Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 29 mei 2017, nr. IENM/BSK-2017/56131, houdende verlenging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onder b, van de Kaderwet subsidies I en M, de artikelen 126a en 129 van de Wet geluidhinder, artikel 24a van de Comptabiliteitswet en de artikelen 3.9 en 4.22 van het Besluit geluidhinder,

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 43a van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt ‘1 juli 2017’ vervangen door: 1 juli 2022.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

NOTA VAN TOELICHTING

De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (hierna: de subsidieregeling) bevat regels over het van rijkswege verstrekken van subsidie voor de kosten van maatregelen die worden getroffen in het kader van de sanering van verkeerslawaai, voor zover in deze kosten niet op andere wijze wordt voorzien.

Sinds 2011 is de subsidieregeling alleen nog bestemd voor saneringsprojecten nabij gemeentelijke en provinciale wegen. De sanering nabij rijksinfrastructuur valt onder hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer en wordt door Rijkswaterstaat en ProRail uitgevoerd met geld uit het Meerjarenprogramma Geluid (MJPG), dat valt onder het Infrastructuurfonds.

De subsidieregeling is in 2006 vastgesteld als opvolger van eerdere regelingen. Al sinds de inwerkingtreding van de saneringsparagraaf in de Wet geluidhinder wordt de sanering verkeerslawaai door het Rijk bekostigd op grond van artikel 126, eerste lid, van de Wet geluidhinder. Destijds was de verwachting dat het urgente deel van de sanering (geluidbelastingen op woningen van 65 dB of meer) in 2010 afgerond zou kunnen zijn. Voor het niet-urgente deel van de sanering (geluidbelastingen onder de 65 dB) geldt de subsidieregeling ook, maar daarvoor is pas recent een schatting gemaakt wanneer deze afgerond zou kunnen zijn. Met de aanname dat de jaarlijks beschikbare bedragen op de begroting ongeveer gelijk blijven, zou de totale sanering nog tot ongeveer 2060 lopen. Deze ontwikkelingen zijn beschreven in de Beleidsdoorlichting geluid van het RIVM, die 3 februari 2016 is aangeboden aan de Tweede Kamer.1 In het kader van de beleidswijziging SWUNG 2 en de Omgevingswet wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe saneringsregeling, in lijn met de uitgangspunten van de Omgevingswet. Daarbij zal een nieuwe inschatting worden gemaakt van de looptijd van de sanering.

De onderhavige subsidieregeling is in 2016 in overeenstemming gebracht met artikel 24a van de Comptabiliteitswet door het opnemen van een horizonbepaling. De vervaldatum werd 1 juli 2017. Verlenging of vervanging van subsidieregelingen die zullen of zijn vervallen voor genoemde datum, is mogelijk, maar pas nadat de Tweede Kamer in de gelegenheid is gesteld haar standpunt daarover kenbaar te maken (artikel 24a, vijfde en zesde lid).

Het is van belang dat de bestaande Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt voortgezet totdat deze wordt vervangen door nieuwe regelgeving op basis van de Omgevingswet. Zo wordt voorkomen dat de lokale sanering van verkeerslawaai stagneert. De rijksoverheid behoudt namelijk de verplichting op grond van de Wet geluidhinder om de lokale sanering te bekostigen, in ieder geval totdat deze wet opgaat in de Omgevingswet.

Op grond van het vierde lid van artikel 24a van de Comptabiliteitswet is een ontwerp van de onderhavige regeling op 19 april 2017 met motieven omkleed overgelegd aan de Tweede Kamer.

De Tweede Kamer heeft binnen de daartoe in artikel 24a, vierde lid, van die wet gestelde termijn van 30 dagen geen opmerkingen gemaakt.

De subsidieregeling wordt vooral gebruikt door gemeenten en in een enkel geval door een provincie. De wijziging van de subsidieregeling heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke lasten van gemeenten en provincies. De wijziging van de subsidieregeling heeft naar haar aard ook geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers.

In de begroting van 2017 en volgende jaren van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is al rekening gehouden met een voortzetting van de subsidieregeling.

Inwerkingtreding

Gelet op het belang van een tijdige verlenging van de subsidieregeling voor saneringsprojecten nabij gemeentelijke en provinciale wegen en het voorkomen van grote (publieke) nadelen is afgezien van de vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling, op grond van de afwijkingsmogelijkheid die is vermeld in aanwijzing 174, vierde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstukken II, 2015/16, 32 861, nr. 17.

Naar boven