City Deal Kennis Maken

Ondergetekenden:

  • 1. het Netwerk Kennissteden Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester van Leiden, H.J.J. Lenferink;

  • 2. de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap M. Bussemaker (hierna: minister van OCW) en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties R.H.A. Plasterk (hierna: minister van BZK), ieder handelend in zijn/haar hoedanigheid van bestuursorgaan, en gezamenlijk aangeduid als: de Rijksoverheid;

  • 3. de VSNU, vereniging van universiteiten, te dezen vertegenwoordigd door haar voorzitter, K.L.L.M. Dittrich;

  • 4. de Vereniging Hogescholen, te dezen vertegenwoordigd door haar vice-voorzitter, G.M.C. de Ranitz;

  • 5. Kences, in dezen vertegenwoordigd door haar vice-voorzitter, S.M.E. Deenen;

  • 6. de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten:

    • Delft, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder financiën, jeugdzorg, onderwijs en dienstverlening, A.H. Hekker;

    • Enschede, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester, G.O. van Veldhuizen;

    • Groningen, te dezen vertegenwoordigd door de concerndirecteur en lid van het Groninger Managementteam, S.W.T. Gerritsen;

    • Leiden, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester, H.J.J. Lenferink;

    • Maastricht, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester, J.M. Penn-te Strake;

    • Nijmegen, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder wijken, openbare ruimte, onderwijs, vroegtijdig schoolverlaten, sport en accommodaties, R.D. Helmer-Englebert;

    • Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester, A. Aboutaleb;

    • Tilburg, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder van onderwijs, jeugd, emancipatie, cultuur en personeel en organisatie, M.T.M. Hendrickx; en

    • Wageningen, te dezen vertegenwoordigd door de wethouder participatie, economie, financiën en openbare werken, D.M. Gudden;

    allen handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna: kennissteden;

  • 7. Erasmus Universiteit Rotterdam, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het college van bestuur, K.F.B. Baele;

  • 8. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het college van bestuur, C.P. Boele;

  • 9. Radboud Universiteit, te dezen vertegenwoordigd door de rector magnificus, J.H.J.M. Krieken;

  • 10. Rijksuniversiteit Groningen, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het college van bestuur, S. Poppema;

  • 11. Saxion, te dezen vertegenwoordigd door het lid van het college van bestuur, H.G.M. van Oldeniel;

  • 12. Tilburg University, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het college van bestuur, K.M. Becking;

  • 13. Universiteit Twente, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het college van bestuur, V. van der Chijs

Hierna allen tezamen genoemd Partijen;

Overwegen

Algemene context Agenda Stad

  • a. De Rijksoverheid werkt met behulp van de zogeheten “City Deals” samen met steden en stedelijke netwerken aan het tot stand komen van de Agenda Stad, die de groei, innovatie en leefbaarheid van steden in samenhang moet versterken, met deelname van kennisinstellingen en bedrijfsleven, om daarmee het concurrentievermogen en groeipotentieel van het Nederlandse stedennetwerk te vergroten.

  • b. City Deals onderscheiden zich in het feit dat ze 1) een aansprekende ambitie formuleren ten aanzien van een of meerdere grote maatschappelijke opgaven, 2) agglomeratiekracht organiseren (massa/schaalvoordeel door het samenwerken tussen en/of binnen stedelijke regio’s); 3) betrokkenheid kennen van uiteenlopende publieke en private partijen (waaronder het Rijk); 4) innovatief en gericht zijn op doorbraken, door bijvoorbeeld bestaande systemen anders vorm te geven, en 5) (inter)nationaal aansprekend en breed inzetbaar zijn.

  • c. De Agenda Stad heeft via het Pact van Amsterdam (2016) een internationale context gekregen: The Urban Agenda for the EU will contribute to enhancing the knowledge base on urban issues and exchange of best practices and knowledge. Reliable data is important for portraying the diversity of structures and tasks of Urban Authorities, for evidence-based urban policy making, as well as for providing tailor-made solutions to major challenges.

  • d. In het position paper ‘Kracht van Kennis, position paper voor Agenda Stad’ heeft het Netwerk Kennissteden Nederland haar missie in het kader van Agenda Stad beschreven. Het netwerk beschrijft hoe zij een bijdrage wil leveren aan de innovatiekracht van de steden door een symbiose van stad en kennis, waarbij gezamenlijk proeftuinen, science parks en warm welcome-voorzieningen worden ontwikkeld. Dit sluit aan bij het belang dat de European Urban Agenda hecht aan evidence-based urban policy.

Context City Deal Kennis Maken

  • a. In grote steden worden oplossingen bedacht voor grote maatschappelijke opgaven zoals zorg, armoede, sociale inclusie, migratie, energietransitie, gezondheid, digitalisering of tweedeling op de arbeidsmarkt en ook voor economische opgaven zoals het creëren van een vestigingsklimaat en van werkgelegenheid. Tegelijkertijd zijn grote steden broedplaatsen voor nieuwe ideeën en concepten, nieuwe vormen van sociale, culturele en economische bedrijvigheid. Voor zowel het oplossen van maatschappelijke problemen als het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid is kenniscirculatie onontbeerlijk. De steden in het Netwerk Kennissteden Nederland hebben een unieke uitgangspositie voor kenniscirculatie omdat zij zowel universiteiten als hogescholen en ROC’s in hun stad hebben. Deze steden onderscheiden zich van andere steden door een relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Grote aantallen studenten, docenten en onderzoekers, ook uit het buitenland, dragen bij aan de stedelijke dynamiek.

  • b. Op tal van plekken zijn er triple en quadruple helix samenwerkingsverbanden1 (aan het) ontstaan waarbij onderzoekers, docenten en studenten van universiteiten en hogescholen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen in de grote stad. Voorbeelden zijn de Kenniswerkplaatsen in Rotterdam, de veldlaboratoria in Amsterdam en de Academie van de Stad.

  • c. Tegelijkertijd is het evident dat deze initiatieven slechts een relatief klein deel van de studenten, docenten en onderzoekers betreffen. Een City Deal kan een duurzame relatie in de quadruple helix bewerkstelligen waardoor een beweging op gang komt waarbij veel meer studenten, docenten en onderzoekers dan nu betrokken worden bij het oplossen van grootstedelijke vraagstukken.

  • d. Voor de innovatiekracht van de stad is het van belang een sterkere verbondenheid met de kennisinstellingen te hebben, en onderzoekers, docenten en studenten te betrekken bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Niet alleen bezien vanuit het versterken van het oplossend vermogen van de stad, maar ook omdat dit bijdraagt aan het opleiden van studenten van de toekomst die daardoor beter begrip hebben van maatschappelijke thema’s en mede de maatschappij vormen. Het benutten van de samenleving als rijke leeromgeving voor studenten is dan ook een van de belangrijke thema’s uit de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015-2025 ‘De waarde(n) van kennis’, waarin de ambities van het ministerie van OCW voor het hoger onderwijs in Nederland zijn beschreven.

    Uitgangspunt is dat in die rijke leeromgeving altijd onderwijs, onderzoek en praktijk met elkaar verbonden worden. Beeld daarbij is dat studenten samen met onderzoekers en praktijk (bedrijven, overheid, maatschappelijke instellingen, burgerinitiatieven etc.) de relevante onderzoeksvragen formuleren, nader onderzoek doen naar de stedelijke problemen en onderzoeken of de veronderstelde oplossingsrichtingen werken. Dit kan in verschillende vormen zoals community service, kenniswerkplaatsen, stadlaboratoria, studentenhuisvesting in de leeromgeving zelf (bv studenten huisvesten tussen statushouders) en dergelijke. Daarbij kan samengewerkt worden in multidisciplinaire en multilevel (meerdere onderwijssoorten, zoals mbo, hbo en wo) teams en in triple en quadruple helix verband.

  • e. Voor deze City Deal zijn voornamelijk de betrokkenheid van studenten, onderzoekers en docenten bij stedelijke opgaven in rijke leeromgevingen relevant. Deze City Deal gaat uitdrukkelijk niet over campusontwikkeling.

Komen overeen

Doel

De inzet van Partijen is om met de City Deal Kennis Maken een versnelling tot stand te brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten hierbij grootschalig te betrekken. Partijen beschouwen dit enerzijds als een vorm van het benutten van kennis en anderzijds als het aanbieden van de stad als leeromgeving voor studenten. Talentontwikkeling en ondernemerschap én het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid staan daarbij voorop.

Ontwikkelopgaven 2017–2021 en inzet van Partijen

Om het beoogde resultaat versneld te bereiken, spreken Partijen af om de volgende resultaten te behalen voor het einde van 2021:

  • 1. Samenwerken van stadsbestuurders en bestuurders van universiteiten en hogescholen op grootstedelijke thema’s

    • De kennissteden zetten een (duurzaam) samenwerkingsverband tussen stadsbestuurders en bestuurders van universiteiten en hogescholen op.

    • De kennissteden nodigen andere steden uit hun voorbeeld te volgen.

    • Het Netwerk Kennissteden Nederland bespreekt de ambitie van samenwerkingsverbanden met haar leden met als doel dat meer steden zich bij deze City Deal aansluiten.

    • De kennissteden stellen elk in 2017 een strategische agenda op waarin zij de grootstedelijke thema’s uitwerken die als eerste aangepakt worden. Deze sluiten bij voorkeur aan bij de thema’s uit het position paper van het Netwerk Kennissteden Nederland of de thema’s uit de EU Urban Agenda (Pact van Amsterdam) en hebben zo min mogelijk overlap met andere city deals.

    • De kennissteden wijzen in 2017 voor ieder thema een trekker aan.

    • De kennissteden

      • o maken een start met de discussie over hoe meer studenten, onderzoekers en docenten bij grootstedelijke thema’s te betrekken, en

      • o werken daarbij de meerwaarde uit voor elk van de partijen: wat levert het de stad op aan kennis en oplossingen, wat levert het de onderzoekers, docenten en studenten op in leer- en werkomgeving, studiepunten, stages en traineeplaatsen in de stad.

    • De kennissteden zorgen ervoor dat de samenwerkingsverbanden in 2019, uiterlijk 2020, concreet vorm hebben gekregen en functioneren.

    • Zowel het stadsbestuur van de kennissteden als de betrokken universiteiten en hogescholen stellen deskundige capaciteit beschikbaar.

    • Het Netwerk Kennissteden Nederland en de ministers van BZK en OCW overwegen elk € 30.000 ter beschikking te stellen om samenwerking tussen stad en kennisinstellingen tot stand te brengen.

    • De minister van BZK fungeert als aanspreekpunt voor het betrekken van andere ministeries waar opportuun en legt waar mogelijk verbindingen met de dossiers en overleggen bij de EU Urban Agenda. De minister van BZK organiseert met Partijen een Agenda Stadtafel over deze City Deal.

    • De minister van OCW fungeert als aanspreekpunt voor het meedenken over hoe om te gaan met belemmeringen en kansen bij het creëren van een rijke leeromgeving waarbij meer studenten, onderzoekers en docenten zijn betrokken. Zij zet waar mogelijk hun netwerk in. De minister van OCW steunt ook door onderzoeksprojecten uit te zetten. Daarbij is te denken aan onderzoek naar het effect op de inrichting van het onderwijs (bijvoorbeeld: gaat het om een fundamenteel ander curriculum onderwijs breed, of meer beperkt om een specifiek onderwijsconcept of meer om een omgeving voor een reeds bestaand curriculum?) en onderzoek naar koersbepalende elementen voor het slagen van (stedelijke) rijke leeromgevingen.

    • De VSNU en de Vereniging Hogescholen bespreken met de universiteiten resp. hogescholen de ambitie van het betrekken van meer studenten, onderzoekers en docenten bij het oplossen van grootstedelijke vraagstukken en het daarbij creëren van een rijke leeromgeving.

    • Kences levert kennis, tijd en menskracht. Hiermee draagt Kences bij aan het zoeken naar huisvestingsvormen die een rijke leeromgeving bieden (bijvoorbeeld: het combineren van lagere huren met het verrichten van maatschappelijke taken) en het zoeken naar voldoende en betaalbare huisvesting voor internationale studenten.

  • 2. Verankeren succesformules, uitwisselen en monitoren voortgang

    • Deze City Deal moet uitgroeien van een ambitiedocument naar een bewezen en zichtbaar succesvolle werkwijze. Partijen streven er naar zoveel mogelijk voort te bouwen op succesvolle praktijken bij samenwerkingspartners. Ervaringen moeten uitgewisseld worden en de voortgang van deze City Deal moet bewaakt worden.

    • De minister van BZK communiceert over de resultaten (strategische agenda’s, onderzoeken, bijeenkomsten, nieuwe partijen) van deze City Deal via de kanalen van Agenda Stad (website, social media etc.).

    • De VSNU en de Vereniging Hogescholen communiceren via hun website eveneens over de resultaten van deze City Deal.

    • Via deze City Deal worden de succesformules van de rijke leeromgevingen zichtbaar gemaakt. De minister van OCW laat een inventarisatie maken van initiatieven bij de kennissteden waarbij gewerkt wordt met ‘de samenleving als leeromgeving’ en de opbrengsten van het werken met zo’n leeromgeving.

    • Kennissteden organiseren bijeenkomsten in het kader van deze City Deal. Op een bijeenkomst laat het samenwerkingsverband van de kennisstad zien waar al gewerkt wordt met ‘de samenleving als leeromgeving’ en wat de opbrengsten zijn van het werken met zo’n leeromgeving. Nijmegen start hiermee.

Slotbepalingen

Inwerkingtreding en looptijd

Deze City Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2021.

Toetreding

Een stadsbestuur kan aanhaken door een schriftelijk verzoek bij het Netwerk Kennissteden Nederland. Zodra de Partijen schriftelijk hebben ingestemd, ontvangt de toetredende partij de status van partij van de City Deal, gelden de afspraken voor de City Deal met dien verstande dat het jaar 2017 vervangen mag worden door 2018 en dat het samenwerkingsverband ook gericht mag zijn op het stadsbestuur en een of meerdere bestuurders van alleen universiteiten of alleen hogescholen. Het verzoek tot toetreding en de verklaring van instemming wordt als bijlage aan deze City Deal gehecht en maakt er integraal onderdeel van uit.

Evaluatie en terugtreding
  • Partijen evalueren in 2018 de voortgang van deze City Deal en blikken daarbij ook vooruit. De minister van OCW neemt het initiatief tot de evaluatie. Het evaluatiemoment is tevens het moment waarop partijen kunnen terugtreden.

  • Partijen komen overeen dat de afspraken in deze City Deal niet in rechte afdwingbaar zijn.

  • Openbaarheid

Deze City Deal wordt samen met andere reeds afgesloten City Deals openbaar gemaakt, zodat kennis kan worden genomen van de gesloten City Deals. De minister van BZK rapporteert over de Agenda Stad, alsmede de hieruit voorvloeiende City Deals naar de Tweede Kamer.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Wageningen, 16 maart 2017

H.J.J. Lenferink

M. Bussemaker

R.H.A. Plasterk

K.L.L.M. Dittrich

G.M.C. de Ranitz

S.M.E. Deenen

Delft

A.H. Hekker

Enschede

V. van der Chijs

H.G.M. van Oldeniel

G.O. van Veldhuizen

Groningen

S.W.T. Gerritsen

S.Poppema

Leiden

H.J.J. Lenferink

Maastricht

J.M. Penn-te Strake

Nijmegen

C.P. Boele

R.D. Helmer-Englebert

J.H.J.M. Krieken

Rotterdam

A. Aboutaleb

K.F.B. Baele

Tilburg

M.T.M. Hendrickx

K.M. Becking

Wageningen

D.M. Gudden


X Noot
1

Triple helix: samenwerkingen tussen 3 partijen, te weten overheid, onderwijs en bedrijfsleven met als doel op een bepaald terrein nieuwe stappen te zetten. Quadruple helix: in de samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven wordt ook de klant, bv de burger, betrokken.

Naar boven