Gemeente Uithoorn - Verkeersbesluit aanwijzing verplicht fietspad Zijdelweg/onderdoorgang Zijdelweg

Logo Uithoorn

Uithoorn, kenmerk 2016-072115

Burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;

Formeel kader

Op grond van artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de Wegenverkeerswet 1994 is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten op alle gemeentelijke wegen.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Advisering

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de, namens de politiechef politieregio Amsterdam, gemandateerde specialist van het team Verkeersadvisering over dit verkeersbesluit.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Motivering

Met ingang van 15 december 1999 is de maatregel “bromfiets op de rijbaan” van kracht. Deze maatregel houdt in dat bromfietsers, met name binnen de bebouwde kom, op wegen met een verplicht fietspad, op de rijbaan moeten rijden. Zij mogen niet langer het verplichte fietspad gebruiken, zoals aangegeven door bord G11 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV1990); dit bord verplicht alleen nog fietsers en snorfietsers van het fietspad gebruik te maken. Omdat bromfietsers op de rijbaan van de Zijdelweg niet wenselijk zijn vanuit het oogpunt van veiligheid en doorstroming worden bromfietsers toegelaten op de langs de Zijdelweg gelegen fietspaden.

Gebleken is dat een bord ontbreekt zodat bromfietsers op het bromfietspad van de Zijdelweg, óók toegang hebben tot het verplichte fietspad onder de Zijdelweg door ter hoogte van de onderdoorgang met de busbaan.

Uit het oogpunt van het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers (art 2, lid 1a en b Wegenverkeerswet 1994), dient de afrit van het bromfietspad langs de Zijdelweg in de richting van het fietspad parallel aan de busbaan aangewezen te worden als verplicht fietspad. Tevens dienen fietsers die via de onderdoorgang bij de Zijdelweg het bromfietspad bereiken erop geattendeerd te worden dat zij een verplicht fietspad verlaten en een verplicht bromfietspad opgaan. Dit wordt bewerkstelligd door het plaatsen van de hiertoe benodigde verkeersborden, bord G11 en G12A van bijlage 1 van het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, conform de bij dit besluit behorende afbeeldingen.

 

Doel

Haaks onder de Zijdelweg is een busbaan aangelegd, naast deze busbaan ligt een fietspad. Het fietspad langs de busbaan heeft een breedte van 3.00 meter en is voor twee richtingen. Het is niet wenselijk om hier bromfietsers te laten rijden, in verband met de verkeersveiligheid. Dit fietspad is bereikbaar vanaf de Zijdelweg via een onder doorgang. Bij de splitsing Zijdelweg richting onderdoorgang is per abuis geen bord verplicht fietspad geplaatst. En indien men vanaf de onderdoorgang naar de Zijdelweg rijdt, geen bord bromfietspad.

Belangenafweging

Gezien het hiervoor gestelde onder "doel" weegt het belang van het waarborgen van de veiligheid van de fietsers, die gebruik maken van het fietspad langs de busbaan, zwaarder en dienen bromfietsers van dit fietspad geweerd te worden.

 

BESLUIT

Door het plaatsen van het bord G11 en G12a, van bijlage 1 van het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, bij de neergang resp. opgang van het pad gelegen tussen het fietspad langs de Zijdelweg en de onderdoorgang van het fietspad langs de busbaan ter hoogte van de Zijdelweg te UIthoorn, het betreffende deel van het pad aan te wijzen als verplicht fietspad, conform de bij dit besluit behorende afbeeldingen.

Uithoorn, 22 december 2016

Namens dezen,

M.R. Kooymans

Afdelingshoofd afdeling Buurt, Uitvoeringsorganisatie Duo+

MEDEDELINGEN

Bezwaar- of beroepsclausule

Een bezwaarschrift tegen dit besluit kan door belanghebbenden worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders (Postbus 8, 1420 AA Uithoorn) tot en met 5 april 2013. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • 1.

    naam en adres,

  • 2.

    datum bezwaarschrift,

  • 3.

    omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt,

  • 4.

    de reden(en) waarom u bezwaar maakt,

  • 5.

    schrijft u het bezwaarschrift in een vreemde taal, dan zorgt u voor een vertaling,

  • 6.

    (bij voorkeur) een kopie van het besluit waartegen u bezwaar wilt maken.

Naar boven