Besluit van de Minister van Economische Zaken van 12 april 2017, nr. WJZ / 17045166, tot instelling van de Raad van Arbiters Bodembeweging (Instellingsbesluit Arbiters Bodembeweging)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Arbiter Bodembeweging:

voorzitter of een ander lid van de Raad van Arbiters Bodembeweging;

b. gebouw:

een woning, gebouw van een klein bedrijf of een klein gebouw met een publieke functie;

c. minister:

de Minister van Economische Zaken;

d. Raad:

de Raad van Arbiters Bodembeweging.

e. uitvoeringsorganisatie:

een door NAM aangewezen organisatie die belast is met de afwikkeling van schademeldingen als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld.

Artikel 2

  • 1. Er is een Raad van Arbiters Bodembeweging.

  • 2. De Raad heeft tot taak het geven van adviezen naar aanleiding van geschillen over door een eigenaar van een gebouw bij de uitvoeringsorganisatie gemelde schade als gevolg van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld, inclusief het geven van een oordeel over de vraag of de schade door bodembeweging is ontstaan.

Artikel 3

  • 1. De Raad bestaat uit een Arbiter Bodembeweging, tevens voorzitter, en ten minste één andere Arbiter Bodembeweging.

  • 2. Een Arbiter Bodembeweging is een rechter of een voormalig rechter.

  • 3. Een Arbiter Bodembeweging wordt benoemd op grond van zijn deskundigheid op het gebied van het burgerlijk recht en is onafhankelijk en onpartijdig.

  • 4. De Arbiters Bodembeweging worden op voordracht van de Raad voor de Rechtspraak door de minister benoemd voor een termijn van maximaal twee jaar en zijn herbenoembaar.

  • 5. De Arbiters Bodembeweging kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de functie of wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen reden.

Artikel 4

De Raad kan zich laten bijstaan door deskundigen.

Artikel 5

  • 1. De Raad werkt volgens de wijze zoals vastgelegd in het Reglement Arbiters Bodembeweging.

  • 2. Wijziging van het reglement Arbiters Bodembeweging geschiedt na overleg met de Raad.

  • 3. De minister voorziet in het secretariaat van de Raad.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Raad geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de Raad bewaard in het archief van dat ministerie.

Artikel 6

  • 1. Aan de Arbiters Bodembeweging wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17, trede 10 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984.

  • 2. In een besluit tot benoeming van een Arbiter Bodembeweging wordt de arbeidsduurfactor voor de vergoeding vastgesteld.

Artikel 7

Het Instellingsbesluit Arbiters Aardbevingsschade wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 2017.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Arbiters Bodembeweging.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 12 april 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat de exploitant van een mijnbouwwerk schade door aardbevingen, die het gevolg is van de mijnbouwactiviteiten, moet vergoeden. Voor de schademeldingen als gevolg van de gaswinning in Groningen, heeft de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) de schadeafhandelingsprocedure op afstand geplaatst bij een uitvoeringsorganisatie. Deze uitvoeringsorganisatie is momenteel het Centrum Veilig Wonen (CVW). Op het moment dat er sprake is van complexe schadegevallen, neemt de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) de behandeling over. Het grootste percentage schadegevallen wordt in overleg tussen de eigenaar-bewoner en de uitvoeringsorganisatie opgelost, maar er kan een geschil ontstaan tussen de uitvoeringsorganisatie en de eigenaar-bewoner over de hoogte van het schadebedrag en oorzaak van de schade. Ook kan het bij complexe schade zo zijn dat de eigenaar-bewoner het niet eens is met het bemiddelingsvoorstel van de NCG. Deze geschillen belemmeren een snelle en bevredigende afhandeling. Dit is de aanleiding om een laagdrempelige vorm van geschillenbeslechting in te richten. De Arbiters Bodembeweging geven adviezen naar aanleiding van deze geschillen over door een eigenaar van een gebouw bij de Uitvoeringsorganisatie gemelde schade als gevolg van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld, inclusief het geven van een oordeel over de vraag of de schade door bodembeweging is ontstaan. NAM heeft toegezegd zich in beginsel te houden aan dit advies. De Raad van Arbiters Bodembeweging is een adviescommissie en werkt aan de hand van het reglement Arbiters Bodembeweging (‘het Reglement’) dat is opgesteld door het ministerie van Economische Zaken, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Nationaal Coördinator Groningen. De werkwijze van de Arbiters wordt periodiek geëvalueerd.

Het instellingsbesluit Arbiters Bodembeweging vervangt het instellingsbesluit Arbiters Aardbevingsschade. De wijzigingen in het instellingsbesluit komen voort uit de samenwerkingsafspraken die zijn gesloten tussen het ministerie van Economische Zaken, de Nationaal Coördinator Groningen en NAM (bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 248). Hierin is opgenomen dat indien meerdere partijen, primair de waterschappen, zich verbinden aan het oordeel van de Arbiters, de reikwijdte van het oordeel van de Arbiters wordt uitgebreid. Op 12 oktober 2016 hebben de Waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest zich aan het oordeel van de arbiters gebonden. De reikwijdte omvat na deze uitbreiding alle juridische aspecten van bodembeweging, waardoor de Arbiters overeenkomstig benoemd worden. Zowel de naam van de Raad als de taakomschrijving zijn dienovereenkomstig aangepast. In de taakomschrijving van de Arbiters is daarnaast het werkingsgebied aangepast van ‘schademeldingen uit de provincie Groningen’ naar ‘gemelde schade als gevolg van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld’. In de praktijk bleek dat meldingen als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld niet altijd binnen de provinciegrenzen vallen.

De Minister van Economische Zaken H.G.J. Kamp

Naar boven