Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juni 2017, kenmerk MEVA-1137011-163959, houdende wijziging van de Subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg in verband met verlenging van de werkingsduur

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg wordt als volgt gewijzigd.

In artikel 14 wordt ‘1 juli 2017’ vervangen door: 1 juli 2022.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg (hierna: de Subsidieregeling), die voorziet in een tegemoetkoming in de kosten van het vaccinatietraject hepatitis B van studenten die een zorgopleiding volgen. De wijziging is ingegeven door de ophanden zijnde vervaldatum van de Subsidieregeling met ingang van 1 juli 2017. Naar aanleiding van het door Ecorys uitgegeven evaluatierapport vaccinatieregeling stageplaatsen zorg (hepatitis B) heb ik besloten de subsidiëring voort te zetten en de werkingsduur van de Subsidieregeling te verlengen.

Uit de evaluatie komt naar voren dat de Subsidieregeling effectief is. Vrijwel alle eerstejaars worden gevaccineerd waardoor uitval wordt voorkomen en minder risico’s voor de patiëntveiligheid worden gelopen.

In de evaluatie wordt aanbevolen om een centraal register op te zetten waaruit blijkt of een student een vaccinatie heeft gekregen. Deze aanbeveling wordt niet overgenomen nu de betreffende opleidingsinstellingen de student kunnen vragen om inzage of een kopie van het persoonlijke inentingsboekje. Tevens zou een centraal register leiden tot extra administratieve lasten voor alle partijen en dit wordt niet wenselijk geacht.

In de evaluatie is voorts de aanbeveling gedaan om de regeling over te hevelen naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook deze aanbeveling wordt niet overgenomen aangezien de uitvoering van de Subsidieregeling thans goed loopt, slechts beperkte uitvoeringslasten met zich meebrengt en de overheveling niet leidt tot verbetering van de doeltreffendheid of doelmatigheid van de regeling. Voorts is niet duidelijk of de overheveling zal leiden tot reductie van de administratieve lasten voor onderwijsinstellingen.

Voortzetting van de Subsidieregeling wordt wenselijk geacht omdat hiermee maatschappelijke kosten worden voorkomen. Wanneer de vaccinatie niet meer wordt gesubsidieerd en studenten aan zorgopleidingen zich niet laten vaccineren, zullen studenten moeite hebben met het vinden van een stageplaats. Voorts vallen zij bij besmetting uit, hetgeen vertraging oplevert in de studie en een ongunstig effect heeft op de arbeidsmarkt in de zorg. Daarnaast kan een zieke student één of meerdere patiënten besmetten, waardoor het herstel van de patiënt langer duurt.

Op basis van deze evaluatie heb ik derhalve besloten de subsidiëring voort te zetten. Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de werkingsduur van de Subsidieregeling verlengd met de maximaal toegestane periode van vijf jaar, conform artikel 24a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001. Dit betekent dat de Subsidieregeling per 1 juli 2022 komt te vervallen.

Artikelsgewijs

Artikel I

In artikel 14 is de vervaldatum van de Subsidieregeling aangepast. Deze vervalt zoals gezegd per 1 juli 2022.

Artikel II

De onderhavige wijzigingsregeling wordt zo spoedig mogelijk bekend gemaakt om duidelijkheid te bieden over het voortzetten van de Subsidieregeling, met het oog op de instroom voor het studiejaar 2017-2018. De regeling treedt in werking per 1 juli 2017.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven