Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 juni 2017, 2017-0000053496, tot wijziging van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met de in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, vierde lid, en 22 Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage I van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na paragraaf 42 wordt voor ‘Artikel 10: Voorschriften’ een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

42a. Seizoenarbeid

Voor vreemdelingen die als seizoenarbeider in de zin van artikel 3, onder b, Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeid een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning onder de beperking ‘seizoenarbeid’ aanvragen, gelden, naast de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Wav, op grond van deze richtlijn een aantal afwijkende toelatingsvoorwaarden en weigeringsgronden.

UWV verleent een tewerkstellingsvergunning voor seizoenarbeid, dan wel een gecombineerde vergunning onder de beperking ‘seizoenarbeid’ voor arbeid in de land- en tuinbouwsector.

Bij de aanvraag wordt door de werkgever een geldige arbeidsovereenkomst overgelegd, waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen:

  • de plaats waar de arbeid wordt verricht en de aard van de werkzaamheden;

  • de duur van de tewerkstelling;

  • het door de werkgever verschuldigde loon;

  • het aantal werkuren per week of per maand;

  • de lengte van het betaald verlof; en

  • indien mogelijk, de datum waarop het werk wordt aangevangen.

Bij de aanvraag toont de werkgever ook aan dat er passende huisvesting als bedoeld in paragraaf 37 voor de vreemdeling beschikbaar is. Wanneer er geen passende huisvesting beschikbaar is voor de vreemdeling, wordt de tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning op grond van artikel 9, eerste lid, onder d, van de Wav geweigerd.

B

Paragraaf 44 (Tijdelijk werk) wordt als volgt gewijzigd:

In de eerste alinea vervalt de zin: Het gaat hierbij om werkzaamheden in de land- en tuinbouw of horeca.

C

Na paragraaf 46 wordt voor ‘Artikel 12a: Facultatieve intrekkingsgronden: bij erkend referentstatus’ een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

46a. Intrekking van de tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor seizoenarbeid

Op grond van artikel 13, aanhef, en onder a, van de Wav kan een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning worden ingetrokken wanneer de beperking waaronder de vergunning is verleend, niet in acht wordt genomen. Wanneer de houder van een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor seizoenarbeid andere arbeid verricht dan als seizoenarbeider (zonder dat hier een tewerkstellingsvergunning voor is afgegeven), trekt UWV de tewerkstellingsvergunning in, of adviseert UWV de gecombineerde vergunning in te trekken.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 juni 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Deze paragraaf vult enkele bepalingen uit de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) nader in ter implementatie van Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeid (de seizoenarbeidersrichtlijn). Deze richtlijn harmoniseert de voorwaarden voor toelating en verblijf van seizoenarbeiders die worden toegelaten tot een lidstaat van de EU, en richt zich op de bescherming van deze categorie vreemdelingen.

Onderdeel A

In de nieuwe paragraaf zijn de weigeringsgronden uit de Wav nader ingevuld. De Wav kent enkele facultatieve bepalingen, op grond waarvan een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid kan worden geweigerd, dan wel ingetrokken. De richtlijn schrijft enkele dwingende weigeringsgronden voor die nu niet als imperatief in de regelgeving zijn opgenomen. In deze paragraaf wordt daarom ter implementatie van de richtlijn geregeld dat deze bepalingen ten aanzien van seizoenarbeiders als imperatief worden beschouwd. De toets aan artikel 8 van de Wav, in het bijzonder de arbeidsmarkttoets uit de onderdelen a, b, en c van artikel 8, geldt onverkort voor aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid.

De artikelen 5, eerste lid, onder a, en 6, eerste lid, onder a, van de richtlijn schrijven voor dat bij de aanvraag om toelating tot verblijf als seizoenarbeider een geldige arbeidsovereenkomst wordt gevoegd, waarin onder meer de lengte van het betaald verlof is opgenomen. Deze eisen zijn opgenomen in deze regeling. In artikel 9 van de Wet arbeid vreemdelingen is opgenomen dat een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning kan worden geweigerd wanneer er geen passende huisvesting beschikbaar is voor de vreemdeling. Deze weigeringsgrond wordt, ter invulling van de artikelen 5, eerste lid, onder c, en 6, eerste lid, onder c, in samenhang met artikel 8, eerste lid, onder a, van de seizoenarbeidersrichtlijn ten aanzien van seizoenarbeiders in voorkomende gevallen altijd tegengeworpen.

Artikel 2 van de seizoenarbeidersrichtlijn schrijft voor dat de lidstaten bij de omzetting van de richtlijn een lijst opstellen van sectoren waar seizoenafhankelijke activiteiten voorkomen. Deze lijst dient iedere sector te bevatten die voldoet aan de definitie van ‘seizoenarbeid’ uit artikel 3, onderdeel c, van de richtlijn: activiteiten die gebonden zijn aan een bepaalde tijd van het jaar waarin het aantal benodigde arbeidskrachten significant uitstijgt boven het aantal dat nodig is voor de gewoonlijk te verrichten werkzaamheden. Het gaat daarmee om een uitputtende lijst van sectoren, waar vergunningen met het oog op seizoenarbeid voor worden afgegeven. In het verleden zijn er slechts vergunningen aangevraagd voor de land- en tuinbouwsector. Daarom is er van uitgegaan dat slechts deze sectoren voldoen aan de definitie van seizoenarbeid in de zin van artikel 3, onderdeel c, van de richtlijn, met name dat slechts in deze sectoren het aantal arbeidskrachten significant uitstijgt boven het aantal dat nodig is voor de gewoonlijk te verrichten werkzaamheden. Dit was ook de uitkomst van de consultatie van sociale partners op dit punt. Wanneer er in de toekomst blijkt dat andere sectoren eveneens aan deze definitie voldoen, kunnen deze – na overleg met sociale partners – worden toegevoegd aan deze paragraaf. Op wijziging van deze lijst is op grond van artikel 22a van de Wav een lichte voorhangprocedure van toepassing (zie Kamerstukken II 2016/17, 345 90, nr. 13).

Onderdeel C

Artikel 9, eerste lid, onder b, van de richtlijn stelt dat een vergunning met het oog op seizoenarbeid wordt ingetrokken wanneer de houder van een vergunning om andere redenen op het grondgebied van een lidstaat verblijft dan waarvoor hij of zij is toegelaten. Op grond van artikel 13, aanhef, en onder a, Wav kan een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning worden ingetrokken vanwege het niet in acht nemen van een beperking waaronder de tewerkstellingsvergunning is verleend. Wanneer een seizoenarbeider andere arbeid verricht dan seizoenarbeid, wordt de tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning ingetrokken.

Transponeringstabel

Deze paragraaf strekt ter implementatie van de seizoenarbeidersrichtlijn. In onderstaande tabel is aangegeven welke bepalingen van deze richtlijn zijn omgezet in deze paragraaf. Voor de omzetting van de overige bepalingen wordt verwezen naar de transponeringstabel van de wet ter implementatie van de seizoenarbeidersrichtlijn (zie Kamerstukken II 2016/17, 34 590, nr. 3).

Artikel Richtlijn 2014/36/EU

Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Beleidsruimte

Artikel 5, eerste lid, onder a, artikel 6, eerste lid, onder a, artikel 8, eerste lid, onder a (voorwaarden)

Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav

N.v.t.

Artikel 5, eerste lid, onder c, artikel 6, eerste lid, onder c, jo. artikel 8, eerste lid, onder a (passende huisvesting)

Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav ter invulling van de facultatieve weigeringsgrond uit artikel 9, eerste lid, onder d, van de Wav

Imperatieve weigeringsgrond in richtlijn

Artikel 9, eerste lid, onder b (verblijf om andere redenen dan waarvoor toelating is verleend)

Geïmplementeerd in paragraaf 44a RuWav ter invulling van de facultatieve intrekkingsgrond uit artikel 13, aanhef, en onder a, van de Wav

Imperatieve intrekkingsgrond in richtlijn

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven