Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2017, 18874 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2017, 18874 | Overig |
Datum: 19 december 2013
Kenmerk: 2013-0000770113
In het verzoek van 23 augustus 2013, 2013-0000505105, heeft het bestuur van de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.
Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
In dit besluit wordt verstaan onder:
het bestuur van de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer;
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de codering die het Waarborgfonds Motorverkeer aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in Artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in Artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;
een wijziging van de Categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;
het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
een benadeelde als bedoeld in artikel 1 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan het Waarborgfonds Motorverkeer eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.
2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage I op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt het Waarborgfonds Motorverkeer deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.
3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.
4. De verstrekking aan het Waarborgfonds Motorverkeer naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.
1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van het Waarborgfonds Motorverkeer bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. Het Waarborgfonds Motorverkeer verzoekt slechts om de opneming, indien de ingeschrevene een persoon is ten aanzien van wie het Waarborgfonds Motorverkeer een recht van verhaal heeft als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
2. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.
De afnemersindicatie wordt op verzoek van het Waarborgfonds Motorverkeer verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene.
Het Waarborgfonds Motorverkeer verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien het Waarborgfonds Motorverkeer ten aanzien van de ingeschrevene geen recht van verhaal heeft of meer heeft als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
1. Aan het Waarborgfonds Motorverkeer wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.
2. Het Waarborgfonds Motorverkeer verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien de ingeschrevene:
a. een persoon is ten aanzien van wie het Waarborgfonds Motorverkeer een recht van verhaal heeft als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
b. een benadeelde is, die een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend bij het Waarborgfonds Motorverkeer op grond van artikel 25, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, of
c. een persoon is van wie gegevens noodzakelijk zijn in verband met het onder b. bedoelde verzoek om schadevergoeding.
3. Aan het Waarborgfonds Motorverkeer worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het Waarborgfonds Motorverkeer bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.
1. Aan het Waarborgfonds Motorverkeer wordt op zijn verzoek een gegeven als opgenomen in bijlage III bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:
a. een in het verzoek aangegeven adres, of
b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.
2. Het Waarborgfonds Motorverkeer verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage III bij dit besluit, indien het ten aanzien van een van de op het adres ingeschreven personen een recht van verhaal heeft als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
3. Aan het Waarborgfonds Motorverkeer worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan het Waarborgfonds Motorverkeer in zijn verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage II bij dit besluit.
1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan het Waarborgfonds Motorverkeer dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.
2. Indien een verstrekking aan het Waarborgfonds Motorverkeer op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.
3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan het Waarborgfonds Motorverkeer een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan het Waarborgfonds Motorverkeer die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.
4. Indien aan het Waarborgfonds Motorverkeer gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan het Waarborgfonds Motorverkeer, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:
a. A-nummer persoon;
b. omschrijving reden opschorting bijhouding;
c. datum opschorting bijhouding.
Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan het Waarborgfonds Motorverkeer op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan het Waarborgfonds Motorverkeer met het Agentschap BPR overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen het Agentschap BPR en het Waarborgfonds Motorverkeer wordt schriftelijk vastgelegd.
Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met het Agentschap BPR kan het Waarborgfonds Motorverkeer gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 [en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.
1. Het Waarborgfonds Motorverkeer verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:
a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het Waarborgfonds Motorverkeer;
b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het Waarborgfonds Motorverkeer;
c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het Waarborgfonds Motorverkeer.
Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2011, BPR2010/53130, wordt ingetrokken.
Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 19 december 2013
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
08.14.20 |
Datum vestiging in Nederland |
Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.02.10 |
Voornamen ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam ouder1 |
02.03.10 |
Geboortedatum ouder1 |
02.03.20 |
Geboorteplaats ouder1 |
02.03.30 |
Geboorteland ouder1 |
02.62.10 |
Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.02.10 |
Voornamen ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam ouder2 |
03.03.10 |
Geboortedatum ouder2 |
03.03.20 |
Geboorteplaats ouder2 |
03.03.30 |
Geboorteland ouder2 |
03.62.10 |
Datum ingang familierechtelijke betrekking ouder2 |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.10 |
Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.10 |
Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.20 |
Geboorteplaats echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.30 |
Geboorteland echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.06.20 |
Plaats huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
05.15.10 |
Soort verbintenis |
55 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
55.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
55.02.10 |
Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner |
55.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
55.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
55.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
55.06.20 |
Plaats huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
08.14.20 |
Datum vestiging in Nederland |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
11.33.10 |
Indicatie curatelenregister |
11.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding |
61 |
GEZAGSVERHOUDING |
61.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
61.33.10 |
Indicatie curatelenregister |
61.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding |
Bijlage bij artikel 6 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam Openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.
De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.
Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.
De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.
In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres het betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.
Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.
Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met Agentschap BPR.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het bestuur van de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (in deze toelichting genoemd: het Waarborgfonds Motorverkeer).
Het Waarborgfonds Motorverkeer is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.
In het geval dat een persoon materiële of letselschade oploopt, veroorzaakt door o.a. een motorrijtuig van een onbekende of van een onverzekerde persoon, kan een beroep worden gedaan op schadevergoeding door het Waarborgfonds Motorverkeer. De benadeelde moet hiervoor een schriftelijk verzoek om schadevergoeding indienen bij het Waarborgfonds Motorverkeer. Benadeelden zijn onder meer voetgangers, fietsers en bestuurders van motorrijtuigen. Na onderzoek door het Waarborgfonds wordt aan de benadeelde bekendgemaakt of hij voor schadevergoeding in aanmerking komt. Na vergoeding van de schade aan de benadeelde zal het Waarborgfonds een of meer personen aansprakelijk stellen op grond van artikel 27 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Personen die aansprakelijk gesteld kunnen worden zijn onder meer bestuurders, bezitters en kentekenhouders van motorrijtuigen. Voor de vaststelling van aansprakelijkheid worden onder meer getuigen en processen-verbaal gebruikt. Voor de uitoefening van het verhaalsrecht op grond van artikel 27 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zal het merendeel van deze personen door het Waarborgfonds gedagvaard worden. In veel gevallen maakt het Waarborgfonds gebruik van een dagvaardingsformulier.
De wettelijke grondslag van genoemde taken van het Waarborgfonds Motorverkeer vormen de artikelen 25 en 27 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Het Waarborgfonds Motorverkeer krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan het Waarborgfonds Motorverkeer vindt plaats door middel van spontane verstrekking, gegevensverstrekking op verzoek en de verstrekking van adresgegevens op verzoek. Tot de doelgroep van het Waarborgfonds Motorverkeer behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
Het Waarborgfonds Motorverkeer krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage I.
De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek.
Het Waarborgfonds Motorverkeer kan afnemersindicaties plaatsen bij persoonslijsten van ingeschrevenen die aansprakelijk zijn voor een schade en ten aanzien van wie het Waarborgfonds Motorverkeer een recht van verhaal heeft.
In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van het Waarborgfonds Motorverkeer.
Dit doet zich voor zodra de vordering die het Waarborgfonds Motorverkeer op de aansprakelijke persoon heeft, volledig is betaald. Na twintig jaar verjaart genoemde vordering. Zowel in geval van betaling als in het geval van verjaring moet de indicatie worden verwijderd. Dit betekent dat het Waarborgfonds Motorverkeer de eerder geplaatste afnemersindicatie dient te verwijderen.
Het Waarborgfonds Motorverkeer mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. Het Waarborgfonds Motorverkeer mag gegevens opvragen over ingeschrevenen die aansprakelijk zijn voor een schade en ten aanzien van wie het Waarborgfonds Motorverkeer een recht van verhaal heeft. Daarnaast mogen de gegevens in bijlage II bevraagd worden over benadeelden die een verzoek om schadevergoeding hebben ingediend. Het Waarborgfonds Motorverkeer gebruikt deze gegevens ter verifiëring van de ingevulde gegevens op het schadevergoedingsformulier.
Ten behoeve van de afhandeling van het verzoek om schadevergoeding mogen ook vragen gesteld worden over andere benadeelden en getuigen, die betrokken zijn geweest bij het ongeval.
Het Waarborgfonds Motorverkeer kan tevens gegevens verstrekt krijgen van personen die op hetzelfde adres in Nederland ingeschreven zijn als een in het verzoek aangeduide persoon of die op een door het Waarborgfonds Motorverkeer opgegeven adres in Nederland ingeschreven zijn. Het Waarborgfonds Motorverkeer verzoekt slechts om gegevens die zijn aangegeven in bijlage III, indien een van de personen die op dat adres is ingeschreven, voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in artikel 6. Het gaat hierbij om bestuurders en bezitters van motorrijtuigen en die het Waarborgfonds Motorverkeer aansprakelijk wil stellen.
In bijlage I zijn onder meer gegevens opgenomen over de verblijfplaats van de ingeschrevene. De verstrekking van deze gegevens is noodzakelijk in verband met het uitoefenen van het recht van verhaal door het Waarborgfonds Motorverkeer op aansprakelijke personen. Daarvoor moeten deze personen regelmatig op het juiste adres worden aangeschreven om verjaring van de vordering te voorkomen. Het verhaalsrecht strekt zich ook uit tot het buitenland, waardoor de niet-ingezetenen bij de uitvoering van bovengenoemde taken van het Waarborgfonds Motorverkeer tot de doelgroep behoren. Daarom worden ook de actuele gegevens buitenland (08.13.10 t/m 08.13.50) verstrekt.
Ouder1 en Ouder2-gegevens worden verstrekt, omdat de ouders van een aansprakelijke minderjarige financieel aansprakelijk worden gesteld voor door de minderjarige veroorzaakte schade. Gegevens over gezagsverhouding zijn daarbij noodzakelijk, omdat bij een aansprakelijke minderjarige of een onder curatele gestelde persoon contact moet worden opgenomen met een voogd of curator.
Huwelijksgegevens worden verstrekt omdat een echtgenoot/geregistreerd partner van een aansprakelijke persoon zelf ook civielrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden. Het Waarborgfonds Motorverkeer heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap tevens nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.
Het Waarborgfonds Motorverkeer heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het Waarborgfonds Motorverkeer aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
De gegevensset die het Waarborgfonds Motorverkeer op verzoek kan vragen is ruimer dan de spontane set. De reden hiervoor is dat het Waarborgfonds Motorverkeer op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het Waarborgfonds Motorverkeer tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het Waarborgfonds Motorverkeer om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het Waarborgfonds Motorverkeer.
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 27 oktober 2011, BPR2010/53130, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen en van een uitbreiding van de gegevensset. De gegevensset is uitgebreid met de volgende gegevens: 08.13.30 Regel 1 adres buitenland, 08.13.40 Regel 2 adres buitenland en 08.13.50 Regel 3 adres buitenland.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-18874.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.