De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 4.3, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluit:
ARTIKEL I
Bijlage XIII, onderdeel A. Lijst met grenswaarden, behorend bij de artikelen 4.19,
eerste lid, en 4.20, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt
gewijzigd:
A
Voetnoot a in regel Lasrook met de daarbij behorende omschrijving vervalt.
B
De regel Lood, zie artikel 4.19a Arbeidsomstandighedenregeling komt te luiden:
Lood en anorganische loodverbindingen
(zie tevens artikel 4.19a Arbeidsomstandig-hedenregeling)
|
7439-92-1
|
0,15
|
|
–
|
|
C
In alfabetische volgorde wordt de volgende stof ingevoegd:
Tin (anorganische verbindingen als Sn)
|
7440-31-5
|
2
|
|
–
|
|
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016.
Den Haag, 8 februari 2016
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
TOELICHTING
Algemeen
Per 1 januari 2007 is het stelsel van (wettelijke) grenswaarden ingrijpend gewijzigd
(Staatsblad 2006, nr. 674). Artikel 4.33, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) bevat
de mogelijkheid om bij ministeriële regeling wettelijke grenswaarden vast te stellen.
Dit is uitgewerkt in bijlage XIII van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling).
Verder regelt artikel 4.3, tweede lid, van het Arbobesluit dat als er geen wettelijke
grenswaarde voor een bepaalde gevaarlijke stof is vastgesteld, de werkgever een grenswaarde
voor die stof vaststelt, de zogenoemde private grenswaarde.
Bij de wijziging van 1 januari 2007 is toegelicht dat in elk geval de in Europa vastgestelde
grenswaarden tot het publieke domein zouden gaan behoren; deze moeten dus worden opgenomen
in bijlage XIII van de Arboregeling (als wettelijke grenswaarde). Dit is in zijn algemeenheid
ook geschied. Bij actualisatie is gebleken dat dit ten onrechte achterwege is gelaten
voor de stof tin. Tevens bleek dat de huidige invulling van de wettelijke grenswaarde
voor lood bij nader inzien minder juist is.
Artikelsgewijs
Artikel I, onder A
Voor lasrook gold tot 1 april 2010 een wettelijke grenswaarde van 3,5 mg/m3. Inmiddels is deze datum ruime tijd verstreken. Om deze reden wordt in onderhavige
wijziging deze voetnoot geschrapt.
Artikel I, onder B
De in dit onderdeel opgenomen herziene wettelijke grenswaarde voor lood was in het
verleden al in die vorm opgenomen in (de oude) bijlage VI (lijst van wettelijke grenswaarden)
behorend bij artikel 4.19 van de Arboregeling. Langs deze weg kon de toenmalige Arbeidsinspectie
toezicht houden op het gebruik van deze stof.
Bij de herziening van het stelsel van wettelijke grenswaarden per 1 januari 2007 is
de huidige omschrijving van de grenswaarde voor lood opgenomen in (de nieuwe) bijlage
XIII van de Arboregeling. Door de verwijzing naar artikel 4.19a van de Arboregeling
is echter alleen sprake van een wettelijke grenswaarde voor lood in het bloed (biologische
grenswaarde).
Richtlijn nr. 91/322/EEG, van de Commissie van 29 mei 1991, Pb L 177, gaat echter
ook uit van een bindende grenswaarde voor lood in de lucht. Dat wil zeggen dat de
omschrijving van de wettelijke grenswaarde voor lood in bijlage XIII moet worden aangepast
en hersteld in de oorspronkelijke staat (zoals die luidde voor 1 januari 2007). Dit
onderdeel voorziet daarin.
Dit laat onverlet dat ook de reeds geldende biologische grenswaarde voor lood uit
artikel 4.19a van het Arbobesluit van kracht blijft.
Artikel I, onder C
Bijlage XIII bevatte tot nu toe geen wettelijke grenswaarde voor tin; dit in tegenstelling
tot Richtlijn nr. 91/322/EEG, van de Commissie van 29 mei 1991, Pb L 177. Dit onderdeel
voorziet alsnog in opname van een wettelijke grenswaarde voor tin in bijlage XIII.
De waarde wordt vastgesteld op het niveau van de Europese indicatieve grenswaarde.
Artikel II
Het bovenstaande betekende dat het vaststellen van een grenswaarde voor tin en lood
in de lucht tot nu toe primair een verantwoordelijkheid van de werkgever was. Artikel
4.3, tweede lid, van het Arbobesluit bepaalt, zoals opgemerkt, immers dat als er geen
wettelijke grenswaarde voor een bepaalde gevaarlijke stof is vastgesteld, de werkgever
een grenswaarde voor die stof vaststelt (private grenswaarde). Dit moet de werkgever
echter wel doen met inachtneming van (EU-) regelgeving, bevindingen van de Gezondheidsraad,
etc. Feitelijk moest de werkgever dus al een private grenswaarde voor tin en/of lood
in de lucht hebben afgeleid, waarbij het bestaan van de grenswaardenlijst van de EU
een cruciale rol moet spelen. Zo bezien gaat het hier dus niet om nieuwe grenswaarden.
Om die reden geldt er dan ook maar een korte implementatietermijn.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher