Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dordrecht | Staatscourant 2016, 72542 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dordrecht | Staatscourant 2016, 72542 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem,
Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard,
Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht;
dat zij hun samenwerking op tal van beleidsterreinen sinds 1993 hebben vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling voor het grondgebied van Zuid-Holland Zuid, sinds 1998 genaamd Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid;
dat in de periode 2007 tot 2010 belangrijke taken van de Regio Zuid-Holland Zuid zijn verzelfstandigd in eigen gemeenschappelijke regelingen;
dat in 2011 door het algemeen bestuur een bestuurlijke werkgroep is ingesteld met de opdracht te rapporteren over de toekomstige taken en inrichting van de gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid, waarop de besturen van de deelnemende gemeenten hun zienswijze en uiteindelijk hun instemming hebben gegeven;
dat dit heeft geleid tot een volledig herziene gemeenschappelijke regeling, met gewijzigde taken en organisatiestructuur;
dat in de Wet publieke gezondheid de verplichting is opgenomen dat de colleges van burgemeester en wethouders die behoren tot een regio als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s, via het treffen van een gemeenschappelijke regeling zorg moeten dragen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst in die regio;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk het samenwerkingsverband, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
HOOFDSTUK 3 TE BEHARTIGEN BELANGEN
Het samenwerkingsverband heeft tot taak, vanuit het beginsel van verlengd lokaal bestuur, en met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen.
HOOFDSTUK 4 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Ter verwezenlijking van het bepaalde in de artikelen 3 en 4 voert het samenwerkingsverband op de navolgende terreinen de volgende specifieke taken en bevoegdheden uit welke uitvoering door het algemeen bestuur kan worden toegedeeld aan een organisatieonderdeel:
Het samenwerkingsverband is belast met:
Taken in vrijwillige samenwerking van de deelnemende gemeenten, waarvoor het samenwerkingsverband al dan niet het verlengd opdrachtgeverschap en een regiefunctie heeft bij de uitvoering door derden, voor zover het algemeen bestuur deze taken heeft aanvaard, en waarbij artikel 7, derde vierde lid van deze regeling van overeenkomstige toepassing is.
Het samenwerkingsverband is belast met:
Het samenwerkingsverband is belast de uitoefening van gemeenschappelijke taken – met inbegrip van het financieel beheer en coördinatie - met betrekking tot de instandhouding van het Jeugd Preventie Team in de samenwerking van de deelnemende gemeenten, Bureau Jeugdzorg en de politie.
Het samenwerkingsverband heeft in elk geval tot taak te zorgen voor een kwalitatief goede en efficiënte uitvoering van gemeentelijke taken in het kader van de Jeugdwet alsmede de organisatie en uitvoering van het AMHK waarvan de colleges van de deelnemende gemeenten hebben vastgesteld dat deze in gezamenlijkheid worden uitgevoerd.
Het samenwerkingsverband voert in elk geval de volgende door de deelnemende gemeenten overgedragen taken en bevoegdheden uit, met inachtneming van de daarvoor door alle deelnemende gemeenten eensluidend vastgestelde regelingen:
het contracteren of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp en uitvoerders van jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet alsmede uitvoerders van taken in het kader van het AMHK; de jeugdhulp omvat de uitvoering van gesloten jeugdhulp, crisiszorg, pleegzorg, residentiële, intramurale zorg of specialistische zorg voor jeugdigen; de taken worden uitgevoerd met inachtneming van de afspraken die hierover op bovenregionaal of landelijk niveau zijn of worden gemaakt;
het bevorderen van gezamenlijk overleg van de deelnemende gemeenten inzake de uitvoering van de jeugdhulptaken, welke ingevolge de Jeugdwet aan de gemeenten zijn opgedragen alsmede inzake de organisatie en uitvoering van het AMHK,waaronder in ieder geval wordt begrepen de volgende aan het samenwerkingsverband door middel van delegatie overgedragen bevoegdheden ten behoeve van het gebied:
Het samenwerkingsverband voert namens de colleges van de deelnemende gemeenten ook andere taken en bevoegdheden in het kader van de uitvoering van de Jeugdwet en de taken ter zake het AMHK uit, voor zover die taken door de colleges van de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsverband zijn opgedragen en de daarvoor benodigde bevoegdheden door middel van een daartoe strekkend mandaat- en/of machtigingsbesluit zijn toegekend aan de directeur van de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid, en voor zover het algemeen bestuur met dit mandaat heeft ingestemd.
Elk jaar wordt door het algemeen bestuur tezamen met de begroting een meerjarig beleidsplan vastgesteld. Het plan omvat een gedetailleerd overzicht van de in het op de vaststelling volgende jaar te ondernemen activiteiten en een meer globale aanduiding van de daarop volgende drie jaren te ondernemen activiteiten, alsmede een overzicht van de financiële gevolgen van deze activiteiten zoals die in de begroting zullen worden opgenomen.
De bestuursorganen van het samenwerkingsverband hebben ter verwezenlijking van de taken die zijn opgenomen in deze regeling, de bevoegdheid om een gemeenschappelijke regeling aan te gaan als bedoeld in hoofdstuk IX van de wet, of toe te treden tot een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in hoofdstuk VIII van de wet.
Het samenwerkingsverband is bevoegd tot verlening van een uitsluitend recht in de zin van artikel 18 van de Richtlijn 2004/18/EG en artikel 2.24, onder a, van de Aanbestedingswet, ter zake van dienstverlening op het gebied van personeelsaangelegenheden, informatisering en automatisering en telefonie, alsmede op het gebied van financiële- en juridische dienstverlening.
Wanneer een college in gebreke blijft overeenkomstig het eerste lid van dit artikel leden voor het algemeen bestuur aan te wijzen, blijven de door haar hem aangewezen leden hun lidmaatschap vervullen totdat dat college nieuwe leden heeft aangewezen, met inachtneming van het gestelde in artikel 12, vierde lid.
Alle bevoegdheden in het kader van deze regeling, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur bestaat naast de voorzitter van het algemeen bestuur uit vier leden die door het algemeen bestuur uit zijn midden worden aangewezen, met dien verstande dat twee leden afkomstig moeten zijn uit de subregio Drechtsteden, terwijl de subregio’s Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en Hoeksche Waard elk met één lid in het dagelijks bestuur zijn vertegenwoordigd.
Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan wordt het aanwijzen van een nieuw lid van het dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is bezet.
Een lid van het dagelijks bestuur kan, in geval van langdurige afwezigheid, worden vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur of door een door het algemeen bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid. Deze tijdelijke vervanging kan ook plaats hebben, indien een lid van het dagelijks bestuur het voorzitterschap waarneemt.
Elk lid van het dagelijks bestuur heeft in de vergadering een stem.
De artikelen 56, 58 en 59 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 7 PERSONEEL EN ORGANISATIE
De directeur publieke gezondheid en de directeur Serviceorganisatie Jeugd bewaken gezamenlijk een zo groot mogelijke eenheid van beleid, voorkomen tegenstrijdigheden in het beleid van beide organisatieonderdelen, dragen er zorg voor dat het beleid van de beide organisatieonderdelen zoveel mogelijk op elkaar aansluit en bewaken gezamenlijk de naleving van relevante wetten, kaders en richtlijnen en coördineren gezamenlijk besluitvormingsprocessen binnen het samenwerkingsverband die op de organisatieonderdelen Dienst Gezondheid & Jeugd en Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid zien.
De secretaris woont de vergaderingen bij van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De directeur die geen secretaris is, woont de vergaderingen bij van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De directeur die geen secretaris is, zal een (gedeelte van een) vergadering van het algemeen bestuur dan wel het dagelijks bestuur niet bijwonen als dat naar het oordeel van het algemeen bestuur dan wel het dagelijks bestuur niet gewenst is vanwege de te behandelen vergaderonderwerpen in de desbetreffende vergadering.
De rechtspositie en bezoldiging van de ambtenaren en van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, wordt bepaald door de regels welke zijn of zullen worden vastgesteld voor het personeel in dienst van de gemeente Dordrecht, tenzij, overeenkomstig het bepaalde in de Ambtenarenwet, het algemeen bestuur op enig moment zelf voorziet in de rechtspositie en bezoldiging.
HOOFDSTUK 8 ALGEMENE FINANCIËLE BEPALINGEN
Voor taken die door het organisatieonderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd worden uitgevoerd, rekent het samenwerkingsverband aan de deelnemende gemeenten algemene kosten en overige kosten toe. Het in dit lid bepaalde geldt gelijk voor elk ander organisatieonderdeel van het samenwerkingsverband met uitzondering van het organisatieonderdeel Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland, waarvoor het bepaalde in lid 6 geldt.
