Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 23 december 2016, nr. 2016-0000805104, houdende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 met betrekking tot de toepassing van enkele normen

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op artikel 1a, derde lid, van de Woningwet en artikel 1.5, eerste en derde lid, van het Bouwbesluit 2012;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.1 komt te luiden:

Artikel 5.1 NEN 1006

Bij toepassing van NEN 1006 zijn alleen de onderdelen van toepassing die technische voorschriften uit oogpunt van gezondheid bevatten over een voorziening voor drinkwater of warmwater.

B

Na artikel 5.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.1a NEN 1010

Bij toepassing van NEN 1010 zijn alleen de onderdelen van toepassing die technische voorschriften uit oogpunt van veiligheid bevatten over een voorziening voor elektriciteit.

C

Artikel 5.8a komt te luiden:

Artikel 5.8a NEN-EN 1838

Waar in artikel 6.24, eerste en vierde lid, van het besluit wordt verwezen naar NEN-EN 1838 is bedoeld artikel 5.4.5 van die norm.

D

Bijlage I, behorende bij artikel 1.2, wordt als volgt gewijzigd:

1. De verwijzing naar NEN 1006+A3 2011 komt te luiden: NEN 1006:2015 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties.

2. De verwijzing naar NEN 1010 2007 + C1 2008 komt te luiden: NEN 1010:2015 + C1:2016 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.

3. De verwijzing naar NEN 1594 2006 komt te luiden: NEN 1594:2006 + C2:2015 Droge blusleidingen in en aan gebouwen.

4. De verwijzing naar NEN 2768 2005 komt te luiden: NEN 2768:2016 Meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie.

5. De verwijzing naar NEN 5087 2013 komt te luiden: NEN 5087 2013 + wijzigingsblad A1:2016 Inbraakveiligheid van woningen – Bereikbaarheid van dak- en gevelelementen: deuren, ramen en kozijnen.

6. De verwijzing naar NEN 6068 2008+ C1 2011 komt te luiden: NEN 6068 2016 + C1 2016 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten.

E

Bijlage II, behorende bij artikel 1.2, wordt als volgt gewijzigd:

De verwijzing naar NEN-EN 1997-1 + C1: 2012 komt te luiden:

NEN-EN 1997-1 + C1 + A1:2016 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp – Deel 1: Algemene regels, inclusief nationale bijlage NB:2016

NEN-EN 1997-1+ C1:2012 Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp – Deel 1: Algemene regels, inclusief nationale bijlage NB:2012 (aangewezen voor bestaande bouw en verbouw als tweedelijns norm in NEN 8700).

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling worden nadere voorschriften voor de toepassing van een aantal normen gegeven en wordt van een aantal normen een nieuwe versie aangewezen.

2. Procedure en inspraak

De in deze wijzigingsregeling opgenomen normen zijn voorgelegd aan de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). Deze commissie stemt hiermee in.

3. Code interbestuurlijke verhoudingen

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aangegeven in te stemmen met de inhoud van deze wijzigingsregeling.

4. Notificatie

De ontwerpregeling is op 21 september 2016 gemeld aan de Europese Commissie (notificatienummer 2016/503/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

Deze regeling bevat technische voorschriften in de zin van deze richtlijn (notificatierichtlijn). Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning (zie artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012).

Van de Commissie zijn geen opmerkingen ontvangen.

Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significante gevolgen voor de handel.

5. Lasten

De onderdelen A, B en C van artikel I hebben geen regeldrukeffecten. De onderdelen D en E van artikel I betreffen het aansturen van nieuwe versies van normen. Vanuit NEN is aangegeven dat het gebruiken van deze nieuwe versies in principe niet leidt tot lastenverzwaring. Een uitzondering hierop betreft de aansturing van de nieuwe NEN-EN 1997-1. In deze norm wordt de puntdraagkracht van funderingspalen met 30% gereduceerd ten opzichte van de eerdere norm. Uit onderzoek is gebleken dat voorgestane veiligheidsniveau van het Bouwbesluit 2012 niet aantoonbaar gehaald kan worden met de paaldraagkrachtfactoren die volgen uit de eerdere versie van de norm. Vergelijking met buitenlandse normen bevestigt dit. Aansturing van deze nieuwe norm leidt naar schatting tot een kostenstijging voor de bouwsector van 20 tot 30 miljoen euro per jaar (nalevingskosten). Deze extra kosten worden veroorzaakt door de noodzaak van het installeren van meer palen, of langere palen, of palen met een grotere diameter, en de bijbehorende installatiekosten per bouwwerk om de paalpuntreductie van 30% ten opzichte van het verleden te overbruggen. Deze wijziging geldt alleen voor nieuwbouw.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met dit onderdeel is een nieuw artikel 5.1 over NEN 1006 tussengevoegd. Het oude artikel 5.1, dat gewijzigd is met onderdeel B, is daarbij vernummerd tot artikel 5.1a. NEN 1006 regelt meer dan noodzakelijk is voor een adequate toepassing van de artikelen 6.12 en 6.13 van het Bouwbesluit 2012. In dit nieuwe artikel is daarom bepaald dat NEN 1006 alleen van toepassing is voor zover het gaat om technische voorschriften die aan een voorziening voor drinkwater of warmwater van een bouwwerk zijn gesteld uit oogpunt van gezondheid. Dit betekent dat de onderdelen van NEN 1006 die betrekking hebben op administratieve en procedurele bepalingen niet van toepassing zijn. Hetzelfde geldt voor voorschriften voor installaties buiten bouwwerken en voor voorschriften die geen betrekking hebben op gezondheid maar bijvoorbeeld op bruikbaarheid.

