Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 januari 2017, kenmerk 1046904-158168-Z, houdende de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 201 (Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

De besteedbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg te maken beheerskosten bedragen voor het jaar 2017 € 153,753 miljoen.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 74,602 miljoen beschikbaar voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg en € 79,151 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken.

Artikel 3

Uit het bedrag, bedoeld in artikel 2, voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4 tweede lid, van de Wet langdurige zorg, wordt aan zorgkantoren incidenteel in totaal maximaal een bedrag van € 1,500 miljoen beschikbaar gesteld om zorgkantoren te compenseren in de beheerskostenbudgetten voor kosten die gemaakt worden in de zaken tegen frauderende zorgverleners en tegen cliënten die niet te goeder trouw zijn. Het betreft hier zaken die onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten zijn ontstaan, maar in 2017 nog tot kosten hebben geleid. Indien niet alle kosten uit het bedrag kunnen worden vergoed, worden de kosten naar evenredigheid van de in aanmerking komende en goedgekeurde kosten per zorgkantoor vergoed.

Artikel 4

Uit het bedrag, bedoeld in artikel 2, voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken wordt structureel per jaar in totaal maximaal een bedrag van € 8,679 miljoen beschikbaar gesteld voor onafhankelijke cliëntondersteuning.

Indien niet alle kosten uit het bedrag kunnen worden vergoed, worden de kosten naar evenredigheid van de in aanmerking komende en goedgekeurde kosten per zorgkantoor vergoed.

Artikel 5

Deze aanwijzing treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Artikel 6

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017.

Deze aanwijzing zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

De onderhavige aanwijzing strekt tot het vaststellen van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2017. Het macrobedrag van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz wordt vastgesteld op grond van artikel 4.3 van het Besluit Wfsv.

Op basis van de aanwijzing zal het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) voor toepassing van deze aanwijzing beleidsregels vaststellen.

Toelichting artikel 1 en artikel 2

In artikel 1 van de onderhavige aanwijzing wordt het bedrag vastgesteld van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering. Het bedrag strekt tot dekking van de beheerskosten die de Wlz-uitvoerders en zorgkantoren maken. Het macrobedrag wordt hierna toegelicht. Uitgangspunt voor de berekening van het voor het jaar 2017 vast te stellen bedrag voor besteedbare middelen beheerskosten Wlz vormt het structurele bedrag dat voor het jaar 2016 is vastgesteld, te weten € 146,502 miljoen. Van dit bedrag heeft € 68,967 miljoen betrekking op taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz en € 77,535 miljoen voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken. Bij taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz gaat het om de uitvoeringskosten van zorgkantoren in verband met de verstrekking van het persoonsgebonden budget, alsmede de administratie van de verleende zorg aan in de betreffende zorgkantoorregio woonachtige verzekerden.

Loon- en prijsontwikkeling 2017

Op grond van door het Centraal Planbureau (CPB) verstrekte cijfers is voor de aanpassing van de totale kosten in verband met loon- en prijsontwikkeling een percentage van 0,80 vastgesteld. De verhoging in verband met deze voorcalculatorische loon- en prijsontwikkeling komt hiermee uit op € 1,172 miljoen (0,80% van het structurele bedrag 2016 van € 146,502 miljoen). Van dit bedrag is € 0,552 miljoen beschikbaar voor de taken genoemd in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz en € 0,620 miljoen voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken.

1 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz

1.1 Uitvoeringskosten persoonsgebonden budget (PGB)

Bij de verdeling van het PGB-uitvoeringsbudget over de zorgkantoren wordt een deel (ter dekking van de variabele uitvoeringskosten PGB) direct aan het aantal PGB-ers gekoppeld en het overige deel via de overige verdeelmaatstaven (zoals een bedrag per Wlz-uitvoerder, per zorgkantoor en per (gewogen) verzekerde) verdeeld. Voor 2016 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 201,14 per PGB-budgethouder. Dit is het bedrag voor 2016 (€ 199,54) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2016 (0,80%).

De mutatie in het aantal PGB-ers (verschil stand 1 juli 2017 en stand 1 juli 2016) wordt geraamd op een stijging van 8.068. Uitgaande van € 201,14 als bedrag per PGB-er en een stijging van 8.068 wordt structureel € 1,623 miljoen aan het budget toegevoegd.

