Besluit van de Minister van Financiën van 24 mei 2017 (kenmerk: 2017-99790), houdende wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2015 in verband met de vaststelling van de positie van de secretaris-generaal

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onderdeel f, komt te luiden:

f. algemene leiding:

de secretaris-generaal en de directeuren-generaal;

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 Secretaris-generaal

  • 1. Overeenkomstig artikel 1 van het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal (Stb. 1988, 499), is de secretaris-generaal (de SG), met inachtneming van de aanwijzingen van de Minister, belast met de ambtelijke leiding van al hetgeen het ministerie betreft.

  • 2. Onverminderd de overige bepalingen van dit besluit waarin aan de SG mandaat wordt verleend, wordt aan de SG mandaat verleend voor:

    • a) aangelegenheden op het gebied van de ambtelijke leiding van al hetgeen het ministerie betreft, zoals nader omschreven in de toelichting bij het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal (Stb. 1988, 499);

    • b) het vaststellen van circulaires, met uitzondering van circulaires die naar het oordeel van de SG door een ander organisatieonderdeel als bedoeld in artikel 7 moeten worden vastgesteld;

    • c) het vaststellen van de werkterreinen van de directeuren-generaal, bedoeld in artikel 4;

    • d) het uitoefenen van de bevoegdheden van de minister inzake benoeming, schorsing, ontslag en vergoeding van ambtenaren en andere personen in organen van rechtspersonen en colleges, voor zover daarvoor geen mandaat, volmacht en machtiging is verleend aan een andere ambtenaar binnen het ministerie.

  • 3. De SG is verantwoordelijk voor de beleidsterreinen van de direct onder hem ressorterende directies en diensten, genoemd in artikel 7, onderdelen a en b, voor de samenhang tussen die beleidsterreinen en voor de bijbehorende bedrijfsvoering. De SG geeft leiding aan de onder hem ressorterende directeuren en voorziet daartoe in de nodige ondermandaten van die directeuren.

  • 4. De SG treft een vervangingsregeling inzake vervanging bij zijn afwezigheid.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5 Bestuursraad en bedrijfsvoeringsberaad

  • 1. Er is een bestuursraad. De bestuursraad overlegt regelmatig over de hoofdlijnen van beleidsontwikkeling en -uitvoering, over de hoofdlijnen van de departementale bedrijfsvoering en over al het andere dat nodig is voor een goed functioneren van het ministerie.

  • 2. De leden van de bestuursraad zijn:

    • a) de SG;

    • b) de directeur-generaal Belastingdienst;

    • c) de directeur-generaal voor Fiscale Zaken;

    • d) de directeur-generaal van de Rijksbegroting;

    • e) de thesaurier-generaal;

    • f) de CIO, ten aanzien van zijn hoofdtaken, genoemd in artikel 4a, tweede lid.

    De directie Bestuurlijke en Juridische zaken verzorgt het secretariaat van de bestuursraad.

  • 3. Er is een bedrijfsvoeringsberaad. De volgende functionarissen voeren in het bedrijfsvoeringsberaad regelmatig collegiaal overleg over beleidsvoorstellen met betrekking tot de departementale bedrijfsvoering:

    • a) een lid van het Managementteam van het directoraat-generaal Belastingdienst;

    • b) de plaatsvervangend directeur-generaal voor Fiscale Zaken;

    • c) de plaatsvervangend directeur-generaal van de Rijksbegroting;

    • d) een directeur van de Generale Thesaurie;

    • e) de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • f) de directeur Bedrijfsvoering;

    • g) een directeur van het SG-cluster

  • 4. Het bedrijfsvoeringsberaad kent een roulerend voorzitterschap.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2017.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

NOTA VAN TOELICHTING

Deze wijziging brengt de positie van de secretaris-generaal beter in lijn met artikel 1 van het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal (Stb. 1988, 499), waarin de positie van de secretaris-generaal als hoogste ambtenaar binnen een ministerie is bepaald. De verhouding van de secretaris-generaal tot andere ambtenaren wordt dus niet getypeerd door nevenschikking, maar door onderschikking. Om deze reden is het overbodig om in het gewijzigde artikel 5 een bepaling op te nemen over stemverhoudingen in de bestuursraad. Het is immers de secretaris-generaal die, gehoord de andere leden van de bestuursraad, als hoogste ambtenaar, een beslissende stem heeft.

Dit wijzigingsbesluit beoogt eventuele onduidelijkheden en misverstanden over de rol van de secretaris-generaal binnen de organisatie van het Ministerie van Financiën weg te nemen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven