Wijziging Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016

Referentie 2017001232

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4 van het Besluit Wfsv, juncto 4.2.4, tweede lid van de Wet langdurige zorg, de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 en de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016,

heeft in zijn vergadering van 28 februari 2017 besloten:

ARTIKEL I

De Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel d wordt na onderdeel d een nieuw onderdeel ingevoegd dat luidt als volgt:

  • e. Nadere aanwijzing: Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het Zorginstituut Nederland keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget voor Wlz-uitvoerders over het jaar 2016 uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen Wlz 2015.

2. In het tweede lid wordt ‘77,484’ vervangen door: 78,016.

C

Onder vernummering van paragraaf 3 en 4 tot paragraaf 4 en 5 wordt na artikel 7 een nieuwe paragraaf 3 ingevoegd waarvan het opschrift komt te luiden:

§ 3 Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2016

D

Na paragraaf 3 worden een nieuw artikel 7a tot en met artikel 7e ingevoegd die luiden als volgt:

Artikel 7a

  • 1. Uiterlijk in mei 2017 stelt het Zorginstituut de beheerskostenbudgetten voor 2016 voor iedere Wlz-uitvoerder, anders dan in de hoedanigheid van zorgkantoor, met in achtneming van de Nadere aanwijzing, nader vast.

  • 2. Het Zorginstituut verdeelt het in artikel 2, tweede lid genoemde totaalbedrag ten behoeve van de nadere vaststelling van het beheerskostenbudget als volgt over de Wlz-uitvoerders:

    • a. een bedrag van 1.411.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

    • b. een bedrag van 400.000 euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern;

    • c. een bedrag van 67.773.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2016 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen;

    • d. een voorwaardelijk bedrag van ten hoogste 8.350.000 euro dat uitsluitend bestemd is voor onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij dit bedrag wordt verdeeld op basis van de kosten voor onafhankelijke cliëntenondersteuning in 2015 zoals die door de Wlz-uitvoerders zijn opgenomen in de financiële verantwoording 2015;

    • e. een bedrag van 81.000 euro wordt toegekend aan de Wlz-uitvoerder die het project ‘Leven zoals je wilt’ uitvoert.

Artikel 7b

Ter nadere vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 7a berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 7c

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, onderdeel a en c, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2016 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2016 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 7d

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,2694983 euro als vergoeding in de beheerskosten.

Artikel 7e

Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het nader vastgestelde en het voorlopig vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor de Wlz-uitvoerder leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

E

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

  • 1. Uiterlijk in 2018 stelt het Zorginstituut de beheerskostenbudgetten voor de Wlz-uitvoerders definitief vast door de berekening uit paragraaf 3 opnieuw uit te voeren, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2. In afwijking van het tweede lid, onderdeel d van artikel 7a verdeelt het Zorginstituut het voorwaardelijke bedrag van maximaal 8.350.000 euro op basis van de werkelijke kosten voor onafhankelijke cliëntenondersteuning in 2016 zoals die door de Wlz-uitvoerders zijn opgenomen in de financiële verantwoording 2016.

  • 3. Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget in geval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor de Wlz-uitvoerder leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

ARTIKEL II

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 20 maart 2017, kenmerk 1111342-162251-Z

TOELICHTING

In de Wet langdurige zorg (Wlz) is in artikel 4.2.4 een onderscheid gemaakt tussen de taken van de Wlz-uitvoerders in de hoedanigheid van zorgkantoor en de overige taken. In aansluiting hierop is in de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor 2016: kenmerk 907190-146383-Z, (hierna de Aanwijzing) een splitsing aangebracht in de budgetten voor de taken die de zorgkantoren uitvoeren en de overige taken van de Wlz-uitvoerders. Deze overige taken worden formeel uitgevoerd door de Wlz-uitvoerders maar in de praktijk geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan de zorgkantoren.

De Staatssecretaris van VWS heeft bij Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016 (kenmerk 1046869-158169-Z) (hierna te noemen: Nadere aanwijzing 2016) de besteedbare middelen beheerskosten Wlz voor het jaar 2016 met 7,730 miljoen euro naar boven bijgesteld. Dit bedrag is blijkens de toelichting op deze Nadere aanwijzing 2016 bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de Wlz door zowel de Wlz-uitvoerders als de zorgkantoren. In deze beleidsregels wordt een deel van die besteedbaar gestelde middelen bestemd voor de Wlz-uitvoerders, namelijk het bedrag van 0,532 miljoen euro, genoemd in artikel 2 van de Nadere aanwijzing 2016. Daarom zal Zorginstituut Nederland (het Zorginstituut) bij de nadere vaststelling en de definitieve vaststelling op basis van de Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten voor Wlz-uitvoerders Wlz 2016 de in de Nadere aanwijzing 2016 naar boven bijgestelde middelen toepassen. Het onderhavige wijzigingsbesluit bewerkstelligt dit.

Het totaalbudget voor de Wlz-uitvoerders voor het jaar 2016 komt hiermee op 78,016 miljoen euro. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

1 = € 1 mln.

Eerder vastgesteld totaalbudget Wlz-uitvoerders

77,484

Loon- en prijsbijstelling (-0,51%)

-0,399

Incidentele toevoeging voor Project ‘Leven zoals je wilt’

0,081

Structurele toevoeging voor Onafhankelijke cliëntondersteuning

0,850

Totaalbudget beheerskosten Wlz-uitvoerders 2016

78,016

Nacalculatie voor loon- en prijsbijstelling

De Staatssecretaris past de besteedbare middelen jaarlijks aan op grond van de werkelijke loon- en prijsontwikkeling. Voor het jaar 2016 wordt nu uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 1,19%. Het bedrag van de verhoging op grond van de loon- en prijsontwikkeling bedraagt 0,931 miljoen euro (1,19% van 78,254 miljoen euro, zijnde de structurele middelen voor 2016). Aangezien voorcalculatorisch 1,330 miljoen euro is verstrekt, heeft de Staatssecretaris de middelen 0,399 miljoen euro neerwaarts bijgesteld.

Project ‘Leven zoals je wilt’

Dit project betreft een experiment waarbij wordt getracht de inkoop van de zorg maximaal aan te laten sluiten bij de wensen van de individuele klant. Dit project loopt van mei 2016 tot ultimo 2018. De Staatssecretaris heeft daarom incidenteel 0,081 miljoen euro aan de besteedbare middelen toegevoegd.

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Voor de onafhankelijke cliëntondersteuning hebben de Wlz-uitvoerders contracten afgesloten met MEE NL en Zorgbelang. Het in de Aanwijzing 2016 beschikbaar gestelde bedrag blijkt niet voldoende te zijn en daarom heeft de Staatssecretaris structureel extra middelen beschikbaar gesteld ter hoogte van 0,850 miljoen euro. Omdat de verdeling van deze middelen over de Wlz-uitvoerders niet geheel aansluit bij de afgesloten contracten, mogen de Wlz-uitvoerders onderling de budgetten herverdelen. Aangezien het een voorwaardelijk bedrag betreft, dienen de Wlz-uitvoerders zich over deze kosten te verantwoorden in de financiële verantwoording. Indien blijkt dat een deel van de totaal beschikbaar gestelde middelen niet is besteed, zal het Zorginstituut dat deel van de Wlz-uitvoerders terugvorderen.

Voorzitter Raad van Bestuur A. Moerkamp

Naar boven