Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 januari 2016, kenmerk 908270-145969-PG tot benoeming van de voorzitter en leden van de beoordelingscommissie, bedoeld in de Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Regeling beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen en artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Met ingang van 1 februari 2016 worden tot lid van de beoordelingscommissie benoemd:

    • a. mevrouw dr. E. Pajkrt in de hoedanigheid van arts, gelet op haar deskundigheid op het terrein van de gynaecologie, tevens voorzitter;

    • b. mevrouw mr. A.C. de Die in de hoedanigheid van rechtsgeleerde, tevens plaatsvervangend voorzitter;

    • c. de heer prof. dr. O.F. Brouwer in de hoedanigheid van arts, gelet op zijn deskundigheid op het terrein van de kinderneurologie;

    • d. mevrouw prof. dr. J.H. Kok in de hoedanigheid van arts, gelet op haar deskundigheid op het terrein van de neonatologie;

    • e. de heer drs. F.J.C.M. Klumper in de hoedanigheid van arts, gelet op zijn deskundigheid op het terrein van de gynaecologie;

    • f. mevrouw prof. dr. M.A. Verkerk in de hoedanigheid van ethicus.

  • 2. Met ingang van 1 februari 2016 worden tot plaatsvervangend lid van de beoordelingscommissie benoemd:

    • a. mevrouw dr. A. Coumans in de hoedanigheid van arts, gelet op haar deskundigheid op het terrein van de gynaecologie;

    • b. mevrouw mr. dr. R.P. Wijne in de hoedanigheid van rechtsgeleerde;

    • c. de heer prof. dr. M.A.A.P. Willemsen in de hoedanigheid van arts, gelet op zijn deskundigheid op het terrein van de kinderneurologie;

    • d. de heer dr. M.A.H.B.M. van der Hoeven in de hoedanigheid van arts, gelet op zijn deskundigheid op het terrein van de neonatologie;

    • e. mevrouw dr. G.T.R. Manten in de hoedanigheid van arts, gelet op haar deskundigheid op het terrein van de gynaecologie;

    • f. mevrouw dr. M.C. de Vries in de hoedanigheid van ethicus.

Artikel 2

  • 1. De leden en plaatsvervangende leden van de beoordelingscommissie ontvangen per vergadering een vergoeding van 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 2. De voorzitter van de beoordelingscommissie ontvangt per vergadering een vergoeding van 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de commissie is toegekend.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven