Verkeersmaatregel Sluisdijk

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2017-09352

 

Gemeente Maastricht

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat een gedeelte van de Sluisdijk gelegen is buiten de bebouwde kom, en een maximum snelheid kent van 50 km/u vanaf de Ankerkade tot aan de Schutkolkweg;

dat deze snelheid is ingesteld in verband met het smalle profiel van de Sluisdijk en de fietsers en bromfietsers op de weg;

dat bij de reconstructie van de keerschutsluis Limmel een vrijliggend verplicht fiets/bromfietspad wordt aangelegd langs de Sluisdijk;

dat hierdoor de maximum snelheid op de Sluisdijk aangepast kan worden naar 60 km/u;

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en de weggebruikers en passagiers te beschermen;

dat plaatsing van de in dit besluit genoemde verkeerstekens geschiedt zoals weergegeven op bijgevoegde tekening;

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

BESLUIT

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Sluisdijk in hun besluit van 12 november 2007, SEB /Stedelijke Inrichting / 2007-37872;

  • 2.

    door het vervangen van de borden A1 van Bijlage I van het RVV 1990 de maximum snelheid op de Sluisdijk te verhogen van 50 km/u naar 60 km/u vanaf de aansluiting met de Ankerkade tot aan de Schutkolkweg;

  • 3.

    door het plaatsen van de borden B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden op het vrijliggende fiets/bromfietspad bij de aansluiting met de rotonde Ankerkade/Sluisdijk aan te geven dat de fietsers en bromfietsers voorrang moeten verlenen aan het verkeer op de rotonde en de Ankerkade;

  • 4.

    door het plaatsen van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden het vrijliggende pad langs de Sluisdijk aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad in twee richtingen;

  • 5.

    door het verwijderen van de onderbroken streep en het fietsvignet aan beide zijden van de Sluisdijk de fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 op te heffen in verband met het aanleggen van een vrijliggend fiets/bromfietspad;

  • 6.

    door het in stand houden van de borden A1 van Bijlage I van het RVV 1990 de maximum snelheid op de Sluisdijk in te stellen op 60 km/u voor het gedeelte gelegen buiten de bebouwde kom vanaf de Schutkolkweg in zuidelijke richting tot aan de bebouwde komgrens;

  • 7.

    door het in stand houden van de borden B1 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden de Sluisdijk aan te wijzen als voorrangsweg;

  • 8.

    door het in stand houden van de borden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 de haltes aan de Sluisdijk aan te wijzen als bushaltes.

Maastricht, 21 maart 2017

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie, voor deze, Teammanager Mobiliteit,

E. Westbroek

Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 6 april 2017 tot en met 18 mei 2017, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 6 april 2017.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via www.gemeentemaastricht.nl/bezwaar. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlage

 

Naar boven