Mededeling in het kader van de uitvoering van het project 3e kolk Prinses Beatrixsluis, Rijkswaterstaat

Watervergunning – Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Op grond van artikel 20 van de Tracéwet bevordert de Minister van Infrastructuur en Milieu een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een Tracébesluit. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infrastructuur en Milieu kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

In opdracht van Rijkswaterstaat realiseert aannemerscombinatie Sas van Vreeswijk v.o.f. de wijziging van de hoofdvaarweg het Lekkanaal tussen de Lek en de Schalkwijkse Wetering. De bestaande hoofdvaarweg wordt gewijzigd door middel van de aanleg van een 3e sluiskolk en de verplaatsing van de primaire waterkering en de Liniedijk. De grondslag voor deze werkzaamheden is het tracébesluit ‘3e kolk Prinses Beatrixsluis’. Het tracébesluit is op 11 maart 2015 onherroepelijk geworden.

Voor de uitvoering van dit tracébesluit is onderstaand besluit genomen, overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 4 van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij besluit van 4 mei 2017 (kenmerk 7292-V) is namens Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden op grond van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling en de Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 aan Sas van Vreeswijk v.o.f. een watervergunning verleend voor het aansluiten van de nieuwe waterkering aan de buitenzijde van de bestaande primaire waterkering Lekdijk Oost in Nieuwegein ten behoeve van de aanleg 3e Kolk Prinses Beatrixsluis en de verbreding van het Lekkanaal in Nieuwegein.

Het omvat de volgende werkzaamheden:

  • a. het afgraven van de bestaande waterkering;

  • b. het aanbrengen en aansluiten van kleibekleding en mogelijk herstellen van de kleibekleding van het voorland;

  • c. het aanbrengen van een parkeervoorziening en een zitelement op de kruin van de waterkering en het aanbrengen van dijktrappen in de taluds van de waterkering;

  • d. het voor onbepaalde tijd behouden van de hiervoor genoemde werken;

  • e. het tijdelijk aanbrengen en behouden van een depot voor de opslag van klei voor uitvoer van de werkzaamheden tot uiterlijk 1 oktober 2018.

Het besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit en is op 15 mei 2017 bekendgemaakt aan de aanvrager.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 16 mei 2017 tot en met 26 juni 2017 ter inzage bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Poldermolen 2, 3994 DD Houten. U kunt daar iedere werkdag van 8.30 uur tot 16.30 uur zonder afspraak terecht en vragen naar het gewenste stuk.

U kunt het besluit met bijbehorende stukken ook digitaal inzien via de website www.destichtserijnlanden.nl.

Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

Van 16 mei 2017 tot en met 26 juni 2017 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen het besluit geschiedt door indiening van een ondertekend beroepschrift dat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep bevat.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

Op dit besluit is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie?

Voor nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u zich wenden tot de heer D. van Ballegooijen, telefoon 030 – 634 58 05.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het hoofd van de afdeling BJV-Projectadvisering bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat, A.K. van de Ven

Naar boven