consultatie
van sociale partners op dit punt. Wanneer er in de toekomst blijkt dat andere sectoren
eveneens aan deze definitie voldoen, kunnen deze – na overleg met sociale partners
– worden toegevoegd aan deze paragraaf. Op wijziging van deze lijst is op grond van
artikel 22a van de Wav een lichte voorhangprocedure van toepassing (zie Kamerstukken
II 2016/17, 345 90, nr. 13).
Onderdeel C
Artikel 9, eerste lid, onder b, van de richtlijn stelt dat een vergunning met het
oog op seizoenarbeid wordt ingetrokken wanneer de houder van een vergunning om andere
redenen op het grondgebied van een lidstaat verblijft dan waarvoor hij of zij is toegelaten.
Op grond van artikel 13, aanhef, en onder a, Wav kan een tewerkstellingsvergunning
of gecombineerde vergunning worden ingetrokken vanwege het niet in acht nemen van
een beperking waaronder de tewerkstellingsvergunning is verleend. Wanneer een seizoenarbeider
andere arbeid verricht dan seizoenarbeid, wordt de tewerkstellingsvergunning of gecombineerde
vergunning ingetrokken.
Transponeringstabel
Deze paragraaf strekt ter implementatie van de seizoenarbeidersrichtlijn. In onderstaande
tabel is aangegeven welke bepalingen van deze richtlijn zijn omgezet in deze paragraaf.
Voor de omzetting van de overige bepalingen wordt verwezen naar de transponeringstabel
van de wet ter implementatie van de seizoenarbeidersrichtlijn (zie Kamerstukken II
2016/17, 34 590, nr. 3).
|
Artikel Richtlijn 2014/36/EU
|
Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien
niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft
|
Beleidsruimte
|
|
Artikel 5, eerste lid, onder a, artikel 6, eerste lid, onder a, artikel 8, eerste
lid, onder a (voorwaarden)
|
Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav
|
N.v.t.
|
|
Artikel 5, eerste lid, onder c, artikel 6, eerste lid, onder c, jo. artikel 8, eerste
lid, onder a (passende huisvesting)
|
Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav ter invulling van de facultatieve weigeringsgrond
uit artikel 9, eerste lid, onder d, van de Wav
|
Imperatieve weigeringsgrond in richtlijn
|
|
Artikel 9, eerste lid, onder b (verblijf om andere redenen dan waarvoor toelating
is verleend)
|
Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav ter invulling van de facultatieve intrekkingsgrond
uit artikel 13, aanhef, en onder a, van de Wav
|
Imperatieve intrekkingsgrond in richtlijn
|
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher