ARTIKEL I
De Projectstimuleringsregeling Interreg V wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘12 maanden’ vervangen door: 19 maanden.
2. In onderdeel b wordt ‘18 maanden’ vervangen door: 25 maanden.
B.
Artikel 13, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
ARTIKEL II
Artikel 4, tweede lid, van de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V wordt als volgt
gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘of SO4’ vervangen door: SO4 of SO5.
2. In onderdeel c wordt na ‘de specifieke doelstellingen’ ingevoegd: 2.1, 2.2.
ARTIKEL III
-
1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2015.
-
2. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 februari 2017.
TOELICHTING
Wijziging Projectstimuleringsregeling Interreg V
Het doel van de Projectstimuleringsregeling Interreg V is het verlenen van subsidie
voor het voorbereiden, opstellen en indienen van projectvoorstellen bij drie Europese
Interreg-programma’s (Interreg Europe, Interreg North Sea Region (Interreg NSR) en
Interreg North West Europe (Interreg NWE)).
In de Projectstimuleringsregeling Interreg V zijn in artikel 9, tweede lid, maximumtermijnen
opgenomen waarbinnen het projectvoorstel na subsidieverlening bij Interreg NSR en
NWE moet zijn ingediend. Als niet voldaan wordt aan deze verplichting wordt de subsidie
op 50 procent of op € 0,– van de verleende subsidie vastgesteld (oorspronkelijk artikel
13, tweede en derde lid, van de regeling). Door een dergelijke verplichting worden
aanvragers gestimuleerd om binnen de gestelde termijn met een projectvoorstel te komen.
Zonder een dergelijke termijn is het stimuleringseffect van de subsidie onvoldoende
geborgd.
Sinds de publicatie van de subsidieregeling blijkt echter dat deze termijnen niet
haalbaar zijn. Dit heeft ermee te maken dat de Interreg NWE en NSR programma’s minder
momenten hanteren om projectvoorstellen in te kunnen dienen dan ten tijde van het
opstellen van de nationale regeling beoogd was. Deze momenten worden ‘Calls voor Proposals’
genoemd.
Het gevolg hiervan is dat subsidieontvangers – buiten hun toedoen – niet aan de verplichtingen
van de regeling kunnen voldoen. Zij moeten immers langer wachten totdat zij het projectvoorstel
bij het betreffende Interreg-programma kunnen indienen. Dit wordt zeer onwenselijk
geacht.
Dat is de reden om in artikel 9, tweede lid, onderdeel a de termijn voor het indienen
van stap 1 te verlengen van 12 naar 19 maanden en in onderdeel b de termijn voor het
indienen van stap 2 te verlengen van 18 naar 25 maanden. Daarmee hangt samen de wijziging
van artikel 13, tweede lid. Deze wijziging is nodig, omdat aanvragers er nu onterecht
op worden afgerekend als het Programma Secretariaat stap 2 niet binnen 18 maanden
geschikt verklaart. De wijziging behelst dat voor stap 2 een koppeling wordt gelegd
naar het indienen in plaats van naar het geschikt verklaren en daarnaast dat de termijn
wordt losgelaten met betrekking tot het geschikt verklaren.
Wijziging Rijkscofinancieringsregeling Interreg V
De Rijkscofinancieringsregeling Interreg V houdt nauw verband met de Europese Interreg-programma’s
Interreg NWE en Interreg NSR. Deze Europese programma’s richten zich op regionaal
ontwikkelingsbeleid en investeringen in (duurzame) groei. Ze verlenen cofinanciering
voor de uitvoering van projectvoorstellen die aansluiten op de doelstellingen van
de programma’s. De Rijkscofinancieringsregeling Interreg V voorziet in een nationale
financiële bijdrage voor een deel van de kosten van de uitvoering van de projectvoorstellen.
In de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V wordt vereist dat deze projecten zich
specifiek richten op doelstellingen die ook op nationaal niveau belangrijk worden
geacht. Voor het jaar 2017 wordt de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V uitgebreid
naar projectvoorstellen op het beleidsthema circulaire economie. De recente lancering
van het Rijksbrede programma Circulaire Economie heeft hiertoe aanleiding gegeven.
Met het toevoegen van het thema circulaire economie aan de Rijkscofinancieringsregeling
Interreg V wordt de kans op een effectieve bijdrage aan het nationale beleid nog groter
geacht.
Voor Interreg NWE gaat het concreet om de toevoeging van specifieke doelstelling SO5
aan artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de regeling. Deze doelstelling luidt als
volgt: to optimise (re)use of material and natural resources in NWE. Het is terug
te vinden in het Cooperation Programme Interreg North-West Europe 2014–2020.
Voor Interreg NSR worden in artikel 4, tweede lid, onderdeel c, de specifieke doelstellingen
2.1 en 2.2 toegevoegd:
-
– Promote the development and adoption of products, services and processes to accelerate
greening of the North Sea Region economy (specifieke doelstelling 2.1);
-
– Stimulate the adoption of new products, services and processes to reduce the environmental
footprint of regions around the North Sea (specifieke doelstelling 2.2).
Beide doelstellingen zijn terug te vinden in het Cooperation Programme Interreg North
Sea Region 2014–2020.
Administratieve lasten
De wijziging van de regelingen brengt geen extra administratieve lasten met zich mee
voor aanvragers of de ontvangers van de subsidie.
Vaste verandermomenten, inwerkingtreding en terugwerkende kracht
De wijzigingen die met de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V en de Projectstimuleringsregeling
Interreg V worden doorgevoerd zijn van technische aard en begunstigend voor de geadresseerden
van de regeling. Het is daarom zaak dat deze regeling zo spoedig mogelijk in werking
treedt. Dit betekent dat de data van inwerkingtreding van artikel 1 en 2 afwijken
van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Afwijking is in dit
geval gerechtvaardigd, gelet op de Aanwijzingen voor de regelgeving (Aanwijzing 174,
vierde lid, onderdeel a). Door de onderhavige wijzigingsregeling wordt voorkomen dat
(private) ontvangers van subsidie buiten hun schuld worden gekort op door hen ontvangen
subsidies.
Voor de Rijkscofinancieringsregeling Interreg V geldt een inwerkingtredingsdatum van
1 februari 2017. Deze datum is gekoppeld aan de inwerkingtreding van het subsidieplafond.
Vanaf dat moment zijn er financiële middelen beschikbaar en kan subsidie aangevraagd
worden, waaronder subsidie voor projecten die zich richten op circulaire economie.
Voor de Projectstimuleringsregeling Interreg V geldt dat de wijzigingen met ingang
van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
in werking treden en terugwerken tot en met 1 mei 2015. Aan deze wijzigingen wordt
terugwerkende kracht verleend, omdat het gaat om reeds verleende subsidies. Hierdoor
wordt voorkomen dat deze verleende subsidies op 50% of € 0,– vastgesteld moeten worden,
buiten toedoen van de subsidieontvangers. Het gaat om een gering aantal verleende
subsidies. Bovendien is vanaf 2017 geen nieuw budget beschikbaar voor de regeling.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma