Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Gelet op artikel 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

ARTIKEL I

De Verordening op de kostenvergoedingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Een lid van het bestuur, met uitzondering van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, heeft recht op presentiegeld als hij op verzoek van het bestuur deelneemt aan andere bijeenkomsten dan de vergaderingen van het bestuur tenzij hij:

    • a. werkzaam is bij een accountantspraktijk of een accountantsafdeling waar meer dan tien accountants werkzaam zijn, het desbetreffende lid van het bestuur daaronder begrepen;

    • b. werkzaam is bij een onderneming, anders dan een accountantspraktijk of een accountantsafdeling, met meer dan honderd werknemers; of

    • c. werkzaam is bij het Rijk of een gemeente, een provincie, een waterschap, een gemeenschappelijke regeling, een universiteit, een academisch ziekenhuis of een zelfstandig bestuursorgaan vallend onder de werking van de Kaderwet ZBO’s waar meer dan honderd medewerkers zijn aangesteld.

  • 2. Het bestuur kan aan de voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters of de leden van commissies of overige gremia voor het bijwonen van vergaderingen of bijeenkomsten het recht op presentiegeld toekennen.

B

Artikel 2a komt te luiden:

Artikel 2a

Een lid van het bestuur heeft recht op een vergoeding van reistijdkosten voor het bijwonen van vergaderingen van het bestuur en andere bijeenkomsten waaraan hij op verzoek van het bestuur deelneemt, tenzij op dat lid één van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met c van toepassing is.

C

Na artikel 2a wordt een artikel ingevoegd dat komt te luiden:

Artikel 2b

  • 1. Het presentiegeld bedraagt € 285,– per dagdeel en ten hoogste € 570,– per dag.

  • 2. Een dagdeel omvat een tijdsperiode van vier uur.

  • 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 2a bedraagt € 0,77 per afgelegde kilometer boven een totale reisafstand van honderd kilometer.

  • 4. Parkeer-, tol- en veergelden en vergoedingen voor reiskosten worden geacht te zijn begrepen in de vergoedingen bedoeld in het eerste en derde lid.

  • 5. In afwijking van het eerste lid bedraagt het presentiegeld voor deelname aan een telefonische vergadering of een vergadering via elektronische weg € 90,– per vergadering.

D

In artikel 5 wordt na de zinsnede ‘artikel 2’ ingevoegd: , artikel 2a.

ARTIKEL II

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2017.

Naar boven