Permanent verkeersbesluit draaien rijrichting Brugstraat Nederweert

Logo Nederweert

Besluit BW-17-01296 (A)

 

Burgemeester en wethouders van Nederweert;

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

bij besluit van burgemeester en wethouders van Nederweert, kenmerk ORS-48-9 van 24 november 2009 is besloten eenrichtingsverkeer met uitzondering van fietsers en bromfietsers in te stellen voor de Brugstraat waarbij inrijden is toegestaan vanaf de Kerkstraat/Geenestraat richting Brug 15;

 

de bereikbaarheid van het centrum van Nederweert door consumenten laag wordt gewaardeerd;

 

het vanuit Retail perspectief belangrijk is dat het centrum vanuit alle richtingen goed bereikbaar is;

 

het voor het functioneren van het centrum belangrijk is om de bereikbaarheid van het kernwinkelgebied, de omliggende parkeerplaatsen en de bronpunten (supermarkten) in of zoveel mogelijk nabij het kernwinkelgebied te verbeteren;

 

met een aantal maatregelen de bereikbaarheid van het centrum van Nederweert aanzienlijk verbeterd kan worden;

 

bij deze maatregelen een goede afweging is gemaakt tussen de thema's bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid;

 

belanghebbenden met enige regelmaat geconsulteerd zijn;

 

gezien het raadsvoorstelnummer 2016-44 van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 augustus 2016;

 

de gemeenteraad dit voorstel heeft behandeld in zijn vergadering van 27 september 2016 onder nummer RI-16-00177 onder agendapunt 13;

 

de gemeenteraad akkoord gaat, onder de voorwaarde dat de verkeersregelinstallatie (VRI) bij Brug 15 in de praktijk in de gewenste verkeerssituatie kan worden ingepast, voorgestelde verkeersstructuur binnen de kern van Nederweert aan te passen en de rijrichting in de Brugstraat om te draaien, waarbij het inrijden links- en rechtsaf vanaf de N266 en vanaf Brug 15 mogelijk moet zijn;

 

dat voor het wijzigen van de rijrichting de uniforme openbare voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht dient te worden gevolgd;

 

dat het betreffende weg in beheer is bij de gemeente Neder­weert;

 

dat de plannen 6 weken ter inzage lagen en dat iedereen zijn bemerkingen hiertegen kenbaar heeft kunnen maken;

 

dat de zienswijze en het standpunt van burgemeester en wethouders is opgenomen in het vastgestelde zienswijzeverslag Verkeersstructuur Kern Nederweert van 28 maart 2017;

 

dat de Politie Limburg-Noord, basiseenheid Weert-Nederweert om advies is gevraagd en kan instemmen met de hieronder genoemde verkeersmaatregel;

 

gelet op de bepalingen van de Wegenverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, zijnde:

dat de bevoegdheid om op gemeentelijke wegen verkeersbesluiten te kunnen nemen, is geregeld in de Wegenverkeerswet 1994 (art 18, lid 1d) en daarin opgedragen aan het college van Burgemeester en Wethouders;

dat op grond van artikel 15, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit genomen moet worden voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd; 

dat gezien het gestelde in artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer juncto artikel 2 Wegenverkeerswet kan worden opgemerkt dat met het nemen van de onderhavige maatregelen het volgende wordt nagestreefd: het verzekeren van de veiligheid op de weg; het zo veel mogelijk waarborgen van de vrijheid/doorstroming van het verkeer; het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade voor de omgeving;

dat de verkeersborden die een gebod, een verbod of een adviessnelheid betreffen zijn vastgesteld in bijlage I, behorende bij het RVV 1990, hoofdstukken A tot en met H (artikel 4 eerste lid BABW) en dat in het verkeersbesluit de aard en de omvang van de maatregelen wordt aangegeven (artikel 18 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer) (Stb.460, 1990);

BESLUITEN

door het plaatsen van borden volgens model C02 en C03 van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459, 1990);

in de Brugstraat in Nederweert het eenrichtingsverkeer te wijzigen/om te draaien, waarbij het inrijden links- en rechtsaf vanaf de N266 mogelijk moet zijn alsook het verkeer vanaf Brug 15, uitgezonderd fietsers en bromfietsers (onderbord OB54).

In de verkeersregelinstallatie (VRI) bij Brug 15 kan de nieuwe gewenste verkeerssituatie worden ingepast.

De maatregel is aangegeven op de bijgevoegde situatietekening.

 

Nederweert, 28 maart 2017

Burgemeester en wethouders van Nederweert,

De secretaris drs. J.C.T. Bakens

De burgemeester H.F.M. Evers

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Bijlage C

RECHTSTREEKS BEROEP op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Bijlage behorend bij besluit van burgemeester en wethouders/burgemeester

van de gemeente Nederweert d.d. 28 maart 2017

Verzonden/uitgereikt d.d. 6 april 2017

Ter inzage gelegd vanaf 7 april 2017

A. BEROEPSCHRIFT

Een belanghebbende kan tegen het genomen besluit rechtstreeks beroep instellen bij de rechtbank (8:1 Awb).

Er is in dit geval, gelet op de voor het genomen besluit gevolgde ‘uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure’, geen mogelijkheid om eerst bij burgemeester en wethouders/burgemeester bezwaar in te dienen (7:1 Awb).

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit alleen beroep worden ingesteld door een belanghebbende die destijds tijdig een zienswijze tegen het ontwerp - besluit bij burgemeester en wethouders/burgemeester heeft ingediend. Deze eis geldt niet wanneer een belanghebbende dat redelijkerwijs niet kan worden verweten (6:13 Awb). Dat zal moeten worden aangetoond.

U dient uw beroepschrift -zo mogelijk in tweevoud - te zenden aan: RECHTBANK LIMBURG, sector bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).Kijk op vermelde site voor de precieze voorwaarden.

Het beroepschrift is een brief waarin wordt uitgelegd waarom u het niet eens bent met het genomen besluit van burgemeester en wethouders/burgemeester. In deze brief kunt u schrijven wat naar uw mening de beslissing van de rechter zou moeten zijn. Bij het beroepschrift kan als dat mogelijk is een kopie van het besluit meegestuurd worden. Andere stukken - het liefst in tweevoud - kunnen ook meegestuurd worden. Het beroepschrift moet binnen zes weken (6:7 Awb) na de dag van ter inzage legging (6:8 lid 4 Awb) van het besluit worden verstuurd. De beroepstermijn begint met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd (6:8/3:44 Awb). De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, waaronder de aanvrager (3:41 Awb). Een beroepschrift is op tijd ingediend als het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift op tijd ingediend, indien het voor het einde van de termijn bij de post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen (6:9 Awb). Het is verstandig om het beroepschrift aangetekend te versturen. U kunt dan aantonen dat het op tijd is verzonden.

Het beroepschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten (6:5):a. naam en adres;b. dagtekening;c. omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;d. de gronden van het beroep.B. VOORLOPIGE VOORZIENING

Het indienen van een beroepschrift schorst NIET de werking van het besluit waartegen het is gericht, tenzij in een wettelijk voorschrift anders is bepaald (6:16).

Indien beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg op verzoek een voorlopige voorziening - waaronder schorsing - treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het moet gelijktijdig met het beroep of afzonderlijk daarna worden gevraagd.C. GRIFFIERECHT

Als u beroep instelt of voorlopige voorziening vraagt moet u griffierecht betalen. De hoogte daarvan bedraagt vanaf 1 januari 2017 voor zaken betreffende een uitkering of huursubsidie: € 46,00 (natuurlijke persoon) of € 334,00 (rechtspersoon), bij alle andere bestuursrechtelijke zaken: € 168,00 (natuurlijke persoon) of € 333,00 (rechtspersoon).

 

Naar boven