Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 maart 2017, nr. 2017-0000053041, tot wijziging van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 in verband met wijziging van het BuWav en enkele andere aanpassingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage I van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het einde van paragraaf 7d wordt de volgende tekst ingevoegd:

Bij een positief advies over de toelating tot de arbeidsmarkt adviseert het UWV over de begindatum van de tewerkstelling met terugwerkende kracht aansluitend op de eerder afgegeven gecombineerde vergunning, dan wel met terugwerkende kracht tot de dag waarop de aanvraag compleet is en waarop is aangetoond dat de vreemdeling aan alle voorwaarden voldoet, wanneer de verlengingsaanvraag tijdig bij de IND is ingediend, dan wel, indien deze later is ontvangen, indien de termijnoverschrijding de vreemdeling niet kan worden toegerekend.

B

Paragraaf 14 komt te luiden:

14. Minimumloon

In artikel 8, eerste lid, aanhef, onder f, van de Wav is bepaald dat een tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning wordt geweigerd als de vreemdeling met de desbetreffende arbeid minder verdient dan het wettelijk minimummaandloon. Bij deeltijdarbeid en werk voor kortere perioden dan een maand kunnen de volgende situaties worden onderscheiden:

  • a. aanvragen voor een vergunning voor deeltijdarbeid komen slechts voor inwilliging in aanmerking als de totale beloning ten minste het wettelijk minimummaandloon bedraagt voor een voltijds baan;

  • b. aanvragen voor een vergunning voor kortere perioden dan een maand, ongeacht het aantal uren dat arbeid wordt verricht, komen uitsluitend voor inwilliging in aanmerking als de beloning ten minste het wettelijk minimumloon bedraagt naar rato van het aantal gewerkte dagen. Uitzonderingen op de regel dat het minimumloon moet worden uitbetaald zijn uitsluitend mogelijk als dit op grond van artikel 8, tweede lid en derde lid, onder b en c, van de Wav is toegestaan;

  • c. in afwijking van onderdeel a komen aanvragen voor deeltijdarbeid voor inwilliging in aanmerking als de beloning ten minste het wettelijk minimumloon bedraagt naar rato van het aantal gewerkte uren, en:

    • 1°. de vreemdeling beschikt over een verblijfsvergunning, verleend onder de beperking verband houdende met verblijf als familie- of gezinslid, waarbij als voorwaarde geldt dat de persoon bij wie de vreemdeling wil verblijven zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan;

    • 2°. de vreemdeling beschikt over een andere verblijfsvergunning op grond waarvan reeds is vastgesteld dat de vreemdeling voldoet aan de voorwaarde dat hij zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan; of

    • 3°. de vreemdeling is woonachtig in een andere lidstaat van de EU, de EER, of Zwitsersland, en is in het bezit van een verblijfsvergunning in het land waar hij feitelijk woonachtig is.

C

Paragraaf 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: 24. Overplaatsing van personeel.

2. Na de tweede alinea wordt een alinea ingevoegd, luidende:

Wanneer vreemdelingen onder de reikwijdte van de ICT-richtlijn vallen, kan er geen gebruik gemaakt worden van de regeling voor internationale handel, diensten en samenwerking uit artikel 1k van het BuWav. Wanneer er sprake is van arbeid die buiten de reikwijdte van de ICT-richtlijn valt, maar wel sprake van overplaatsing binnen een onderneming, kan door de werkgever een keuze gemaakt worden voor de regeling uit deze paragraaf of de regeling uit artikel 1k BuWav.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking wanneer artikel I, met uitzondering van onderdeel G, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen in verband met enige knelpunten in verband met de verlenging van de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid, het toestaan dat kennismigranten, houders van een Europese blauwe kaart, wetenschappelijk personeel en studenten naast hun hoofdbezigheden ook als zelfstandige mogen werken, en een nieuwe Regeling internationaal handelsverkeer naar aanleiding van de evaluatie van de Pilot Kennisindustrie in werking treedt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt onderdeel artikel I, onderdeel C, in werking treedt met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 maart 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met deze wijzigingen van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 en de bijbehorende Bijlage I worden enkele technische wijzigingen doorgevoerd die verband houden met een wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav) met ingang van 1 april 2017 respectievelijk 1 juli 2017. Daarnaast wordt een knelpunt weggenomen met betrekking tot het minimumloon-vereiste bij deeltijdwerk.

In paragraaf 7d, die ziet op het advies over de geldigheidsduur van de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA), is toegevoegd dat wanneer op de verlengingsaanvraag GVVA een positief advies door UWV wordt afgegeven en ook door de IND positief wordt beslist, de GVVA en het aanvullende document – mits de verlengingsaanvraag tijdig is ingediend – met terugwerkende kracht aansluitend op de eerdere GVVA wordt afgegeven. Hiermee wordt aangesloten op bovengenoemde wijziging van het BuWav die regelt dat gedurende de duur van een (tijdige) verlengingsaanvraag het recht om arbeid te verrichten blijft gelden voor dezelfde werkzaamheden bij dezelfde werkgever in de periode dat nog niet op de aanvraag is beslist en de geldigheidsduur van de eerdere GVVA inmiddels verstreken is. Het verblijfsrecht en het recht om arbeid te verrichten sluiten op deze wijze bij opvolgende GVVA’s op elkaar aan.

In paragraaf 24, die ziet op vreemdelingen die door hun internationale werkgever tijdelijk naar Nederland worden overgeplaatst, is de afbakening van deze paragraaf ten aanzien van de Regeling internationale handelscontacten uit artikel 1k van het BuWav verduidelijkt. Werkgevers van vreemdelingen die niet onder de reikwijdte van de ICT-richtlijn vallen, kunnen kiezen voor de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning op grond van paragraaf 24, of voor toelating tot Nederland op grond van de Regeling internationale handelscontacten.

De wijziging van paragraaf 14 inzake het minimumloon ziet op het volgende. Het vereiste van het minimumloon voor een volledige werkmaand, ook bij parttime werk, vloeit voort uit het belang van het bestrijden van oneigenlijk gebruik van de publieke middelen in het geval dat niet (langer) sprake is van een volledige werkweek en het loon daardoor minder dan het wettelijk minimummaandloon bedraagt. Dit vereiste stond in alle gevallen bij deeltijdwerk in de weg aan de verlening van een tewerkstellingsvergunning, ook in die gevallen waarin vastgesteld kan worden dat zelfstandig en duurzaam wordt beschikt over voldoende middelen van bestaan en dus geen beroep op de publieke middelen wordt gedaan. Dit knelpunt wordt met deze wijziging opgeheven.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven