Vrijstelling voortdurend toezicht op stilliggende binnentankschepen in de havens van Rotterdam

De havenmeester van Rotterdam,

overwegende dat:

  • het op grond van het Binnenvaartpolitiereglement verplicht is om bij schepen met bepaalde stoffen voortdurend een ter zake kundige wachtsman aan boord te hebben;

  • de bevoegde autoriteit van de verplichting vrijstelling kan verlenen voor stilliggende schepen in de haven;

  • vrijstelling door de bevoegde autoriteit wordt verleend voor bepaalde binnentankschepen vanwege hun soort lading en de wijze van afmeren;

gelet op:

  • artikel 1 van de Aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement Rotterdam 2010;

  • artikel 7.08, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

besluit vast te stellen:

Vrijstelling voortdurend toezicht op stilliggende binnentankschepen in de havens van Rotterdam

Artikel 1.

Vrijstelling wordt verleend aan een stilliggend schip, dat is geladen met de stoffen bedoeld in het ADN voorschrift 7.2.5.0.2 of dat na het vervoer van dergelijke stoffen nog niet is ontdaan van gassen die gevaar op kunnen leveren, voor het gesteld te moeten zijn onder een zich voortdurend aan boord bevindende ter zake kundige wachtsman als genoemd in artikel 7.08, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement voor schepen, niet zeegaande schepen,:

  • a. met een maximaal laadvermogen tot 700 ton;

  • b. waarvan de lading bestaat uit brandstofolie, smeerolie of afvalstoffen waarvan het vlampunt niet lager is dan 55°C of waarvan de tanks leeg van deze stoffen zijn;

  • c. waarvan de lading niet wordt gelost of geladen; en

  • d. waarvan de tanks niet worden schoongemaakt.

Artikel 2.

Aan deze vrijstelling zijn de volgende beperkingen en voorschriften verbonden:

  • a. de contactgegevens, alsmede veranderingen hierin, van de exploitant of de schipper en van de ter zake kundige wachtsman, worden aan het Haven Coördinatie Centrum van de divisie Havenmeester doorgegeven alvorens van de vrijstelling gebruik wordt gemaakt;

  • b. een ter zake kundige wachtsman dient binnen dertig minuten aan boord van het schip aanwezig te kunnen zijn;

  • c. minimaal eenmaal in de 24 uur vindt fysiek- dan wel cameratoezicht aan boord van het schip plaats; en

  • d. het schip wordt deugdelijk afgemeerd, zodanig dat:

    • 1. onbevoegden geen toegang hebben of kunnen hebben tot het schip en of de lading, en

    • 2. de toegang tot het schip vanaf een openbare weg niet mogelijk is.

Artikel 3

De ‘vrijstelling voortdurend toezicht op stilliggende binnentankschepen in de havens van Rotterdam’ gepubliceerd op 31 maart 2014 (Stcrt, jaargang 2014, nr. 8375) wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 4

Deze vrijstelling treedt in werking de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant.

Rotterdam, 28 maart 2017

R.J. de Vries. DE HAVENMEESTER VAN ROTTERDAM Tevens Rijkshavenmeester regio Rotterdam – Rijnmond

Bezwaar bij de havenmeester van Rotterdam

Belanghebbenden, waartoe u in elk geval kunt worden gerekend, kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de datum van verzending ervan een bezwaarschrift indienen bij de havenmeester van Rotterdam. Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en bevat tenminste de gronden van het bezwaar;

de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt. Het is wenselijk tevens een kopie van dit besluit mee te zenden. Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:

De havenmeester van Rotterdam

Divisie Havenmeester

t.a.v. de bezwaarcommissie

World Port Center

Postadres: Postbus 6622, 3002 AP Rotterdam

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij de havenmeester heeft ingediend, een verzoek om een voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij: Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te Rotterdam.

Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

Naar boven