ARTIKEL I
Bijlage IV, behorende bij hoofdstuk 4 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012
wordt als volgt gewijzigd:
A
In paragraaf 2.1.2 wordt na ‘– baan met HSL – Rhedaspoor (index b = 11)’ ingevoegd:
B
Aan tabel 2.2 wordt aan de rechterzijde een kolom toegevoegd, luidende:
b=12
|
–
|
–
|
1
|
–
|
–
|
–
|
–
|
1
|
1
|
–
|
–
|
C
In paragraaf 3.2 wordt na ‘– baan met HSL – Rhedaspoor (index bb = 11)’ ingevoegd:
D
Aan tabel 3.3 wordt aan de rechterzijde een kolom toegevoegd, luidende:
cbb,i
|
bb=12
|
0
|
0
|
–2
|
4
|
5
|
–5
|
–3
|
–4
|
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.
TOELICHTING
Inleiding
De onderhavige regeling bevat een wijziging van het Reken- en meetvoorschrift geluid
2012 die ertoe leidt dat akoestisch onderzoek langs een spoorbaan met HSL Rhedaspoor
kan worden uitgevoerd op basis van de situatie dat raildempers zijn geplaatst.
Achtergrond
Op grond van artikel 11.8, eerste lid, van de Wet milieubeheer worden regels gesteld
ten behoeve van de bepaling van de geluidsbelasting en de geluidsbelasting Lnight vanwege een weg, spoorweg, inrichting of verzameling van inrichtingen. Op grond van
artikel 11.22, vijfde lid, van de Wet milieubeheer worden regels gesteld omtrent de
wijze waarop de geluidproductie op de referentiepunten waar geluidproductieplafonds
gelden, wordt berekend. Op grond van artikel 11.33, zevende lid, van de Wet milieubeheer
worden regels gesteld omtrent de wijze waarop het akoestisch onderzoek en de berekeningen
worden uitgevoerd.
Deze regels zijn gesteld in het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. Wanneer de
beheerder van een weg of spoorweg die op de geluidplafondkaart staat een geluidbeperkende
maatregel treft, kan het effect daarvan op de geluidproductie en geluidsbelasting
alleen berekend worden als het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 daarvoor voorschriften
geeft.
Inhoud van de wijzigingen
In de periode 2012–2013 heeft ProRail – beheerder van de hoofdspoorwegen – proeven
uitgevoerd met raildempers bij het verdiept gelegen Rhedaspoor van de hogesnelheidslijn
in de gemeente Lansingerland (HSL-Zuid). Hiervoor is een proefvak van ongeveer 100
meter lengte gerealiseerd. TNO heeft de geluidreductie voor de Thalys en de TraxxPrio-treinen
gemeten en het effect gekwantificeerd in de vorm van een bovenbouwcorrectie.1
Om het mogelijk te maken dat ProRail de geluidproductie en geluidsbelasting kan berekenen
voor Rhedaspoor met raildempers, wordt bovengenoemde bovenbouwcorrectie toegevoegd
aan het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. De bovenbouwcorrectie wordt vermeld
in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van bijlage IV bij het Reken- en meetvoorschrift geluid
2012. Hoofdstuk 2 en 3 van bijlage IV beschrijven hoe de emissiegetallen worden berekend
voor respectievelijk Standaardrekenmethode I en II. Deze emissiegetallen worden gebruikt
in de hoofdformules voor deze rekenmethoden in hoofdstuk 4, paragraaf 4.4, en hoofdstuk
5, paragraaf 5.2. Artikel 5.3 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 bepaalt
dat bij de berekening van de geluidproductie voor spoor de Standaardrekenmethode 2,
bedoeld in hoofdstuk 5 van bijlage IV moet worden gevolgd.
Door deze wijzigingen kan de bovenbouwcorrectie voor raildempers op Rhedaspoor ook
toegepast worden bij het bepalen van de geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten
in het kader van een akoestisch onderzoek als bedoeld in de artikelen 11.33, zevende
lid, en 11.56, vijfde lid, van de Wet milieubeheer. Hiervoor geldt artikel 5.8 van
het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, dat verwijst naar artikel 4.6, waarin wordt
aangegeven wanneer Standaardrekenmethoden I en II van toepassing zijn. Verder kan
de nieuwe bovenbouwcorrectie worden toegepast bij het bepalen van de geluidsbelasting
in het kader van de geluidkartering (artikel 7.3, tweede lid, Reken- en meetvoorschrift
geluid 2012).
Raildempers zijn in de Regeling geluid milieubeheer aangewezen als geluidbeperkende
maatregel. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen raildempers op verschillende
typen spoor. Een wijziging van de Regeling geluid milieubeheer is daarom niet nodig.
Voor de toepassing van het financiële doelmatigheidscriterium (artikel 11.29 van de
Wet milieubeheer) kan de beheerder de maatregelpunten voor raildempers ook toepassen
voor raildempers op de hogesnelheidslijn.
Financiële gevolgen
De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de lasten voor burgers, bedrijven
en instellingen.
Advies en consultatie
De onderhavige regeling is in nauwe samenwerking met ProRail tot stand gekomen en
is voorts afgestemd met het Expertisecentrum Geluid van het RIVM. Om deze reden heeft
geen internetconsultatie plaatsgevonden.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017. Het tijdstip van inwerkingtreding
van deze regeling is in overeenstemming met de zogenaamde systematiek van vaste verandermomenten.
Omdat de publicatie van deze regeling niet voor 1 mei 2017 heeft plaatsgevonden, is
afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden. Dit is noodzakelijk omdat
de in de onderhavige regeling opgenomen wijzigingen vooral van belang zijn voor het
beheer van de HSL Zuid door ProRail en essentieel zijn voor een in dit jaar voorziene
wijziging van een aantal geluidproductieplafonds langs de HSL Zuid.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma