Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende ontheffing voor KMN Koopmann helicopter GmbH van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte die plaatsvinden binnen een plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied, maar niet boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, of boven mensenverzamelingen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Datum: 9 januari 2017

Nummer: ILT-2017/4327

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing van 21 december 2016 van KMN Koopmann helicopter GmbH, adres: Kamerland 14, 25358 Sommerland, Duitsland; tel.: +49 4126-38903; e-mail: mail@kmn-helicopter.de;

Overwegende dat het doel van de vluchten is het verzamelen van geofysische informatie, in dit geval het in kaart brengen van grondwater nabij Oosterwolde en Rolde, door middel van het SkyTem-systeem onder een helikopter;

Gelet op paragraaf SERA.3105 en artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op een helikopter van het type Eurocopter AS 350 N met registratie D-HKMB, D-HKMC, D-HKMG, D-HKMT of een vergelijkbare vervangende helikopter in gebruik bij KMN Koopmann helicopter GmbH, waarmee VFR-vluchten worden uitgevoerd ten behoeve van het verzamelen van geofysische informatie, in dit geval het in kaart brengen van grondwater nabij Oosterwolde en Rolde, door middel van het SkyTem-systeem.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 bedoelde luchtvaartuig wordt van 27 januari 2017 tot en met 28 februari 2017 ontheffing verleend van het verbod, genoemd in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, om VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, maar niet boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 26, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Besluit luchtverkeer 2014, bedoelde luchtvaartgids met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

  • b. er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht; de minimale vlieghoogte is hierbij 100 tot 200 ft AMSL;

  • c. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1°. overlast voor derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2°. er niet wordt gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte over vogelreservaten, zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids;

    • 3°. vee niet wordt verstoord;

    • 4°. geluidsgevoelige objecten, zoals dierentuinen, ziekenhuizen, etc. worden vermeden;

    • 5°. in geval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • d. er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimum VFR-vlieghoogte gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht;

  • e. de gezagvoerder stelt zich van tevoren ter plaatse op de hoogte van de plaatselijke obstakelsituatie en plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • f. er worden geen passagiers vervoerd tijdens het vliegen met een last, anders dan benodigd voor het uitvoeren van de metingen;

  • g. deze ontheffing geldt voor een van de helikopters, genoemd in artikel 1, tegelijk;

  • h. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat ingeval van een noodlanding het risico voor inzittenden en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • i. één uur vóór aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de Operationele Helpdesk; tel.: +31 20-4062201; fax: +31 20-4063672; e-mail: ops_helpdesk@lvnl.nl; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden;

  • j. de vluchten die plaatsvinden binnen het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied van de luchthaven Groningen Airport Eelde kunnen alleen worden uitgevoerd indien er vóór aanvang van de vlucht per telefoon of R/T een klaring is verkregen van de plaatselijke luchtverkeersleider; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden; de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst is niet verantwoordelijk voor het vrij blijven van aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen;

  • k. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • l. vóór de aanvang van de vlucht worden ingelicht de meldkamer van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart (tel.: +31 20-5025693 of fax: +31 20-5025699 of e-mail dlvplvt@klpd.politie.nl) en ILT (e-mail: aviation-approvals@ilent.nl), waarbij de volgende gegevens worden verstrekt:

    • 1°. de naam (namen) van de gezagvoerder(s), de registratie en het model/type;

    • 2°. de route en de periode van de voorgenomen vlucht;

    • 3°. het nummer van deze beschikking;

  • m. vóór en ná de vlucht is de opdracht van de opdrachtgever ter inzage aanwezig zodat deze kan worden gecontroleerd door de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, of de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • n. de vluchten worden uitgevoerd volgens een patroon zoals aangegeven in de bijlage bij deze beschikking, zonder dat boven wegen en woningen wordt gevlogen.

Artikel 3

  • 1. De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerders bekend zijn met de inhoud van deze beschikking;

  • 2. Voorafgaand aan de vlucht zorgt KMN Koopmann ervoor dat er in de plaatselijke media aandacht besteed is aan de uit te voeren vlucht;

  • 3. Overtreding van de voorschriften van deze beschikking is een strafbaar feit;

  • 4. Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in artikel 2, kan dat aanleiding zijn deze beschikking in te trekken.

Artikel 4

De aanvrager voert bij de voorbereiding van de vlucht een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van een VFR-vlucht beneden de minimum VFR-vlieghoogte. Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en toegepast op een zodanige wijze dat de vlucht verantwoord kan worden uitgevoerd.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 27 januari 2017 en vervalt met ingang van 1 maart 2017, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze,DE INSPECTEUR ILT/LUCHTVAART, M. van Velzen Senior Inspecteur

Bezwaarmogelijkheid

Tegen dit besluit kunt u binnen een termijn van zes weken na dagtekening, ingaande de dag na verzending van deze brief, bezwaar indienen. Het bezwaar moet minimaal bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar;

  • uw handtekening.

Het bezwaar kan onder vermelding van ‘bezwaar’ en het kenmerk van deze brief gestuurd worden naar het volgende adres:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Is er sprake van onverwijlde spoed? Dan kunt u de rechtbank in het rechtsgebied van uw woonplaats verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.

Meer informatie over de voorlopige voorziening vindt u op www.rechtspraak.nl.

BIJLAGE

Genoemd in artikel 1 onderdeel n

TOELICHTING

Paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, geeft de minimumvlieghoogte voor VFR-verkeer. Op basis van artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 en paragraaf SERA.3105 kan ontheffing worden verleend van de voorgeschreven minimumvlieghoogten voor VFR-verkeer.

Door de Provincie Drenthe is aan KMN Koopmann helicopter GmbH opdracht gegeven om geofysische onderzoek te doen, in dit geval het in kaart brengen van de grondwaterstand nabij Oosterwolde en Rolde, door middel van het Skytem-systeem onder een helikopter. Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren, dient er met dit systeem op een hoogte van 100 tot 200 ft gevlogen te worden.

Omdat de vluchten kunnen opvallen bij omwonenden van de te onderzoeken locaties, moet de aanvrager voorafgaand aan de vluchten in de media bekendmaken wat zij gaat doen en waar men eventueel een klacht kan indienen.

Bij het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan deze ontheffing worden ingetrokken.

Naar boven