Het aantal PGB-ers in 2017 wordt geraamd op 43.500. Mocht in werkelijkheid het aantal PGB-ers op 1 juli 2017 hoger uitkomen, dan zullen bij de eind 2017 op te stellen ‘Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017’ middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.2 Bewuste-keuze-gesprekken nieuwe PGB-ers

Sinds 2013 zijn zorgkantoren nieuwe PGB-ers persoonlijker gaan benaderen onder andere door het voeren van bewuste-keuze-gesprekken. Voor 2017 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met €266,58 per persoon waarmee een of meerdere gesprekken gevoerd worden. Dit is het bedrag voor 2016 (€ 264,46) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2017 (0,80%). Het verwachte aantal personen waarmee gesprekken gevoerd gaan worden bedraagt 8.000. Dit aantal is 3.500 hoger dan waarmee in de Aanwijzing 2016 structureel rekening is gehouden. Uitgaande van € 266,58 als bedrag per gesprek en een stijging van 3.500 wordt structureel € 0,933 miljoen aan het budget toegevoegd. Mocht in werkelijkheid het aantal gesprekken in 2017 hoger uitkomen, dan zullen bij de eerdergenoemde nadere aanwijzing middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.3 Huisbezoeken PGB-ers

Sinds 2013 zijn zorgkantoren bestaande PGB-ers via huisbezoeken persoonlijker gaan benaderen. Vanaf 2016 ontvangen de zorgkantoren hiervoor via het beheerskostenbudget een vergoeding. Voor 2017 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 512,57 per bezochte PGB-er. Dit is het bedrag voor 2016 (€ 508,50) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2017 (0,80%).

Het verwachte aantal huisbezoeken bedraagt 10.000. Mocht in werkelijkheid het aantal huisbezoeken in 2017 hoger uitkomen, dan zullen bij eerdergenoemde nadere aanwijzing middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.4 Extra inspanningen in verband met trekkingsrechten en overgangsrecht

De Wlz vergt ook in 2017 nog extra werkzaamheden rondom trekkingsrechten PGB en het overgangsrecht van bijzondere groepen zoals de Wlz-indiceerbaren. Om hieraan tegemoet te komen wordt incidenteel € 0,263 miljoen aan de besteedbare middelen toegevoegd.

1.5 Meerzorg

Met ingang van 1 januari 2016 is de meerzorgregeling in de gehandicaptenzorg uitgebreid naar de sector verpleging en verzorging en geestelijke gezondheidszorg. De meerzorgregeling voorziet erin dat cliënten die aantoonbaar meer zorg behoeven dan hun zorgprofiel, meerzorg kunnen ontvangen op basis van de Wet langdurige zorg. Voor 2016 is uitgegaan dat de kosten van de uitvoering voor iemand met een PGB gemiddeld uitkomen op € 592 en voor iemand met Zorg in Natura (ZIN) of een Modulair Pakket Thuis (MPT) op € 355. Voor 2017 zullen deze bedragen aangepast worden met de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2017 (0,80%) en komen daarmee uit op € 596,74 en € 357,84. Uitgaande dat het verwachte extra beroep op de meerzorgregeling in 2017 gelijk aan is 500 personen met een PGB en 1.300 personen met ZIN of MPT worden de extra kosten worden geraamd op € 0,764 miljoen. Om deze extra kosten te dekken wordt dit bedrag voor 2017 structureel aan de besteedbare middelen toegevoegd.

Vanaf 2017 zullen de vergoedingen niet alleen gelden voor personen die onder de uitbreiding van de meerzorgregeling vallen, maar voor alle personen die een beroep op de meerzorgregeling doen. De inschatting is dat het in totaal gaat om 750 personen met een PGB en 1.850 personen met ZIN of een MPT. Daarbij wordt op basis van informatie van zorgkantoren uitgegaan dat voor de uitbreiding van de meerzorgregeling al 250 personen met een PGB en 550 personen met ZIN of MPT een beroep de meerzorgregeling deden. De vergoeding voor deze uitvoeringskosten zit al in het budget en blijft bij de ophoging van het budget dan ook buiten beschouwing.

Mocht in werkelijkheid het aantal personen in 2017 hoger uitkomen, dan zullen bij de eerdergenoemde nadere aanwijzing middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

Aan de zorgkantoren zal worden gevraagd in het financiële verslag een opgave te doen van het aantal uitgevoerde aanvragen meerzorg uitgesplitst naar PGB en ZIN/MPT.

2 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken

2.1 ONVZ en ASR

ONVZ en ASR zijn de enige twee Wlz-uitvoerders die voor geen enkele regio zijn aangewezen als zorgkantoor. Gebleken is dat ten opzichte van de situatie onder AWBZ voor deze twee organisaties er sprake is van een taakverzwaring. Hiervoor is in 2016 incidenteel zowel aan ONVZ als aan ASR € 0,200 miljoen extra aan middelen besteedbaar gesteld. Ook voor 2017 zullen deze middelen incidenteel extra besteedbaar worden gesteld. Met ingang van 2018 zal besloten worden in hoeverre deze toeslag een structureel vervolg krijgt.

2.2 Project ‘Leven zoals je wilt’

In het project ‘Leven zoals je wilt’ gaat het om een experiment om de inkoop van zorg optimaal te laten aansluiten bij de gewenste invulling van de individuele klant. Het project loopt van mei 2016 tot en met eind 2018. Om de kosten 2017 van dit project te dekken wordt incidenteel € 0,267 miljoen aan de besteedbare middelen toegevoegd.

Toelichting artikel 3 Vervolgkosten PGB-fraude

Uit het bedrag, bedoeld in artikel 2, voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4 tweede lid, van de Wet langdurige zorg, wordt aan zorgkantoren incidenteel in totaal maximaal een bedrag van € 1,500 miljoen beschikbaar gesteld om zorgkantoren te compenseren in de beheerskostenbudgetten voor kosten die gemaakt worden in de zaken tegen frauderende zorgverleners en tegen cliënten die niet te goeder trouw zijn. Het betreft hier zaken die onder de AWBZ zijn ontstaan, maar in 2017 nog tot kosten hebben geleid.

De Wlz-uitvoerders wordt gevraagd om in het financieel verslag 2017 een opgave te doen van de gemaakte kosten. Na goedkeuring van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zullen de kosten naar werkelijke kosten worden vergoed. Indien niet alle kosten uit het bedrag kunnen worden vergoed, worden de kosten naar evenredigheid van de in aanmerking komende en goedgekeurde kosten per zorgkantoor vergoed. Mocht daarentegen in de loop van jaar blijken dat de extra kosten die gemaakt worden in de zaken tegen frauderende zorgverleners en tegen cliënten die niet te goeder trouw zijn zich sterker ontwikkelen dan nu verwacht, dan zal bij de eind 2017 op te stellen ‘Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017’ een nadere afweging plaatsvinden.

Toelichting artikel 4

Bij de onafhankelijke cliëntondersteuning gaat het om activiteiten die aanvullend zijn op de door de Wlz-uitvoerders/zorgkantoren zelf te verrichten activiteiten gericht op de cliënten in het kader van de zorgplicht. Onafhankelijke cliëntondersteuning vindt plaats door onafhankelijke organisaties, maar wordt door de Wlz-uitvoerders betaald. Cliënten worden door de Wlz-uitvoerders/zorgkantoren actief geïnformeerd over de mogelijkheid van onafhankelijke ondersteuning en deze activiteit zal worden ingezet als de cliënt daar om vraagt. In het kader van onafhankelijke cliëntondersteuning hebben zorgkantoren namens Wlz-uitvoerders contracten afgesloten en is vanaf 2016 structureel € 8,350 miljoen aan de besteedbare middelen beschikbaar gesteld. In twee regio’s vindt het experiment Persoonsvolgende zorg plaats hiervoor wordt aanvullen € 0,029 miljoen beschikbaar gesteld. In de eerste helft van 2017 worden extra inspanningen verwacht bij de ondersteuning van Wlz-indiceerbaren. Daarom wordt voor 2017 het bedrag incidenteel met € 0,300 miljoen verhoogd.

Om te zorgen dat de niet-bestede gelden in het Fonds langdurige zorg worden teruggestort zal de Wlz-uitvoerders worden gevraagd om in het financieel verslag een opgave te doen van de afgesloten contracten. Indien daaruit blijkt dat een deel van de beschikbaar gestelde middelen niet is besteed dan zal het Zorginstituut een korting op de daarvoor beschikbaar gestelde budgetten toepassen. Mocht daarentegen in de loop van jaar blijken dat de vraag naar ondersteuning en de extra inzet in de experimentregio’s zich sterker ontwikkelen dan nu verwacht, dan zal bij de eind 2017 op te stellen ‘Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017’ een nadere afweging plaatsvinden.

In totaal komt het beschikbare bedrag voor taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz uit op € 74,602 miljoen. Van dit bedrag is € 72,839 miljoen structureel en € 1,763 miljoen incidenteel beschikbaar. In totaal komt het beschikbare bedrag voor overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken uit op € 79,151 miljoen. Van dit bedrag is € 78,155 miljoen structureel en € 0,996 miljoen incidenteel beschikbaar.

Het totale bedrag besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz 2017 bedraagt hiermee € 153,753 miljoen. Van dit bedrag is € 150,994 miljoen structureel en € 2,759 miljoen incidenteel beschikbaar.

Toelichting artikel 5

In artikel 5 staat dat de aanwijzing in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2017.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven