Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 31 mei 2017, nr. 2077591, tot wijziging van de Regeling normenkader jeugdbescherming en jeugdreclassering

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3.4, vierde lid, van de Jeugdwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling normenkader jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt als volgt gewijzigd:

Aan de bijlage, bedoeld in artikel 1 van de Regeling normenkader jeugdbescherming en jeugdreclassering, worden de vijf bladen toegevoegd zoals opgenomen bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

De onderhavige regeling heeft uitsluitend betrekking op een wijziging van de overgangstermijn van norm D.5.3 over 'Sturingsindicatoren risicoanalyse' uit het certificatieschema, waarvan het normenkader jeugdbescherming en jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 3.4, vierde lid, van de Jeugdwet, deel uitmaakt. De overgangstermijn van deze norm was bij de vorige wijziging van het certificatieschema gesteld op drie maanden. De betrokken Commissie van Belanghebbenden Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (CvB JB/JR), die adviseert op wijzigingen van het certificatieschema, heeft inmiddels vastgesteld dat deze overgangstermijn in de praktijk te kort is. Op advies van de CvB JB/JR wordt de overgangstermijn daarom naar negen maanden gewijzigd door toevoeging van een wijzigingsblad aan het certificatieschema. Gecertificeerde instellingen, die jeugdbescherming of jeugdreclassering aanbieden, zullen vanaf 1 januari 2018 aan de gewijzigde norm D.5.3 moeten voldoen.

Deze regeling treedt in werking in afwijking van de vaste verandermomenten, aangezien zowel de certificerende instelling, als de (opnieuw) te certificeren instellingen, hun processen gelet op de gewijzigde norm moeten aanpassen en hen zo spoedig mogelijk duidelijkheid moet worden gegeven over de aangepaste overgangstermijn.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven