Besluit wijziging opsporingsvergunning koolwaterstoffen E15c, Ministerie van Economische Zaken

19 juni 2017

DGETM-EO / 17091678

Procesverloop:

  • ENGIE E&P Nederland B.V., voorheen: GDF SUEZ E&P Nederland B.V., Tullow Exploration and Production Netherlands B.V. en Gas Plus Netherlands B.V. gezamenlijk zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) verleende opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen van 21 april 2008 met kenmerk ET/EM/8046989 (Stcrt. 2008, nr. 78), gerectificeerd op 6 augustus 2008 met kenmerk ET/EM/8103368 (Stcrt. 2008, nr. 152), voor een deel van het blok E15 (E15c) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. Dit besluit is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Minister van EZ van 4 augustus 2015 met kenmerk DGETM-EM/15094688 (Stcrt. 2015, nr. 29960);

  • de vergunninghouder heeft, bij brief gedateerd 19 december 2016, ontvangen op dezelfde datum, een aanvraag ingediend om wijziging van het werkprogramma, verlenging van de geldigheidsduur en verkleining van het gebied waarvoor de opsporingsvergunning koolwaterstoffen E15c geldt.

Gelet op:

Artikel 18 van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Artikel 1 van het besluit van 21 april 2008 met kenmerk ET/EM/8046989 komt als volgt te luiden:

Het blokdeel E15c wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A–B, B–C, C–D en A–D.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

º

’’ O.L.

º

’’ N.B.

A

3

39

54,896

54

19

57,362

B

3

59

54,926

54

19

57,376

C

3

59

54,940

54

12

55,362

D

3

39

54,910

54

12

55,348

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.

De oppervlakte van blokdeel E15c bedraagt 283,3 km2.

Artikel 2

Artikel 4 van het besluit van 21 april 2008 met kenmerk ET/EM/8046989, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 4 augustus 2015 met kenmerk DGETM-EM/15094688, komt als volgt te luiden:

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak dat eindigt met ingang van 1 januari 2019, indien de vergunninghouder bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht neemt:

  • de vergunninghouder overlegt aan de Minister van Economische Zaken zo spoedig mogelijk maar uiterlijk voor 1 januari 2018 een geactualiseerd werkprogramma waarin ten minste is opgenomen waar de boring wordt geplaatst, onder vermelding van het tijdstip, de geologische structuur en diepte;

  • uiterlijk voor 1 januari 2019 wordt de boring geplaatst.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.M.C. Smallenbroek Directeur Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven