Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 14 maart 2017, kenmerk ACM/DE/2017/200868 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikelen 31 en 54, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 22, eerste lid, van de Gaswet betreffende het harmoniseren van termijnen in de procedure voor de beëindiging programmaverantwoordelijkheid.

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op de artikelen 36 en 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 23 van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Systeemcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.1.4 wordt gewijzigd als volgt:

De tekst “meldt schriftelijk” wordt vervangen door: laat de beoogde programmaverantwoordelijke

Na “aangesloten” wordt ingevoegd: conform het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden

B

Artikel 3.1.6 wordt gewijzigd als volgt:

De tekst “Van een voornemen” wordt vervangen door: Een aangeslotene die het voornemen heeft

De tekst “stelt een aangeslotene” wordt vervangen door: laat de beoogde programmaverantwoordelijke aan

De tekst “tenminste vijf werkdagen voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk of anderszins conform paragraaf 3.8 in kennis” wordt vervangen door: conform het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden

C

Artikel 3.1.7 wordt gewijzigd als volgt:

Na het tweede gebruik van de tekst “3.1.4” wordt ingevoegd: en 3.1.6

De tekst “en de in 3.1.6 bedoelde kennisgeving” vervalt.

D

Artikel 3.1.10 wordt vervangen door:

3.1.10

Indien een programmaverantwoordelijke die door middel van een overeenkomst met een leverancier programmaverantwoordelijkheid draagt voor een grootverbruikaansluiting die overeenkomst wenst te beëindigen, stelt hij de aangeslotene en de leverancier en de netbeheerder die het aangaat tenminste twintig werkdagen voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk in kennis.

E

Na artikel 3.1.10 wordt een artikel toegevoegd:

3.1.10a

De in artikel 3.1.10 bedoelde in kennis stelling van de aangeslotene vindt plaats bij aangetekende brief en de in dat artikel bedoelde termijn van twintig werkdagen vangt aan op het moment van ontvangst van deze aangetekende brief.

F

Artikel 3.1.11 wordt gewijzigd als volgt:

Na “aangeslotene” wordt ingevoegd: laat de beoogde programmaverantwoordelijke

De passage “is verplicht” vervalt.

De passage “schriftelijk of anderszins conform paragraaf 3.8 in kennis te stellen” wordt vervangen door: conform het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden

G

Artikel 3.1.12 wordt gewijzigd als volgt:

“3.1c” wordt vervangen door: 3.1f

De passage “behoudens voor zover de reden van de opzegging is toe te rekenen aan de betreffende aangeslotene” vervalt.

H

In artikel 3.1.c1 vervalt “3.1.12 (geen tijdige aanwijzing programmaverantwoordelijke) en”.

I

Na artikel 3.1e.1 worden een paragraaftitel en drie nieuwe artikelen toegevoegd, luidend:

3.1f Dispuut tussen programmaverantwoordelijke en leverancier

3.1f.1

In de situatie als bedoeld in artikel 3.1.12, treedt de programmaverantwoordelijke met volledige erkenning die de programmaverantwoordelijkheid voor die aangeslotenen draagt, in de plaats van de leverancier tot het moment waarop de grootverbruiker een nieuwe leveringsovereenkomst heeft gesloten dan wel de levering aan die grootverbruiker is beëindigd. De betreffende switcht daartoe de betreffende aangeslotenen conform paragraaf 4.1 van de Informatiecode elektriciteit en gas naar zich toe. De betrokken aangeslotenen worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de effectuering van de switch schriftelijk door de betreffende programmaverantwoordelijke met volledige erkenning van de ontstane situatie en de thans geldende voorwaarden (daaronder begrepen de opzeggingsmogelijkheden) op de hoogte gesteld.

3.1f.2

In de in 3.1f.1 bedoelde situatie wordt de aangeslotene geacht een leveringscontract te hebben met de programmaverantwoordelijke met volledige erkenning die in de plaats van de leverancier treedt. De grootverbruiker, heeft twee maanden het recht het leveringscontract zonder opzegtermijn te beëindigen. Tevens kan de programmaverantwoordelijke met volledige erkenning, voor zover niet reeds overeengekomen, redelijke afspraken maken ten aanzien van programmaverantwoordelijkheid voor de aansluiting.

3.1f.3

De in 3.1f.1 bedoelde programmaverantwoordelijke met volledige erkenning die in de plaats van de leverancier treedt, mag aan de aangeslotene, niet zijnde kleinverbruikers, een tarief voor de geleverde energie in rekening brengen dat overeenkomt met de uurlijkse day ahead prijs op de dag zelf tot stand gekomen op de aangewezen beurs, tenzij de aangeslotene met deze programmaverantwoordelijke anders is overeengekomen.

ARTIKEL II

De Informatiecode elektriciteit en gas wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1.10 komt te luiden:

1.1.10

Daar waar in deze code de leverancier wordt genoemd, wordt programmaverantwoordelijke gelezen indien een aangeslotene met een grootverbruikaansluiting geen leverancier heeft. In dat geval machtigt de aangeslotene zijn programmaverantwoordelijke om de in deze code aan de leverancier toegeschreven handelingen te verrichten.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 maart 2017

De Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid

Een belanghebbende die zich met dit besluit niet kan verenigen, kan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij de Autoriteit Consument en Markt. Het postadres is: Autoriteit Consument en Markt, Directie Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Verder moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten. In het bezwaarschrift kan de indiener op grond van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

TOELICHTING

I. Samenvatting

Met dit besluit stemt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) in met de voorgestelde wijzigingen door Netbeheer Nederland om de Systeemcode elektriciteit en de Informatiecode elektriciteit en gas te wijzigen. De wijzigingen betreffen de artikelen die over de procedures van het administratief stop zetten van de levering van energie aan, en het beëindigen of overdragen van de programmaverantwoordelijkheid van een aangeslotene. Het voorstel harmoniseert de termijnen in deze procedures en wijzigt een aantal aspecten die niet goed passen in de rest van het bouwwerk voor marktfacilitering.

II. Aanleiding en gevolgde procedure

• 1. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 11 april 2016 heeft ontvangen. Met dit voorstel wil Netbeheer Nederland de termijnen voor einde levering en beëindigen programmaverantwoordelijkheid harmoniseren. Daarnaast wijzigt het voorstel de regels voor elektriciteit in de situatie dat de aangeslotene geen leverancier heeft gecontracteerd. Deze regels worden gelijk gemaakt aan die van gas door de artikelen 3.1.10 tot en met 3.1.12 van de Systeemcode elektriciteit en artikel 1.1.10 van de Informatiecode elektriciteit en gas te verbreden naar gas én elektriciteit.

• 2. Teneinde een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen heeft de ACM het voorstel van Netbeheer Nederland op 13 oktober 2016 voor een periode van 4 weken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant van 13 oktober 2016. De ACM heeft hiermee belanghebbenden in de gelegenheid gesteld zienswijzen te geven op het voorstel.

• 3. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in de Notificatierichtlijn.¹ Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

III. Beoordeling

• 4. De ACM constateert dat het voorstel voor wat betreft de wijziging van de Informatiecode elektriciteit en gas is ingediend namens een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas, zoals artikel 54, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 voorschrijft. Dit blijkt uit het feit dat het voorstel is aangenomen in de algemene ledenvergadering van NEDU van 20 januari 2016, en dat op dat moment per marktrol binnen NEDU de stemgerechtigde leden het overgrote deel van de markt vertegenwoordigden.

• 5. De ACM constateert dat het voorstel in de procedures van beëindiging of overdracht van de programmaverantwoordelijkheid de verwijzing aanbrengt naar de processen uit de Informatiecode elektriciteit en gas. Daarnaast voegt het voorstel artikelen in de Systeemcode elektriciteit toe die het dispuut tussen een erkend programmaverantwoordelijke en een leverancier in het geval dat de aangeslotene een grootverbruiker betreft beschrijven. Ten slotte constateert de ACM dat dit voorstel de termijnen in deze procedures voor gas en elektriciteit harmoniseert. De ACM komt tot de conclusie dat dit voorstel de procedures voor einde levering en beëindiging programmaverantwoordelijkheid van grootverbruikers verder verbetert.

• 6. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland voorstelt niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet, artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en de artikelen 23 van de Gaswet en 55 van de Elektriciteitswet 1998.

’s-Gravenhage, 14 maart 2017

De Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid

---

1 Richtlijn 98/34/EG en 98/48/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, PbEG 1998, L 204.