De in lid 2 bedoelde algemene kosten worden toegerekend aan alle deelnemende gemeenten op basis van het aantal inwoners. Voor het vaststellen van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 juli van het voorvorig begrotingsjaar gebruikt.
Voor taken die door het organisatieonderdeel Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid worden uitgevoerd stelt het algemeen bestuur bij verordening nadere regels vast over de financiële verhouding tussen de deelnemende gemeenten en het samenwerkingsverband, waaronder begrepen vaststelling van de hoogte van de bijdrage en vergoedingen en de wijze van bevoorschotting voor zover het gaat over de gedelegeerde taken en krachtens mandaat opgedragen taken en bevoegdheden.
Het algemeen bestuur kan, met inachtneming van lid 6, voor de verdeling van de in dit artikel bedoelde bijdragen een verordening vaststellen over de wijze waarop de door de deelnemende gemeenten verschuldigde algemene en specifieke bijdrage wordt berekend. Bij het opstellen van de verordening geldt als uitgangspunt dat de financiële gevolgen uitsluitend worden gedragen door de gemeenten die de betreffende taken hebben overgedragen.
Indien een der deelnemende gemeenten op grond van een in het eerste of tweede lid bedoelde borgstelling of garantie wordt aangesproken door een geldgever zijn de deelnemende gemeenten jegens elkaar verplicht bij te dragen in de schuld waarvoor de eerstbedoelde deelnemende gemeente wordt aangesproken, in de verhouding tot het inwoneraantal op 1 januari van het dienstjaar waarin de geldlening wordt aangegaan.
Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.
De bepalingen van artikel 35 betreffende de ontwerpbegroting zijn mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, voor zover die wijzigingen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeenten.
Wanneer het algemeen bestuur blijkt, dat de raad van een deelnemende gemeente weigert de in artikel 36, lid 1 bedoelde bijdrage in de gemeentebegroting op te nemen, doet het algemeen bestuur aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 juncto 195 van de Gemeentewet.
Het dagelijks bestuur biedt deze rekening, met toevoeging van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet aangewezen accountant(s), alsmede hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoording dienstig acht, ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.
HOOFDSTUK 12 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het gemeentebestuur van Dordrecht draagt zorg voor de toezending van de regeling aan gedeputeerde staten, als bedoeld in artikel 26 van de wet, en maakt de regeling tijdig in alle deelnemende gemeenten bekend door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. Artikel 140 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 13 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De regeling is in formele zin een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid, zodat het samenwerkingsverband de rechtspersoonlijkheid en alle daarmee samenhangende rechten en verplichtingen van de Regio Zuid-Holland Zuid voortzet, tenzij de regeling daarin uitdrukkelijk anders heeft voorzien.
Aldus besloten op:
16 februari 2016 door burgemeester en wethouders van Alblasserdam, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 29 maart 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
26 februari 2016 door burgemeester en wethouders van Binnenmaas, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 14 april 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
12 april 2016 door burgemeester en wethouders van Cromstrijen gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 5 juli 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
31 mei 2016 door burgemeester en wethouders van Dordrecht, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 10 mei 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
15 maart 2016 door burgemeester en wethouders van Giessenlanden, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 21 april 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
14 juni 2016 door burgemeester en wethouders van Gorinchem, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 1 september 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
9 februari 2016 door burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 31 maart 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
5 januari 2016 door burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 1 februari 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
9 februari 2016 door burgemeester en wethouders van Korendijk, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 15 maart 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
30 augustus 2016 door burgemeester en wethouders van Leerdam, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 22 september 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
20 september 2016 door burgemeester en wethouders van Molenwaard, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 20 september 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
20 september 2016 door burgemeester en wethouders van Oud-Beijerland, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 20 september 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
16 februari 2016 door burgemeester en wethouders van Papendrecht, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 7 april 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
1 maart 2016 door burgemeester en wethouders van Sliedrecht, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 29 maart 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
30 augustus 2016 door burgemeester en wethouders van Strijen, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 30 augustus 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
8 maart 2016 door burgemeester en wethouders van Zederik, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 25 april 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad;
8 maart 2016 door burgemeester en wethouders van Zwijndrecht, gelet op de daartoe op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 12 april 2016 verkregen toestemming van de gemeenteraad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-72542.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.