Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 8 mei 2017, nr. IENM/BSK-2017/105401 tot wijziging van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 en de Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het domein scheepvaart in verband met havenstaatcontrole in havens in Bonaire, Sint Eustatius en Saba

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 14i, tweede lid, van de Wet havenstaatcontrole;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 3.1a van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Voor de vergoeding, bedoeld in artikel 14i, eerste lid, van de Wet havenstaatcontrole, is een tarief verschuldigd van USD 2.112.

2. In het derde lid (nieuw) wordt na ‘eerste’ ingevoegd: of tweede.

ARTIKEL II

In artikel 1 van de Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het domein scheepvaart vervalt: – de artikelen 3, eerste, tweede en derde lid, 4, 6, 7, eerste lid, 8, tweede en derde lid, 9, eerste en tweede lid, 10, eerste, tweede, en derde lid, 12, derde lid, 13, eerste lid, 16, 18, 19, en 29 van de Wet havenstaatcontrole;.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Met onderhavige regeling is in artikel 3.1a van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 een tarief opgenomen voor het vergoeden van kosten door de exploitant vanwege de aanhouding van een schip. Dit was nodig vanwege de inwerkingtreding van de Wet houdende wijziging van de Wet havenstaatcontrole met betrekking tot het toezicht aan boord van schepen onder buitenlandse vlag in havens in Bonaire, Sint Eustatius, Saba en Europees Nederland (Stb. 2017, 92). Het tarief is gelijk met het tarief in artikel 3.1a, eerste lid, van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 vanwege de aanhouding van een schip op grond van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3 Externe gevolgen, bestuurslasten en handhaving van de memorie van toelichting bij de wet (Kamerstukken II 2015/16, 34 496, nr. 3, pag. 4).

Verder is de aanwijzing van ambtenaren belast met toezicht op grond van de Wet havenstaatcontrole in artikel 1 van de Regeling aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport op het domein scheepvaart vervallen. De aanwijzing was overbodig omdat artikel 16 van de Wet havenstaatcontrole al in de aanwijzing voorziet.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

Deze regeling treedt tegelijk met de wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet havenstaatcontrole met betrekking tot toezicht aan boord van schepen onder buitenlandse vlag in havens in Bonaire, Sint Eustatius, Saba en Europees Nederland (Stb. 2017, 92). Daarmee is voldaan aan het stelsel van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven