Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 februari 2016, nr. WJZ/879065, houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) in verband met de instelling van DUS-I en de invoering en toepassing van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (Mandaatbesluit OCW DUS-I)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008;

Gezien de instemming van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de kwartiermaker van de Dienst Uitvoering Subsidies voor Instellingen van 4 februari 2016;

Besluit:

Artikel 1

Aan de kwartiermaker van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (verder DUS-I) wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om alle noodzakelijke besluiten te nemen en alle noodzakelijke handelingen te verrichten voor zover deze betrekking hebben op het werkterrein van DUS-I.

Artikel 2

Aan de kwartiermaker van DUS-I wordt toegestaan om met betrekking tot het mandaat, bedoeld in artikel 1, zelf ondermandaat te verlenen. Het vierde lid van artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

  • 1. De behandeling van bezwaarschriften, gericht tegen besluiten door of namens de kwartiermaker van DUS-I genomen, geschiedt, onder toepassing van de Regeling behandeling bezwaarschriften OCW, bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.

  • 2. De Dienst Uitvoering Onderwijs draagt eveneens zorg voor de noodzakelijke procesvertegenwoordiging bij de behandeling van verzoeken om een voorlopige voorziening, beroepschriften en beroepschriften in hoger beroep, gericht tegen besluiten door of namens de kwartiermaker van DUS-I genomen.

Artikel 4

Besluiten als bedoeld in artikel 1, genomen door of namens de kwartiermaker van DUS-I in de periode van 1 februari 2016 tot het moment van inwerkingtreding van dit besluit, gelden als besluiten genomen namens de minister.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit OCW DUS-I.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Op 1 april 2016 treedt naar verwachting de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS in werking. Gelijktijdig zal de uitvoering van een groot aantal subsidieregelingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (waarvan de uitvoering nu nog is belegd bij onder andere de Dienst Uitvoering Onderwijs) worden overgedragen aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). Vooruitlopend daarop zullen vanaf 1 februari reeds een aantal subsidieregelingen van OCW door DUS-I verder worden uitgevoerd.

DUS-I is een samenwerkingsverband van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Organisatorisch is DUS-I bij het laatstgenoemde ministerie ondergebracht.

Met dit besluit wordt geregeld dat de kwartiermaker van DUS-I mandaat heeft om namens de minister van OCW besluiten te nemen en handelingen te verrichten die nodig zijn voor een goede toepassing van de OCW-subsidieregelingen voor zover de uitvoering daarvan aan DUS-I wordt overgedragen. Tevens wordt hij in staat gesteld om binnen DUS-I ondermandaat te verlenen.

Ten aanzien van het nemen van besluiten bij de behandeling van bezwaarschriften is het verlenen van ondermandaat eveneens toegestaan, met dien verstande dat daarbij artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uiteraard in acht dient te worden genomen.

Van de door de kwartiermaker verleende ondermandaten dient een register te worden bijgehouden, overeenkomstig het register bedoeld in artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008.

De drie afzonderlijke ministers blijven ministerieel en juridisch verantwoordelijk voor de goede toepassingen van de door hen vastgestelde subsidieregelingen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven