Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 januari 2017, IENM/BSK-2016/288103 tot wijziging van de Beleidsregels sturing van en toezicht op het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in verband met verlenging van de mogelijkheid tot dekking van de kosten van taken uit het tarief vastgesteld voor een andere taak

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Beleidsregels sturing van en toezicht op het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 10, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3. De tarieven zijn met ingang van het jaar 2020 per cluster van verwante taken kostendekkend. Van de eerste volzin kan worden afgeweken, indien het CBR op basis van een audit aantoont dat het nog niet mogelijk is deze kostendekkendheid te realiseren. In dat geval wordt deze audit elk jaar herhaald tot het moment dat het mogelijk blijkt kostendekkendheid te realiseren. Met ingang van het jaar volgend op dat moment zijn de tarieven per cluster van verwante taken kostendekkend.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van afgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

De door het CBR vast te stellen tarieven behoeven op grond van artikel 17 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen de goedkeuring van de Minister van Infrastructuur en Milieu. In de Beleidsregels sturing van en toezicht op het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: Beleidsregels) is aangegeven hoe bij de beoordeling van een tariefvoorstel te werk wordt gegaan. Voor het geval dat niet alle handelingen binnen een taakcluster uit een eigen tarief kunnen worden gedekt is in artikel 10 van de Beleidsregels de mogelijkheid opgenomen dat er tijdelijke overdekking plaatsvindt binnen een cluster van taken dan wel tijdelijke kruissubsidiëring tussen clusters van taken. Overeenkomstig de Beleidsregels moeten echter met ingang van het jaar 2017 per cluster van verwante taken de tarieven kostendekkend zijn. Het blijkt voor het CBR echter niet mogelijk om deze volledige kostendekkendheid reeds per 1 januari 2017 te realiseren. Reden hiervoor is dat de voordelen van het programma Rijgeschiktheid aan het stuur later gerealiseerd worden dan oorspronkelijk verwacht. Daarom worden de Beleidsregels gewijzigd. Met ingang van het jaar 2020 moeten de tarieven per cluster van verwante taken kostendekkend zijn. Mocht het CBR echter in 2019 door middel van een audit aantonen dat het niet mogelijk is de tarieven in 2020 kostendekkend te maken dan voorziet de beleidsregel erin dat hiervan kan worden afgeweken. Het CBR kan dan ieder jaar tarieven vaststellen die niet kostendekkend zijn tot het moment dat uit een jaarlijks uit te voeren audit blijkt dat de tarieven kostendekkend gemaakt kunnen worden. Met ingang van het jaar volgend op dat moment moeten de tarieven per cluster van verwante taken kostendekkend zijn.

De wijziging is het resultaat van afspraken die in 2016 met het CBR zijn gemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven