Referendabiliteitsbesluit Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017)

Mededeling

De Minister van BZK,

Deelt mee dat het volgende wetsvoorstel is bekrachtigd en dat daarover het onderstaande besluit is genomen:

Titel: Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017)

Vindplaats: Kamerstukken II 2016/17, 34 634, nr. 2

Referendum mogelijk? Nee

Besluit

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 juni 2017, nr. 2017-0000261994 houdende het besluit of over de Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017) een referendum kan worden gehouden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de Minister van Financiën,

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum;

Besluit:

Over de Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017) (Kamerstukken II 2016/17, 34 634, nr. 2)

Kan geen referendum worden gehouden op grond van artikel 5, onderdeel e, van de Wet raadgevend referendum.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Gedurende zes dagen na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst, kan een belanghebbende tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Naar boven