Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 februari 2016, kenmerk 907190-146383-Z, inzake de besteedbare middelen ter dekking van de beheerkosten Wlz 2016 (Aanwijzing besteedbare middelen Beheerskosten Wlz 2016)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

De besteedbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg te maken beheerskosten bedragen voor het jaar 2016 € 148,687 miljoen.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 71,203 miljoen beschikbaar voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg en € 77,484 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken.

Artikel 3

Uit het bedrag, bedoeld in artikel 2, voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken wordt structureel per jaar in totaal maximaal een bedrag van € 7,500 miljoen beschikbaar gesteld voor onafhankelijke cliëntondersteuning.

De kosten worden naar werkelijke kosten en na goedkeuring van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vergoed. Indien niet alle kosten uit het bedrag kunnen worden vergoed, worden de kosten naar evenredigheid van de in aanmerking komende en goedgekeurde kosten per zorgkantoor vergoed.

Artikel 4

Deze aanwijzing treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 5

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016.

Deze aanwijzing zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

De onderhavige aanwijzing strekt tot het vaststellen van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2016. Het macrobedrag van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz wordt vastgesteld op grond van artikel 4.3 van het Besluit Wfsv.

Op basis van de aanwijzing zal het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) voor toepassing van deze aanwijzing beleidsregels vaststellen.

Toelichting artikel 1 en artikel 2

In artikel 1 van de onderhavige aanwijzing wordt het bedrag vastgesteld van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering. Het bedrag strekt tot dekking van de beheerskosten die de Wlz-uitvoerders en zorgkantoren maken. Het macrobedrag wordt hierna toegelicht.

Uitgangspunt voor de berekening van het voor het jaar 2016 vast te stellen bedrag voor besteedbare middelen beheerskosten Wlz vormt het structurele bedrag dat voor het jaar 2015 is vastgesteld, te weten € 145,190 miljoen.

Van dit bedrag heeft € 66,936 miljoen betrekking op taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz en € 78,254 miljoen voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken.

Bij taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz gaat het om de uitvoeringskosten van zorgkantoren in verband met de verstrekking van het persoonsgebonden budget, alsmede de administratie van de verleende zorg aan in de betreffende zorgkantoorregio woonachtige verzekerden.

Loon- en prijsontwikkeling 2016

Op grond van door het Centraal Planbureau (CPB) verstrekte cijfers is voor de aanpassing van de totale kosten in verband met loon- en prijsontwikkeling een percentage van 1,70 vastgesteld. De verhoging in verband met deze voorcalculatorische loon- en prijsontwikkeling komt hiermee uit op € 2,468 miljoen (1,70% van het structurele bedrag 2015 van € 145,190 miljoen).

Van dit bedrag is € 1,138 miljoen beschikbaar voor de taken genoemd in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz en € 1,330 miljoen voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken.

1 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz

1.1 Uitvoeringskosten persoonsgebonden budget (PGB)

Bij de verdeling van het PGB-uitvoeringsbudget over de zorgkantoren wordt een deel (ter dekking van de variabele uitvoeringskosten PGB) direct aan het aantal PGB-ers gekoppeld en het overige deel via de overige verdeelmaatstaven (zoals een bedrag per Wlz-uitvoerder, per zorgkantoor en per (gewogen) verzekerde) verdeeld. Voor 2016 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 199,54 per PGB-budgethouder. Dit is het bedrag voor 2015 (€ 196,20) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2016 (1,70%).

De mutatie in het aantal PGB-ers (verschil stand 1 juli 2016 en stand 1 juli 2015) wordt geraamd op een stijging van 3.453. Uitgaande van € 199,54 als bedrag per PGB-er en een stijging van 3.453 wordt structureel € 0,689 miljoen aan het budget toegevoegd.

Het aantal PGB-ers wordt geraamd op 32.700. Mocht in werkelijkheid het aantal PGB-ers op 1 juli 2016 hoger uitkomen, dan zullen bij de eind 2016 op te stellen ‘Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016’ middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.2 Bewuste-keuze-gesprekken nieuwe PGB-ers

Sinds 2013 zijn zorgkantoren nieuwe PGB-ers persoonlijker gaan benaderen onder andere door het voeren van bewuste-keuze-gesprekken. Voor 2016 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 264,46 per persoon waarmee een of meerdere gesprekken gevoerd gaan worden. Dit is het bedrag voor 2015 (€ 260,04) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2016 (1,70%). Het verwachte aantal personen waarmee gesprekken gevoerd gaan worden bedraagt 4.500. Mocht in werkelijkheid het aantal gesprekken in 2016 hoger uitkomen, dan zullen bij de eerdergenoemde nadere aanwijzing middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.3 Huisbezoeken PGB-ers

Sinds 2013 zijn zorgkantoren bestaande PGB-ers via huisbezoeken persoonlijker gaan benaderen. Vanaf 2016 zullen de zorgkantoren hiervoor via het beheerskostenbudget een vergoeding ontvangen. Voor 2016 wordt bij de verdeling van het uitvoeringsbudget rekening gehouden met € 508,50 per huisbezoek. Dit is het bedrag voor 2015 (€ 500,00) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2016 (1,70%).

Het verwachte aantal huisbezoeken bedraagt 10.000. Mocht in werkelijkheid het aantal huisbezoeken in 2015 hoger uitkomen, dan zullen bij eerdergenoemde nadere aanwijzing middelen aan het budget worden toegevoegd. Als het aantal lager uitkomt zal het budget navenant worden verlaagd.

1.4 Extra inspanningen in verband met trekkingsrechten en overgangsrecht

De Wlz vergt ook in 2016 extra werkzaamheden rondom trekkingsrechten PGB en het overgangsrecht van bijzondere groepen zoals de Wlz-indiceerbaren. Om hieraan tegemoet te komen wordt incidenteel € 2,440 miljoen aan de besteedbare middelen toegevoegd.

In totaal komt het beschikbare bedrag voor taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz uit op € 71,203 miljoen. Van dit bedrag is € 68,763 miljoen structureel en € 2,440 miljoen incidenteel beschikbaar.

2 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken

2.1 ONVZ en ASR

In de toelichting van de Aanwijzing 2015 is aangegeven dat € 4,240 miljoen beschikbaar is gesteld voor Wlz-uitvoerders voor taken die in de AWBZ door zorgverzekeraars werden uitgevoerd. ONVZ en ASR zijn de enige twee Wlz-uitvoerders die voor geen enkele regio zijn aangewezen als zorgkantoor. Gebleken is dat ten opzichte van de situatie onder AWBZ voor deze twee organisaties er sprake van een taakverzwaring. Hiervoor wordt in 2016 incidenteel zowel aan ONVZ als aan ASR € 0,200 miljoen extra aan middelen besteedbaar gesteld. Nagegaan zal worden in hoeverre deze toeslag een structureel vervolg dient te krijgen.

Toelichting artikel 3

Bij de onafhankelijke cliëntondersteuning gaat het om activiteiten die aanvullend zijn op de door de Wlz-uitvoerders/zorgkantoren zelf te verrichten activiteiten gericht op de cliënten in het kader van de zorgplicht. Onafhankelijke cliëntondersteuning vindt plaats door onafhankelijke organisaties, maar wordt door de Wlz-uitvoerders betaald. Cliënten worden door de Wlz-uitvoerders/zorgkantoren actief geïnformeerd over de mogelijkheid van onafhankelijke ondersteuning en deze activiteit zal worden ingezet als cliënt daar om vraagt. In het kader van onafhankelijke cliëntondersteuning zullen Wlz-uitvoerders contracten gaan afsluiten met MEE NL en Zorgbelang en is in 2015 structureel € 10,000 miljoen aan de besteedbare middelen toegevoegd. De inschatting is dat dit bedrag in 2015 niet volledig zal worden besteed en daarom wordt dit bedrag verlaagd naar € 7,500 miljoen. Mocht in de loop van jaar blijken dat de vraag naar ondersteuning zich anders ontwikkelt dan nu verwacht, dan zal bij de eind 2016 op te stellen ‘Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2016’ een nadere afweging plaatsvinden.

In totaal komt het beschikbare bedrag voor overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken uit op € 77,484 miljoen. Van dit bedrag is € 77,084 miljoen structureel en € 0,400 miljoen incidenteel beschikbaar.

Het totale bedrag besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz 2016 bedraagt hiermee € 148,687 miljoen. Van dit bedrag is € 145,847 miljoen structureel en € 2,840 miljoen incidenteel beschikbaar.

Toelichting artikel 4

In artikel 4 staat dat de aanwijzing in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2016.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven