Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2016, 7441 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Staatscourant 2016, 7441 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Waddinxveen, Wassenaar en Zoeterwoude;
het uit overwegingen van kwaliteit, continuïteit en efficiency gewenst is om hun samenwerking bij de beleidsvoorbereiding, heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie vorm te geven op basis van een gemeenschappelijke regeling;
het hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten Gouda, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude sinds 1 januari 2011 op dit gebied samenwerken in de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Katwijk daarbij per 1 januari 2013 zijn aangesloten en dat de gemeente Waddinxveen wil aansluiten bij deze gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2016;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Waterschapswet, de Gemeentewet en de Wet waardering onroerende zaken;
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
ambtenaar van het samenwerkingsverband: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub c, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub c, van de Waterschapswet, bevoegd tot de heffing of de invordering van belastingen, en tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
belastingdeurwaarder: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub d, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub d, van de Waterschapswet, dan wel een als belastingdeurwaarder aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
heffingsambtenaar: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 232, lid 4, sub a, van de Gemeentewet en artikel 124, lid 5, sub a, van de Waterschapswet, bevoegd tot het heffen van belastingen en als bedoeld in artikel 30, lid 8 juncto artikel 1, lid 2 van de Wet waardering onroerende zaken, juncto artikel 231, lid 2 sub b van de Gemeentewet, bevoegd tot de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;
Het aantal stemmen per deelnemer wordt jaarlijks door het algemeen bestuur op de eerste vergadering van het jaar vastgesteld aan de hand van de voor dat jaar vastgestelde begroting van de belastingsamenwerking, met dien verstande dat het stemrecht van een deelnemer altijd minder dan 50% van het totale stemrecht bedraagt. Het aantal stemmen wordt afgerond op 2 cijfers achter de komma.
Een lid van het algemeen bestuur kan een initiatief indienen tot wijziging of intrekking van een door het algemeen bestuur bij gewone meerderheid genomen besluit, wanneer de deelnemer die het lid vertegenwoordigt ernstig in zijn belangen wordt geschaad. Op dit initiatief is artikel 42 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.
Het algemeen bestuur is belast met het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband, waaronder kaderstelling en controle van het dagelijks bestuur.
Hoofdstuk 5: Dagelijks bestuur
Eén lid is afkomstig uit het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland; één lid is afkomstig uit de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Gouda, Katwijk of Leiden en één lid is afkomstig uit de colleges van burgemeester en wethouders van de overige gemeenten die deel uit maken van het samenwerkingsverband
Conform artikel 66b juncto artikel 33b van de Wet is het dagelijks bestuur in ieder geval bevoegd tot:
uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet milieubeheer en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de Minister van Financiën, het bestuur van ‘s Rijksbelastingdienst en de directeur, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van de deelnemers;
Hoofdstuk 8: Heffingsambtenaar, Invorderingsambtenaar, ambtenaar van het samenwerkingsverband en belastingdeurwaarder
Het samenwerkingsverband heeft één of meer heffingsambtenaren, invorderingsambtenaren, ambtenaren van het samenwerkingsverband en belastingdeurwaarders.
De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de inspecteur, respectievelijk de ambtenaar bevoegd tot de heffing van belastingen van de deelnemers.
De invorderingsambtenaar heeft de bevoegdheden en verplichtingen die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de ontvanger, respectievelijk de ambtenaar bevoegd tot de invordering van de belastingen van de deelnemers.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in lid 1 en 2 neemt de invorderingsambtenaar de kwijtscheldingsregels van de desbetreffende deelnemer en de nadere regels van het dagelijks bestuur in acht, alsmede houdt hij rekening met de beleidsregels van het dagelijks bestuur ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheid.
De ambtenaar van het samenwerkingsverband oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Wet op de bedrijveninvesteringszones en de Wet waardering onroerende zaken zijn toegekend aan de ambtenaren van de Rijksbelastingdienst, respectievelijk de ambtenaar bevoegd tot de heffing of invordering van de deelnemers als bedoeld in artikel 231, lid 2, sub d, van de Gemeentewet en artikel 123, lid 3, sub d, van de Waterschapswet.
De belastingdeurwaarder oefent de bevoegdheden en verplichtingen uit die bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Gemeentewet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de bedrijveninvesteringszones zijn toegekend aan de belastingdeurwaarder.
Hoofdstuk 10: Begroting, rekening, administratie en controle
De vertegenwoordigende organen van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting aan het dagelijks bestuur hun zienswijzen naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
De deelnemers staan gezamenlijk garant voor de juiste betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door het samenwerkingsverband af te sluiten langlopende leningen, kasgeldleningen en in rekening courant op te nemen gelden, naar verhouding van de in lid 1 bedoelde bijdrage op 1 januari van het jaar waarin de rente en aflossing is verschuldigd.
De regels, bedoeld in lid 1, voorzien onder meer in de aanwijzing van een registeraccountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek belast met het onderzoek van de jaarrekening alsmede het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
Hoofdstuk 11: Toetreding en uittreding
Het college van een gemeente of een dagelijks bestuur van een waterschap dat wenst toe te treden dient het verzoek tot toetreding, met inbegrip van de verkregen toestemming van de gemeenteraad respectievelijk het algemeen bestuur van het waterschap, in bij het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband.
Een deelnemer kan uittreden uit de regeling. De deelnemer die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van zijn vertegenwoordigend orgaan, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband en aan de overige deelnemers.
Na ontvangst van het in lid 1 vermelde schrijven wordt aan een, in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen, onafhankelijke registeraccountant opdracht verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling besloten. Het liquidatieplan wordt met ten minste drie vierde meerderheid van stemmen vastgesteld door het algemeen bestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
Hoofdstuk 13: Overige bepaling
Indien het in het lid 2 bedoelde overleg niet tot een oplossing leidt, benoemen het dagelijks bestuur en het college waarmee het geschil bestaat elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen een derde deskundige, die tevens als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het dagelijks bestuur treedt mede namens het betreffende college op als opdrachtgever van de commissie. In de opdracht wordt tenminste het probleem geschetst, worden de te beantwoorden vragen geformuleerd en wordt de termijn genoemd waarbinnen de commissie haar advies dient uit te brengen.
Na ontvangst van het advies treden de in het lid 2 bedoelde afgevaardigden nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de wet voor te leggen aan gedeputeerde staten.
Binnen één maand na het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling wijzen de dagelijkse besturen en de colleges op grond van artikel 7 de leden en plaatsvervangend leden van het algemeen bestuur aan.
Het college van de gemeente Leiden wordt belast met de inzending van deze regeling aan gedeputeerde staten.
De regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland 2016’.
Aldus vastgesteld op 29 september 2015 in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland,
Aldus vastgesteld op 6 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,
Aldus vastgesteld op 13 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda,
Aldus vastgesteld op 10 november 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk,
Aldus vastgesteld op 17 november 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden,
Aldus vastgesteld op 13 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,
Aldus vastgesteld op 27 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,
Aldus vastgesteld op 6 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,
Aldus vastgesteld op 27 oktober 2015 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar,
Aldus vastgesteld op 12 januari 2016 in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude,
Bijlage bij Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna Reglement) als bedoeld in artikel 6, lid 2 van het Reglement.
Met ingang van 1 januari 2011 gaat het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna BSGR) , naast de in artikel 5, lid 2 van het Reglement genoemde belastingen ook de navolgende belastingen ten behoeve van de genoemde deelnemers uitvoeren:
Ten behoeve van de gemeente Gouda is door het college van burgemeester en wethouders van Gouda bij delegatiebesluit van 14 december 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Ten behoeve van de gemeente Wassenaar is door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar bij delegatiebesluit van 14 september 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Ten behoeve van het hoogheemraadschap van Rijnland is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland bij delegatiebesluit van 23 november 2010 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 22 december 2010 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Zoeterwoude is door het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude bij delegatiebesluit van 6 december 2011 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 21 december 2011 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Katwijk is met ingang van 1 januari 2013 door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk bij delegatiebesluit van 8 januari 2013 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 23 april 2013 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is met ingang van 1 januari 2015 door het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk bij delegatiebesluit van 8 juli 2014 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 24 november 2014 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Wassenaar is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar bij delegatiebesluit van 15 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Voorschoten is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten bij delegatiebesluit van 14 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Oegstgeest is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest bij delegatiebesluit van 16 september 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Ten behoeve van de gemeente Waddinxveen is met ingang van 1 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen bij delegatiebesluit van 18 augustus 2015 aan de BSGR overgedragen de bevoegdheid tot heffing en invordering van:
Het Algemeen Bestuur is in zijn vergadering van 17 september 2015 akkoord gegaan met de voornoemde overdacht van heffings- en invorderingsbevoegdheden naar de BSGR.
Aldus vastgesteld op 17 september 2015 in de vergadering van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-7441.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.