Besluit van de Minister van Economische Zaken van 30 maart 2017, nr. WJZ/16041115, houdende regels inzake het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Infrastructuur en Milieu betreffende de artikelen 27 en 28 van de Wet windenergie op zee en wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015 (Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijkswaterstaat en inspecteur-generaal der mijnen Wet windenergie op zee)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Minister van Infrastructuur en Milieu en de directeur-generaal Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met de artikelen 27 en 28 van de Wet windenergie op zee.

  • 2. Aan de directeur-generaal Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt tevens mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 2

  • 1. De directeur-generaal Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu kan voor de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen. Hij kan daarbij bepalen dat de hoofdingenieur-directeur ondermandaat, volmacht en machtiging kan verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Economische Zaken.

  • 3. Een afschrift van een besluit inzake ondermandaat, volmacht en machtiging wordt gezonden aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Economische Zaken en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat, volmacht of machtiging is verleend.

Artikel 3

Het krachtens mandaat of volmacht ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5

Onder vervanging van de punt aan het einde van artikel 14, onderdeel f, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015 door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. de artikelen 27 en 28 van de Wet windenergie op zee.,

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijkswaterstaat en inspecteur-generaal der mijnen Wet windenergie op zee.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 maart 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

In dit besluit wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de directeur-generaal van Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu tot het opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 27 en het eisen van het stellen van zekerheid op grond van artikel 28 van de Wet windenergie op zee. Het mandaat blijft hiertoe beperkt en strekt zich bijvoorbeeld niet uit tot het wijzigen of intrekken van de vergunning. Tevens wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten die door of namens de directeur-generaal van Rijkswaterstaat in mandaat of ondermandaat zijn genomen. Ook dit mandaat is afgebakend en omvat niet het behandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen kavelbesluiten en vergunningen. Bovendien geldt op grond van artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat geen mandaat wordt verleend voor het beslissen op een bezwaarschrift aan de functionaris die in mandaat het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar is gericht.

Het Staatstoezicht op de mijnen is aangewezen als toezichthouder van de Wet windenergie op zee. Om dit toezicht zo effectief mogelijk uit te kunnen voeren wordt mandaat verleend aan de inspecteur-generaal der mijnen tot het opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 27 en het eventueel stellen van een zekerheid ter nakoming op grond van artikel 28, eerste lid van de Wet windenergie op zee. Staatstoezicht op de mijnen zal vooral van haar handhavingsbevoegdheden gebruik maken indien bij inspecties op zee direct ingrijpen nodig is (toepassen acute bestuursdwang). Rijkswaterstaat zal de afhandeling verzorgen van acute bestuursdwang op zee door Staatstoezicht op de mijnen, inclusief eventueel bezwaar en beroep. Hiertoe wordt Rijkswaterstaat geadviseerd door Staatstoezicht op de mijnen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven