TOELICHTING
Algemeen
De inwerkingtreding van de Wet van 16 maart 2016 tot wijziging van de Mediawet 2008
in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (Stb. 2016, 114) geeft aanleiding tot wijziging van de Mediaregeling 2008 (hierna: Mediaregeling).
Deze regeling voorziet in die wijziging. Ten eerste wordt een indieningsdatum voor
het concessiebeleidsplan RPO opgenomen in de Mediaregeling. Ten tweede wordt een tweetal
technische wijzigingen doorgevoerd.
Concessiebeleidsplan RPO
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet van 16 maart 2016 tot wijziging
van de Mediawet 2008 in verband met het toekomstig bestendig maken van de publieke
mediadienst (Stb. 2016, 114) is de Stichting Regionale Publieke Omroep (hierna: RPO) op grond van artikel 2.60a,
eerste lid, van de Mediawet 2008 (hierna: Mediawet) aangewezen als het samenwerkings-
en coördinatieorgaan van de regionale publieke mediadienst. Eén van de taken van (het
bestuur van) de RPO is het vaststellen van een concessiebeleidsplan RPO voorafgaand
aan de concessieverlening door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna:
Minister).1
Met deze ministeriële regeling wordt een indieningsdatum voor het concessiebeleidsplan
RPO opgenomen in de Mediaregeling. Het concessiebeleidsplan RPO wordt ingediend vóór
1 april van het laatste kalenderjaar waarop het lopende concessiebeleidsplan RPO betrekking
heeft. Voor deze datum is gekozen, omdat het de Minister voldoende tijd geeft om na
ontvangst van het concessiebeleidsplan RPO daarover advies te vragen aan het Commissariaat
voor de Media en de Raad voor Cultuur. Tegelijkertijd verzekert dit indieningstijdstip
dat de regionale publieke media- instellingen op de hoogte kunnen zijn van de inhoud
van het concessiebeleidsplan van de RPO op het moment dat zij hun bekostigingsaanvraag
voor het eerste jaar van de nieuwe concessieperiode indienen.2
Voor het eerste concessiebeleidsplan RPO geldt een afwijkende indieningsdatum. Met
de RPO is afgesproken dat zij vóór 1 juli 2017 het concessiebeleidsplan RPO indient.
Voor het daaropvolgende concessiebeleidsplan RPO geldt de hoofdregel: dat concessiebeleidsplan
moet worden ingediend vóór 1 april van het laatste kalenderjaar waarop het eerste
concessiebeleidsplan RPO betrekking heeft.
Technische wijzigingen
Deze regeling bevat een tweetal technische wijzigingen naar aanleiding van de inwerkingtreding
van de Wet van 16 maart 2016 tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het
toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (Stb. 2016, 114). Voor nadere toelichting wordt verwezen naar het artikelsgewijze deel van deze toelichting.
Uitvoeringstoets
Deze regeling is voorgelegd aan het Commissariaat voor de Media ter beoordeling van
de uitvoerbaarheid. Het Commissariaat voor de Media beoordeelt de regeling als goed
uitvoerbaar.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt – in overeenstemming met de vaste verandermomenten – in werking
met ingang van 1 april 2017. Hoewel wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn
van twee maanden, is dat in dit geval niet bezwaarlijk. Wat betreft het eerste concessiebeleidsplan
RPO geldt immers dat het pas vóór 1 juli 2017 behoeft te worden ingediend. Daarbij
geldt dat deze indieningsdatum in goed overleg met de RPO tot stand is gekomen en
op haar instemming kan rekenen.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdelen A en D
Onderdeel A voegt een nieuwe paragraaf 2.2.1b toe aan Afdeling 2.2 van de Mediaregeling.
Deze paragraaf bevat een nieuw artikel 9c, dat het tijdstip bevat voor het indienen
van het concessiebeleidsplan RPO door de RPO. Onderdeel D voegt een nieuw artikel
26 in. Dit artikel bevat een afwijkend indieningstijdstip voor het eerste concessiebeleidsplan
RPO, dat in 2017 dient te worden ingediend vóór 1 juli (zie nader het algemene deel
van de toelichting hierboven).
Artikel I, onderdelen B en C
De onderdelen B en C bevatten een tweetal technische wijzigingen die verband houden
met de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Mediawet 2008 van 16 maart
2016 in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (Stb. 2016, 114).
Onderdeel B wijzigt artikel 13 van de Mediaregeling. Omdat artikel 2.51 van de Mediawet,
dat betrekking had op de zendtijdgaranties, met ingang van 2 november 2016 is vervallen,
wordt de verwijzing naar artikel 2.51, eerste lid, onderdeel a, uit artikel 13 van
de Mediaregeling geschrapt. Tevens voorziet onderdeel B in een aanpassing van het
opschrift van het artikel. Onderdeel C doet artikel 13a van de Mediaregeling vervallen.
Dit artikel heeft betrekking op de indieningstermijn van de begroting van de stichting
Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties. Omdat deze stichting met
ingang van 1 januari 2017 haar activiteiten heeft beëindigd, en de wettelijke regeling
ten aanzien van die stichting met ingang van diezelfde datum is vervallen, dient ook
artikel 13a van de Mediaregeling te worden geschrapt.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker