Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 april 2017, kenmerk 1112776-162330-MEVA, houdende wijziging van de Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met het wijzigen van de geldigheidsduur van het toegangsmiddel

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 21, tweede en derde lid, en artikel 24 van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Voor een toegangsmiddel wordt een vergoeding voor twee jaar in rekening gebracht van:

    • a. 170 euro voor een pas;

    • b. 300 euro voor een certificaat.

B

In artikel 7 wordt ‘drie jaar’ vervangen door: twee jaar.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 22 maart 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Per 1 juli 2013 is een maximaal kostendekkende vergoeding ingevoerd voor de toegangsmiddelen, oftewel de passen en de certificaten. Deze vergoeding is voor drie jaar. Per 22 maart 2017 wordt de geldigheidsduur van de toegangsmiddelen verkort naar twee jaar. Reden hiervoor is dat de geldigheid van het moedercertificaat op 22 maart 2020 afloopt en het vervangende certificaat nog niet gereed is. De toegangsmiddelen kunnen niet een langere geldigheid hebben dan de geldigheid van dit bovenliggende ‘moedercertificaat’. Hierdoor is het niet mogelijk om na 22 maart toegangsmiddelen uit te blijven geven met een geldigheid van drie jaar.

De oorzaak van de niet tijdige gereedheid van een vervangend moedercertificaat ligt niet bij het zorgveld. Om die reden zal de prijs met 1/3 verlaagd worden, zodat deze evenredig is aan de kortere geldigheidsduur van de toegangsmiddelen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven