Wijziging opsporingsvergunning koolwaterstoffen H16; verlenging geldigheidsduur en wijziging werkprogramma, Ministerie van Economische Zaken

1 juni 2017

DGETM-EO / 17075857

Procesverloop:

  • Hansa Hydrocarbons Limited (hierna: Hansa) is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, thans Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) verleende opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen van 17 september 2012 met kenmerk DGETM-EM/12098472 (Stcrt. 2012, nr. 23463) voor blok H16 van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • de vergunninghouder heeft, bij brief van 8 februari 2017, ontvangen op 13 februari 2017, een aanvraag ingediend om wijziging van het werkprogramma en verlenging van de geldigheidsduur van de opsporingsvergunning koolwaterstoffen H16 tot en met 31 december 2021.

Gelet op:

Artikel 18 van de Mijnbouwwet.

Besluit:

ARTIKEL 1

Artikel 4 van het besluit van 17 september 2012 met kenmerk DGETM-EM/12098472komt als volgt te luiden:

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • Vóór 1 april 2018 overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken waarin in elk geval is vermeld waar de eerste boring binnen het gebied van de blokken G18, H16, M3 en N1 wordt verricht, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte. Deze boring dient voor het einde van het zesde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning te worden geplaatst (voor 1 april 2019).

  • Vóór 1 april 2019 overlegt de vergunninghouder aan de Minister van Economische Zaken een geactualiseerd werkprogramma dat voorziet in een tweede voorwaardelijke boring in een van de nog niet aangeboorde blokken in het gebied van de blokken G18, H16, M3 en N1. Deze boring dient te worden geplaatst voor het einde van het zevende jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning (voor 1 april 2020).

  • Vóór 1 april 2020 overlegt de vergunninghouder schriftelijk aan de Minister van Economische Zaken een geactualiseerd werkprogramma waarin in elk geval is vermeld waar de derde en vierde voorwaardelijke boring binnen het gebied van de blokken G18, H16, M3 en N1 worden verricht, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte. Deze boringen dienen voor het einde van het achtste jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning te worden geplaatst (voor 1 april 2021).

ARTIKEL 2

Artikel 5 van het besluit van 17 september 2012 met kenmerk DGETM-EM/12098472 komt als volgt te luiden:

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak dat eindigt met ingang van 1 januari 2022.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.M.C. Smallenbroek directeur Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven