Afstoting collectie na-oorlogs speelgoed Dordrechts Museum

Logo Dordrecht

Overeenkomstig artikel 4.17 van de Erfgoedwet maken burgemeester en wethouders van Dordrecht bekend dat:

Het Dordrechts Museum voornemens is om een deel van zijn collectie na-oorlogs speelgoed af te stoten. Het betreft 500 kleinere items w.o. incomplete poppenhuisinventarissen, blokkendozen, bord- en behendigheidsspelletjes, poppenhuizen en enig blikken speelgoed . De fysieke staat van de objecten wisselt sterk.

De collectie is aangemeld op de afstotingsdatabase van de Museumvereniging: https://www.afstotingsdatabase.nl/Objecten

 

De selectie van het af te stoten speelgoed is uitgevoerd tegen de achtergrond van het vigerende collectieprofiel van Huis van Gijn zoals beschreven in het Collectieplan, okt. 2015 p.33:

‘Na het faillissement van de ‘Vereniging Oud-Dordrecht’ in 1949 is de kunstnijverheid- en speelgoedcollectie verder uitgebreid met enorme aantallen objecten. Deze aanwinsten lijken minder goed te passen in het huidige profiel van het Huis Van Gijn dat sterk de nadruk legt op de periode waarin Simon van Gijn en de vereniging Oud-Dordrecht (1892-1949) hun verzamelingen opbouwden.

De motieven om na 1949 de collectie op het gebied van kunstnijverheid en speelgoed te laten aangroeien hebben een zekere logica, maar passen niet meer in de richting die het Huis Van Gijn vanaf 2001 is ingeslagen. Het lijkt erop dat Huis Van Gijn deze koers: ‘het woonhuis en de wooncultuur rond 1900’ wil vasthouden. De collectie die vanaf de jaren ’50 is verzameld wordt thans niet getoond en komt in aanmerking om afgestoten te worden.’

 

In het kader van het Masterplan Huis van Gijn is in februari 2016 het collectieprofiel van de speelgoedcollectie verder uitgewerkt met de volgende uitgangspunten:

De speelgoedcollectie bestaat uit speelgoed uit (grofweg) de periode 1850-1950 dat een verbeelding geeft van ‘het leven in het klein’. Dit betekent een nadruk op miniatuurinterieurs, -serviesjes, -winkeltjes, -keukengerei, -theaters, -kermissen, -treintjes, bouw- en constructiedozen en poppen & toebehoren.

Minder nadruk ligt op behendigheid- en bordspellen, legpuzzels, kaart- & kwartetspellen, buitenspeelgoed en sport- en spelspeelgoed.

 

Due diligence onderzoek

Er heeft due diligence onderzoek plaatsgevonden naar de herkomst van de af te stoten objecten. Hieruit is naar voren gekomen dat Huis van Gijn/het Dordrechts Museum/de gemeente Dordrecht eigenaar is van de objecten en hierop geen beperkende voorwaarden rusten die afstoting onmogelijk maken.

 

Selectiecriteria

Bij de selectie van objecten die voor afstoting in aanmerking komen zijn de onderstaande criteria gehanteerd (linker kolom). In de rechterkolom zijn de corresponderende criteria uit ‘Op de Museale Weegschaal’ (OdMW) opgenomen. (https://cultureelerfgoed.nl/dossiers/waarderen-van-cultureel-erfgoed/museale-weegschaal)

 

DM-criteria

OdMW -criteria

 

 

Het object is te dateren ná 1950

--

Het object is kapot, beschadigd, incompleet (blokkendozen, poppenhuisinterieurs, serviesjes, spelstenen zonder bord of v.v.) of in slechte staat

Toestand

Het object heeft een lage ambachtelijke kwaliteit en is te kwalificeren als huisvlijt

Artistiek

De gebruikspotentie of tentoonstellingswaardigheid van het object is laag

Museaal/Economisch

Van het object beschikt het Dordrechts Museum meerdere vergelijkbare exemplaren (series vergelijkbare blokkendozen, autootjes, blikken speelgoed)

Zeldzaamheid en Representatie

De functie of toepassing van het object is onduidelijk

Herkomst/Informatief

Het object is geen speelgoed maar betreft, leermateriaal, spaarpotten onderwijsmateriaal, sportmateriaal of maquettes die nooit voor speeldoeleinden bedoeld waren

--

Advies

Het Dordrechts Museum heeft ten aanzien van de af te stoten speelgoedcollectie geen advies gevraagd zoals beschreven in artikel 4.18 van de Erfgoedwet. De af te stoten objecten zijn van evident geringe cultuurhistorische waarde.

 

Procedure

De af te stoten objecten kunnen om niet worden overgenomen door geregistreerde musea. Deze musea hebben eerste keus.

Het restant wordt verkocht aan private verzamelaars of komt in aanmerking om te worden vernietigd.

 

Zienswijzen

Gedurende zes weken na de dag van deze bekendmaking van het voornemen kan op grond van artikel 4.17, derde lid van de Erfgoedwet een ieder bij het college van burgemeester en wethouders (Postbus 8, 3300 AA Dordrecht) zienswijzen indienen over de vraag of het cultuurgoed of de verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis is en onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlands cultuurbezit.

Voor nadere info:

Frank Bergevoet

Dordrechts Museum

T. 0611042783

f.bergevoet@dordrecht.nl

f.bergevoet@cultureelerfgoed.nl

 

Naar boven