De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 61, eerste lid, onderdeel c, en 62, eerste lid, onderdeel c,
van de Geneesmiddelenwet;
Besluit:
ARTIKEL I
Aan artikel 6.6, eerste lid, van de Regeling Geneesmiddelenwet wordt, onder vervanging
van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.
TOELICHTING
Algemeen
Binnen en rondom de grenzen van Nederland zijn een aantal onderzoeks- en kerncentrales
gevestigd. De kans op een kernongeval is weliswaar zeer klein, toch wil de overheid
ter bescherming van de volksgezondheid voorbereid zijn op een eventueel kernongeval.
Bij een kernongeval kan namelijk radioactief jodium vrijkomen, wat kan leiden tot
gezondheidsproblemen bij bepaalde groepen mensen. Afhankelijk van de leeftijd van
personen en de woonafstand tot de kerncentrale, behoort een persoon al dan niet tot
de doelgroep.
De overheid bereidt de maatregel jodiumprofylaxe op twee manieren voor. De overheid
zet ten eerste in op predistributie: het uitdelen van jodiumtabletten aan vooraf bepaalde
doelgroepen zonder dat er een acute dreiging is van een kernongeval. Indien er sprake
is van een daadwerkelijke dreiging, kunnen deze tabletten (op tijd) worden ingenomen.
De tabletten bieden de meeste bescherming wanneer ze een aantal uren voorafgaand aan
het contact met radioactief jodium worden ingenomen. Door middel van het (preventief)
slikken van jodiumtabletten, raakt de schildklier verzadigd met stabiel jodium. Het
radioactief jodium wat mensen binnenkrijgen wordt hierdoor niet opgeslagen, maar juist
afgescheiden. De predistributie zal plaatsvinden door het versturen van doosjes jodiumtabletten
aan huisadressen op basis van het reeds bestaande artikel 6.6, tweede lid, van de
Regeling Geneesmiddelenwet.
Naast de predistributie van jodiumtabletten aan huisadressen, wil de overheid het
ook mogelijk maken dat locaties waar veel mensen uit de doelgroep zich kunnen bevinden,
jodiumtabletten op voorraad mogen houden en ter hand mogen stellen. De voorliggende
regeling voorziet hierin. Jodiumtabletten vallen onder de categorie UAD-geneesmiddelen
en mogen derhalve niet door een ieder worden verstrekt. Op dit moment bepalen de artikelen
62, eerste lid, en 61, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet dat het eenieder verboden
is UAD-geneesmiddelen te koop aan te bieden of ter hand te stellen, met uitzondering
van (1) een aantal beroepbeoefenaars en (2) instanties en personen die bij ministeriële
regeling zijn aangewezen. De Regeling Geneesmiddelenwet vormt een uitwerking van deze
artikelen. Zo zijn in artikel 6.6 van de Regeling Geneesmiddelenwet enkele instanties
en personen aangewezen die geneesmiddelen ter hand mogen stellen onder de in het artikel
gestelde voorwaarden.
Met de nu voorliggende wijziging wordt de opsomming van artikel 6.6 uitgebreid door
bepaalde locaties de bevoegdheid te verlenen jodiumtabletten ter hand te stellen bij
een kerngeval. Om deze tabletten zo spoedig mogelijk aan de eindgebruiker ter hand
te kunnen stellen, zullen bijzondere locaties zoals scholen, kinderopvanglocaties
of hulpdiensten hiertoe kunnen worden aangewezen. Deze locaties zullen in het kader
van de predistributie al jodiumtabletten ontvangen. Daarnaast kunnen bij een kernongeval
locaties worden aangewezen die ad hoc zullen worden ingericht en die jodiumtabletten ter hand zullen stellen in het kader
van de nooddistributie. Ook deze locaties vallen onder het nieuwe artikel 6.6, eerste
lid, onderdeel c, van de Regeling Geneesmiddelenwet. De bevoegdheid om de jodiumtabletten
ter hand te stellen, omvat ook de bevoegdheid van deze locaties om de tabletten op
voorraad te hebben. Welke exacte locaties de tabletten ter hand gaan stellen, dient
nader geïnventariseerd te worden. Deze inventarisatie wordt overgelaten aan veiligheidsregio’s
als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s, omdat dit aansluit bij hun
(wettelijke) taak. Volgens artikel 10, onderdeel d, van deze wet zijn veiligheidsregio’s
namelijk belast met het organiseren van de rampenbestrijding en de crisesbeheersing.
Artikelsgewijs
Door het toevoegen van een onderdeel c aan artikel 6.6, eerste lid, van de Regeling
Geneesmiddelenwet wordt het mogelijk dat (semi-overheids)instellingen, zoals scholen,
kinderopvanglocaties, hulpdiensten, recreatie- en vakantieverblijven jodiumtabletten
op voorraad mogen houden en ter hand mogen stellen. De exacte locaties worden nader
bepaald door veiligheidsregio’s.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers