Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2016, 7913 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2016, 7913 | Overig |
Datum: 18 november 2015
Kenmerk: 2015-0000650262
In het verzoek van 14 oktober 2015, 2015-0000618657 heeft de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Autoriteit Consument en Markt verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.
Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Autoriteit Consument en Markt;
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;
de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
1. Aan de Minister van Economische Zaken wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.
2. De Minister van Economische Zaken verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor:
a. het opleggen van een bestuurlijke boete of een (voorlopige) last onder dwangsom als bedoeld in de artikelen 56, 69, 70a t/m 75, 76a en 83 van de Mededingingswet;
b. het zonder toestemming betreden en doorzoeken van woningen als bedoeld in artikel 55 van de Mededingingswet;
c. het toezenden of uitreiken van een afschrift van het verslag van het binnentreden of de doorzoeking als bedoeld in artikel 55c van de Mededingingswet;
d. het verrichten van een inspectie als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van Verordening 1/2003, waaronder het verrichten van inspecties in woningen van directeuren, bestuursleden en andere personeelsleden op grond van artikel 89d en 89g van de Mededingingswet;
e. het toezenden of uitreiken van een afschrift van het verslag van de inspectie als bedoeld in artikel 89f van de Mededingingswet;
f. het behandelen van bezwaar en beroep tegen beschikkingen omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in de artikelen 92 en 93 van de Mededingingswet;
g. de correcte uitvoering van artikel 4.2 lid 1 onder c van de Telecommunicatiewet;
h. het houden van toezicht als bedoeld in artikel 87 van de Wet Personenvervoer 2000;
i. het houden van toezicht als bedoeld in artikel 45b van de Loodsenwet;
j. het goedkeuren en beslissen als bedoeld in artikel 38 van de Gaswet, of
k. het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek ten aanzien van de werkzaamheden als bedoeld in de leden a, b, d, g, h en i van dit artikel en ten aanzien van het naleven van de Mededingingswet, het bestrijden van kartels en misbruik van economische machtsposities, het toetsen van fusies en overnames en het reguleren van de energie- en vervoersector.
3. Onverminderd het tweede lid, verzoekt de Minister van Economische Zaken slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:
a. een ingeschrevene die de Mededingingswet niet naleeft, kartels aangaat of misbruik maakt van economische machtsposities;
b. een ingeschrevene die betrokken is bij het niet naleven van de Mededingingswet, het aangaan van kartels of het misbruiken van economische machtsposities, of
c. echtgenoten, geregistreerde partners, ouders en kinderen van de ingeschrevene als bedoeld onder a en b.
4. Aan de Minister van Economische Zaken worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Minister van Economische Zaken bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.
1. Aan de Minister van Economische Zaken wordt op zijn verzoek een gegeven als opgenomen in bijlage II bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:
a. een in het verzoek aangegeven adres, of
b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.
2. De Minister van Economische Zaken doet slechts een verzoek als bedoeld in het eerste lid, om een gegeven dat is aangegeven in bijlage II bij dit besluit, indien een van de op het adres ingeschreven personen:
a. de Mededingingswet niet naleeft, kartels aangaat of misbruik maakt van economische machtsposities, of
b. betrokken is bij het niet naleven van de Mededingingswet, het aangaan van kartels of het misbruiken van economische machtsposities.
3. Onverminderd het tweede lid, verzoekt de Minister van Economische Zaken slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:
a. het opleggen van een bestuurlijke boete of een (voorlopige) last onder dwangsom als bedoeld in de artikelen 56, 69, 70a t/m 75, 76a en 83 van de Mededingingswet;
b. het (zonder toestemming) betreden en doorzoeken van woningen als bedoeld in artikel 55 van de Mededingingswet;
c. het toezenden of uitreiken van een afschrift van het verslag van het binnentreden of de doorzoeking als bedoeld in artikel 55c van de Mededingingswet;
d. het verrichten van een inspectie als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van Verordening 1/2003, waaronder het verrichten van inspecties in woningen van directeuren, bestuursleden en andere personeelsleden op grond van artikel 89d en 89g van de Mededingingswet;
e. het toezenden of uitreiken van een afschrift van het verslag van de inspectie als bedoeld in artikel 89f van de Mededingingswet;
f. het behandelen van bezwaar en beroep tegen beschikkingen omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in de artikelen 92 en 93 van de Mededingingswet;
g. het houden van toezicht als bedoeld in artikel 87 van de Wet Personenvervoer 2000;
h. het houden van toezicht als bedoeld in artikel 45b van de Loodsenwet;
i. het goedkeuren en beslissen als bedoeld in artikel 38 van de Gaswet en
j. het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek ten aanzien van de werkzaamheden als bedoeld in de leden a, b, d, g, h en i van dit artikel en ten aanzien van het naleven van de Mededingingswet, het bestrijden van kartels en misbruik van economische machtsposities, het toetsen van fusies en overnames en het reguleren van de energie- en vervoersector.
4. Aan de Minister van Economische Zaken worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan de Minister van Economische Zaken in zijn verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit.
1. Indien een verstrekking aan de Minister van Economische Zaken op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.
2. De verstrekking van gegevens aan de Minister van Economische Zaken die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.
3. Indien aan de Minister van Economische Zaken gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
1. De Minister van Economische Zaken verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:
a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van Economische Zaken;
b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van Economische Zaken;
c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Minister van Economische Zaken.
Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 18 november 2015,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
01.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon |
51 |
PERSOON |
51.01.10 |
A-nummer persoon |
51.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
51.02.10 |
Voornamen persoon |
51.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
51.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
51.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
51.03.10 |
Geboortedatum persoon |
51.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
51.03.30 |
Geboorteland persoon |
51.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
51.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
51.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.01.20 |
Burgerservicenummer ouder1 |
02.02.10 |
Voornamen ouder1 |
02.02.20 |
Adellijke titel/predicaat ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam ouder1 |
02.03.10 |
Geboortedatum ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.01.20 |
Burgerservicenummer ouder2 |
03.02.10 |
Voornamen ouder2 |
03.02.20 |
Adellijke titel/predicaat ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam ouder2 |
03.03.10 |
Geboortedatum ouder2 |
04 |
NATIONALITEIT |
04.05.10 |
Nationaliteit |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.01.20 |
Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.10 |
Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.20 |
Adellijke titel/predicaat echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.03.10 |
Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
55 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
55.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
06.08.20 |
Plaats overlijden |
06.08.30 |
Land overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.09.20 |
Datum inschrijving in de gemeente |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.20 |
Gemeentedeel |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
58 |
VERBLIJFPLAATS |
58.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
58.09.20 |
Datum inschrijving in de gemeente |
58.10.10 |
Functie adres |
58.10.20 |
Gemeentedeel |
58.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
58.11.10 |
Straatnaam |
58.11.15 |
Naam openbare ruimte |
58.11.20 |
Huisnummer |
58.11.30 |
Huisletter |
58.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
58.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
58.11.60 |
Postcode |
58.11.70 |
Woonplaatsnaam |
58.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
58.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
58.12.10 |
Locatiebeschrijving |
58.13.10 |
Land adres buitenland |
58.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
58.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
58.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
58.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
09 |
KIND |
09.01.10 |
A-nummer kind |
09.01.20 |
Burgerservicenummer kind |
09.02.10 |
Voornamen kind |
09.02.20 |
Adellijke titel/predicaat kind |
09.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam kind |
09.02.40 |
Geslachtsnaam kind |
09.03.10 |
Geboortedatum kind |
Bijlage bij artikel 3 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.01.20 |
Burgerservicenummer ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.01.20 |
Burgerservicenummer ouder2 |
04 |
NATIONALITEIT |
04.05.10 |
Nationaliteit |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.01.10 |
A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner |
05.01.20 |
Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.09.20 |
Datum inschrijving in de gemeente |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.20 |
Gemeentedeel |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
09 |
KIND |
09.01.10 |
A-nummer kind |
09.01.20 |
Burgerservicenummer kind |
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres het betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen voor de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de Autoriteit Consument en Markt (in deze toelichting genoemd: de Minister van Economische Zaken).
De Minister van Economische Zaken is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.
De Autoriteit Consument en Markt is juridisch onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en is een onafhankelijke publieke toezichthouder belast met het toezicht op de mededinging, de telecommunicatie en het consumentenrecht.
De Autoriteit Consument en Markt is verantwoordelijk voor de volgende taken:
• toezicht op alle sectoren van de Nederlandse economie;
• toezicht op naleving van de Mededingingswet (mededingingsafspraken);
• bestrijding van kartels, bijvoorbeeld in de vorm van prijsafspraken, marktverdeling, of productiebeperkende afspraken;
• bestrijding van misbruik van economische machtsposities;
• toetsing van fusies en overnames, en
• regulering van de telecommunicatie, energie- en vervoerssector.
Door een fusie van de Consumentenautoriteit, de OPTA en de Nederlandse Mededingingsautoriteit is de Autoriteit Consument en Markt op 1 april 2013 ontstaan. Met de samenvoeging van deze toezichthouders wordt de effectiviteit en efficiëntie van het markttoezicht vergroot.
De Minister van Economische Zaken krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Minister van Economische Zaken vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek en de verstrekking van adresgegevens op verzoek. Tot de doelgroep van de Minister van Economische Zaken behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
De Minister van Economische Zaken mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I. De Minister van Economische Zaken mag gegevens opvragen over de ingeschrevenen in het kader van het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom, het (zonder toestemming) betreden en doorzoeken van woningen, het verrichten van een inspectie, het toesturen of uitreiken van een afschrift van het verslag van de betreding, doorzoeking of inspectie, het behandelen van bezwaar en beroep, het houden van toezicht als bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000 en de Loodsenwet, het goedkeuren en beslissen als bedoeld in de Gaswet, de correcte uitvoering van het nummerplan als bedoeld in de Telecommunicatiewet en het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek ten aanzien van het naleven van de Mededingingswet, het bestrijden van kartels en misbruik van economische machtsposities, het toetsen van fusies en overnames en het reguleren van de energie- en vervoerkamer.
Naast deze taakomschrijving is ook de groep personen waarop het verzoek van de Minister van Economische Zaken gericht mag zijn, beperkt. Het betreft niet alleen personen die de Mededingingswet feitelijk ofwel persoonlijk overtreden, feitelijk kartels aangaan en feitelijk economische machtsposities misbruiken, maar ook personen die (zijdelings of nauw) betrokken zijn bij de overtreding, het aangaan van het kartel of het misbruik van de economische machtspositie.
De Minister van Economische Zaken kan tevens gegevens verstrekt krijgen van personen die op hetzelfde adres in Nederland ingeschreven zijn als de in het verzoek aangeduide ingeschrevene. De Minister van Economische Zaken verzoekt slechts om gegevens die zijn aangegeven in bijlage II, indien deze noodzakelijk zijn in verband met het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom, het (zonder toestemming) betreden en doorzoeken van woningen, het verrichten van een inspectie, het toesturen of uitreiken van een afschrift van het verslag van de betreding, doorzoeking of inspectie, het behandelen van bezwaar en beroep, het houden van toezicht als bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000 en de Loodsenwet, het goedkeuren en beslissen als bedoeld in de Gaswet en het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek ten aanzien van het naleven van de Mededingingswet, het bestrijden van kartels en misbruik van economische machtsposities, het toetsen van fusies en overnames en het reguleren van de energie- en vervoerkamer en tenminste een van de personen die op dat adres ingeschreven is, voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in artikel 3 van dit besluit.
Het gegeven Adellijke titel/predicaat wordt verstrekt i.v.m. het aanschrijven van personen. Het gegeven “01.85.10 Ingangsdatum geldigheid” is van belang om chronologisch de wijzigingen van gegevens uit categorie 01 na te gaan.
De historische gegevens uit de categorieën 51 Persoon en 58 Verblijfplaats worden verstrekt i.v.m. het identificeren van personen en om te achterhalen of een persoon op een bepaald adres heeft gewoond. De duur van deze onderzoeken kunnen namelijk oplopen tot 6 tot 8 jaar terug.
De gegevens over Ouder1, Ouder2, Huwelijk/geregistreerd partnerschap en Kind worden verstrekt i.v.m. het vaststellen van de familierechtelijke of relationele verbanden. De vaststelling van de verbanden kan in het onderzoek leiden tot het identificeren van andere personen die tevens betrokken zijn bij een overtreding van de Mededingingswet. Zo kunnen ook de ouders, echtgenoten/partners en kinderen betrokken zijn bij het aangaan van een kartel of het misbruik van een economische machtspositie. De vaststelling van de leeftijd van (minderjarige) kinderen kan bepalend zijn voor het uitvoeren van een huisdoorzoeking of het (zonder toestemming) binnentreden van een woning. Bij voorkeur worden dergelijke ingrijpende doorzoekingen uitgevoerd bij afwezigheid van de (minderjarige) kinderen en echtgenoot/partner.
Het gegeven “04.05.10 Nationaliteit” wordt verstrekt omdat er op verzoek van de Europese Commissie onderzoeken kunnen plaatsvinden naar personen met verschillende nationaliteiten. Deze personen kunnen zo in hun eigen taal worden aangeschreven en benaderd.
De gegevens “06.08.20 Plaats overlijden” en “06.08.30 Land overlijden” zijn verstrekt, zodat de uitvoering van een onderzoek naar een (mogelijke) overtreding op de plaats en in het land van het overlijden (eventueel in het buitenland) kan worden voortgezet.
De Minister van Economische Zaken heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de Minister van Economische Zaken aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
In bijlage II worden de verwijsgegevens van Ouder1, Ouder2, Huwelijk/geregistreerd partnerschap en Kind verstrekt i.v.m. het bepalen van de woonsituatie van degene die de Mededingingswet niet naleeft en i.v.m. het vaststellen van de familierechtelijke of relationele verbanden van de medebewoners van degene die de Mededingingswet niet naleeft. De vaststelling van de verbanden kan in het onderzoek leiden tot het identificeren van andere personen die tevens betrokken zijn bij een overtreding. Zo kunnen ook de ouders, echtgenoten/partners en kinderen betrokken zijn bij het aangaan van een kartel of het misbruik van een economische machtspositie.
Aan de hand van de woonsituatie kan het tijdstip waarop de huisdoorzoeking of het (zonder toestemming) binnentreden van de woning plaatsvindt worden aangepast, zodat de kinderen en de echtgenoot/partner niet aanwezig zijn bij een dergelijke ingrijpende gebeurtenis.
De actuele en historische gegevens buitenland (08.13.10 t/m 08.13.50 en 58.13.10 t/m 58.13.50) zijn gegevens van niet-ingezetenen. Deze verstrekking is noodzakelijk, omdat ook de niet-ingezetenen bij de uitvoering van bovengenoemde taken van de Minister van Economische Zaken tot de doelgroep behoren.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Minister van Economische Zaken tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken.
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 februari 2014, 2014-0000087826, ingetrokken.
Deze intrekking is het gevolg van de toevoeging van een taak die de Autoriteit Consument en Markt uitvoert in het kader van de Telecommunicatiewet.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, www.rvig.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-7913.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.