Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2016, 8286 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2016, 8286 | Overig |
Datum: 26 februari 2015
Kenmerk: 2015-0000114729
In het verzoek van 14 januari 2015, 2015-0000030322, heeft het bestuur van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Zuidoost-Brabant verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen voor de uitvoering de taken als genoemd in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Gelet op de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
In dit besluit wordt verstaan onder:
het bestuur van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Zuidoost-Brabant;
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;
het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. Aan het AMHK wordt op verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
2. Het AMHK verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:
a. een persoon over wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 betreffende huiselijk geweld, kindermishandeling of een vermoeden daarvan;
b. een persoon naar wie onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
3. Aan het AMHK worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het AMHK bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
1. Aan het AMHK wordt op zijn verzoek een gegeven als opgenomen in de bijlage bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:
a. een in het verzoek aangegeven adres, of
b. het adres dat als actueel gegeven op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.
2. Het AMHK verzoekt slechts om een gegeven dat is aangegeven in de bijlage bij dit besluit, indien een van de op het adres ingeschreven personen een ingeschrevene is naar wie een onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1., tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
3. Aan het AMHK worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het AMHK bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
1. Indien een verstrekking aan het AMHK op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.
2. De verstrekkingen aan het AMHK die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.
3. Indien aan het AMHK gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
1. Het AMHK verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:
a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het AMHK;
b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het AMHK;
c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het AMHK.
1. Indien aan het AMHK gegevens van een ingeschrevene worden verstrekt op basis van dit besluit, wordt hierover geen informatie verstrekt aan de ingeschrevene.
2. Het Agentschap BPR draagt er zorg voor dat slechts daartoe bevoegde functionarissen informatie kunnen verkrijgen over de verstrekking van gegevens aan het AMHK op basis van dit besluit.
Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 26 februari 2015,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij de artikelen 2 en 3 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.01.20 |
Burgerservicenummer ouder1 |
02.02.10 |
Voornamen ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam ouder1 |
02.03.10 |
Geboortedatum ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.01.20 |
Burgerservicenummer ouder2 |
03.02.10 |
Voornamen ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam ouder2 |
03.03.10 |
Geboortedatum ouder2 |
04 |
NATIONALITEIT |
04.05.10 |
Nationaliteit |
04.65.10 |
Aanduiding bijzonder Nederlanderschap |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.01.20 |
Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.10 |
Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.10 |
Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.20 |
Geboorteplaats echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.30 |
Geboorteland echtgenoot/geregistreerd partner |
05.04.10 |
Geslachtsaanduiding echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
08.14.20 |
Datum vestiging in Nederland |
09 |
KIND |
09.01.10 |
A-nummer kind |
09.01.20 |
Burgerservicenummer kind |
09.02.10 |
Voornamen kind |
09.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam kind |
09.02.40 |
Geslachtsnaam kind |
09.03.10 |
Geboortedatum kind |
09.03.20 |
Geboorteplaats kind |
09.03.30 |
Geboorteland kind |
10 |
VERBLIJFSTITEL |
10.39.10 |
Aanduiding verblijfstitel |
10.39.20 |
Datum einde verblijfstitel |
10.39.30 |
Ingangsdatum verblijfstitel |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres dit betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Op basis van dit besluit vindt de gegevensverstrekking plaats onder een zogenoemd geheim regime.
In het geval van geheime gegevensverstrekking wordt van deze verstrekking geen aantekening gehouden. In het Besluit BRP is bepaald van welke verstrekkingen geen aantekening wordt gehouden in verband met de veiligheid van de staat of de voorkoming, opsporing of vervolging van strafbare feiten. In dat geval is in het autorisatiebesluit geregeld dat over deze gegevensverstrekking geen informatie wordt gegeven aan de ingeschrevene.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, Veilig Thuis Zuidoost-Brabant (in deze toelichting genoemd: het AMHK).
Aan het AMHK kan op grond van hoofdstuk 3, afdeling 1, §1, van de Wet BRP systematisch gegevens worden verstrekt.
Een AMHK, niet zijn een overheidsorgaan, is ingevolge artikel 3.3 van de Wet BRP en artikel 39 van het besluit BRP aangewezen als organisatie die in aanmerking komt voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.
Het AMHK fungeert als herkenbaar en toegankelijk meldpunt voor alle gevallen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het AMHK geeft advies en consult aan de melder. Het AMHK doet onderzoek naar aanleiding van een melding van (een vermoeden van) geweld in huiselijke kring, waaronder kindermishandeling, om te bepalen of sprake is van kindermishandeling of een andere vorm van geweld in huiselijke kring. Het AMHK informeert, indien nodig, de politie en de raad voor de kinderbescherming en schakelt passende hulpverlening in. Zodra blijkt dat vrijwillige hulpverlening de problemen niet kan oplossen en een kind bedreigd wordt in zijn ontwikkeling, draagt het AMHK de casus onmiddellijk over aan de raad voor de kinderbescherming. De raad onderzoekt vervolgens of het nodig is om de kinderrechter een kinderbeschermingsmaatregel te verzoeken.
Het AMHK heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor omschreven taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het AMHK krijgt hiervoor een gegevensverstrekking op verzoek en een adresverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen. Tot de doelgroep van het AMHK behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
Het AMHK mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage. Het AMHK beperkt zijn vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van de ingeschrevenen over wie een melding is gedaan of naar wie onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Het AMHK kan tevens gegevens die zijn opgenomen in de bijlage verstrekt krijgen van personen die ingeschreven zijn op een bepaald adres in Nederland. Het AMHK kan in zijn verzoek zelf aangeven welk adres dit betreft. Het AMHK kan in plaats van het adres ook andere gegevens van een ingeschrevene in zijn verzoek opnemen. Het krijgt dan gegevens verstrekt van de personen die op hetzelfde adres in Nederland zijn ingeschreven als deze (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene.
Het AMHK is alleen bevoegd om gegevens te verzoeken, indien deze noodzakelijk zijn in verband met het onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMHK en ten minste een van de personen die op dat adres ingeschreven is, voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in dit artikel.
Het AMHK moet de identiteit van de betrokkenen kunnen vaststellen. Het AMHK krijgt hiertoe de identificerende gegevens uit categorie 01 van de persoonslijst van de ingeschrevene verstrekt, waaronder het burgerservicenummer en het A‑nummer. Het burgerservicenummer en het A-nummer worden gebruikt om de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen aan elkaar te koppelen en tot de juiste persoon te herleiden. Gegevens uit categorie 01 dienen tevens om de ingeschrevene op de juiste wijze aan te kunnen schrijven.
Voor het AMHK is het van belang de leefsituatie van de betrokkene in kaart te kunnen brengen om passende hulpverlening in te kunnen schakelen.
Aan de hand van de gegevens uit categorie 02 en 03 kan het AMHK vaststellen wie de ouders van de ingeschrevene zijn.
Het AMHK heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap uit categorie 05 van de persoonslijst van de ingeschrevene nodig om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene getrouwd, dan wel geregistreerd partner is.
Daarnaast gebruikt het AMHK de gegevens uit categorie 05 om de ingeschrevene die getrouwd of partners is, op de juiste wijze aan te kunnen schrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.
Het gegeven “geslachtsaanduiding partner” is noodzakelijk om vast te kunnen stellen of kindermishandeling door de (stief)vader, (stief)moeder of beiden gebeurt. Ook zijn er vormen van kindermishandeling waarbij het geslacht van de pleger van belang is voor het onderzoeken van het vermoeden van kindermishandeling: te denken valt aan seksueel misbruik en Munchhausen by proxy.
Aan de hand van gegevens uit categorie 09 kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene kinderen heeft.
Aan de hand van de gegevens uit deze categorie kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene de Nederlandse nationaliteit heeft of een andere nationaliteit bezit. Deze informatie is van belang voor het bejegenen van betrokkenen en het plaatsen van gedrag en opvattingen in de culturele context.
Het AMHK krijgt het gegeven “Datum overlijden” om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene nog in leven is. In onderzoeken naar situaties van geweld is informatie over een overlijden van belang voor de risicotaxatie.
Het AMHK heeft de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het AMHK aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
De verstrekking van deze gegevens is noodzakelijk ten behoeve van correspondentie en vanwege het feit dat de hulpverlener, in het belang van het hulpverleningstraject, de verblijfplaats van een eventueel slachtoffer van huiselijk geweld of kindermishandeling goed dient te documenteren.
De gegevens “Land adres buitenland”, “Datum aanvang adres buitenland”, “Regel 1 adres buitenland”, “Regel 2 adres buitenland” en “Regel 3 adres buitenland” (08.13.10, 08.13.20, 08.13.30, 08.13.40 en 08.13.50) zijn gegevens van niet- ingezetenen. Niet-ingezetenen kunnen Nederlanders zijn die in het buitenland wonen, of buitenlanders die niet beschikken over een vast woonadres in Nederland.
Aan de hand van gegevens uit categorie 10 kan het AMHK vaststellen welke verblijfstitel de ingeschrevene heeft, wanneer de verblijfstitel is ingegaan en beëindigd. De verblijfsstatus en is noodzakelijk voor het onderzoek en voor het in gang zetten van passende hulp.
Aan de hand van gegevens uit categorie 11 kan het AMHK vaststellen of de ingeschrevene onder gezag valt van ouders of voogd.
Vanaf 1 januari 2015 draagt het college van burgemeester en Wethouders zorg voor de organisatie van het AMHK. Conform artikel 2.6.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 werken colleges met elkaar samen, indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering aangewezen is. Het AMHK is regionaal georganiseerd, waarbij de samenwerkende colleges de opdracht om een AMHK te vormen veelal hebben neergelegd bij reeds bestaande organisaties.
De opdracht voor de vorming van een AMHK en het uitvoeren van de bijbehorende taken is door de samenwerkende colleges bijvoorbeeld neergelegd bij samenwerkingen tussen stichtingen die voorheen de steunpunten huiselijk geweld en advies- en meldpunten kindermishandeling vormden, gecertificeerde instellingen of Gemeenschappelijke Gezondheidsdiensten.
Het uitvoeren van de taken van het AMHK staat los van de overige taken die bijvoorbeeld gecertificeerde instellingen (voorheen: Bureaus Jeugdzorg) of Gemeenschappelijke Gezondheidsdiensten uitvoeren. Ten behoeve van hun eigen taken beschikken deze organisaties daarom over een aparte aansluiting op de basisregistratie personen, waarvoor een apart autorisatiebesluit is genomen en een aparte autorisatietabelregel is opgesteld.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het AMHK tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in diens taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het AMHK om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het AMHK.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-8286.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.