Onderdeel B

In NEN 1010 is meer opgenomen dan nodig is voor de toepassing van artikel 6.8 van het Bouwbesluit 2012. Eerder bevatte artikel 5.1 een uitgebreide opsomming waarin was aangegeven welke onderdelen bij toepassing van NEN 1010 buiten beschouwing mogen blijven. Met deze wijziging van de opzet van artikel 5.1 (voortaan artikel 51a) is bepaald dat NEN 1010 alleen van toepassing is voor zover het gaat om technische voorschriften voor een voorziening voor elektriciteit van een bouwwerk die zijn gesteld uit oogpunt van veiligheid. Dit betekent dat onderdelen van NEN 1010 die bijvoorbeeld betrekking hebben op administratieve en procedurele bepalingen niet van toepassing zijn. Hetzelfde geldt voor voorschriften voor installaties buiten bouwwerken en voor voorschriften die geen betrekking hebben op veiligheid maar bijvoorbeeld bruikbaarheid. De voorliggende wijziging heeft op zich geen inhoudelijk effect, maar heeft als voordeel dat nu de norm is gewijzigd (zie onderdeel D) het niet nodig is de opsomming van de onderdelen die buiten beschouwing mogen blijven op die wijziging aan te passen.

Onderdeel C

Artikel 5.8a is zodanig aangepast dat artikel 5.4.6 van NEN-EN 1838 niet meer van toepassing is. Het voorschrift van artikel 5.4.6 uit deze norm is namelijk niet in overeenstemming met de uitgangspunten van artikel 6.24, vierde lid, en artikel 6.3, vijfde lid, van het Bouwbesluit 2012. Uit deze leden volgt dat bij het uitvallen van de voorziening van elektriciteit de noodvoorziening binnen 15 seconden volledig moet werken. Uit artikel 5.4.6 van NEN-EN 1838 volgt echter dat al na 5 seconden 50% moet worden overgenomen door de noodvoorziening en 100% na 60 seconden. Met de voorliggende aanpassing van artikel 5.8a, waarmee bij artikel 6.24, eerste en vierde lid, van het Bouwbesluit 2012 alleen nog maar rekening hoeft te worden gehouden met de zichtbaarheidseisen van artikel 5.4.5 van NEN-EN 1838 is de eerdere discrepantie tussen het Bouwbesluit 2012 en de aangestuurde normartikelen verholpen.

Onderdeel D

In dit onderdeel is van een aantal in bijlage I opgenomen normen een nieuwere versie aangewezen. NEN 1006:2015 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties is aangepast aan de Europese norm voor leidingwaterinstallaties (de zogenoemde NEN-EN 806-serie). Met NEN 1010:2015 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties is de Europese norm voor laagspanningsinstallaties (de zogenoemde HD-IEC 60364-reeks) omgezet. Bij de overige normen gaat het om meer ondergeschikte aanpassingen, verduidelijkingen of een beperkte toepassingsuitbreiding.

Onderdeel E

In dit onderdeel is de constructienorm voor funderingen (NEN-EN 1997-1) aangepast voor nieuwbouw. In deze norm is de puntdraagkracht van funderingspalen met 30% gereduceerd ten opzichte van de huidige norm. Uit onderzoek is gebleken dat het voorgestane veiligheidsniveau van het Bouwbesluit 2012 niet aantoonbaar gehaald kan worden met de huidige paaldraagkrachtfactoren. Vergelijking met buitenlandse normen bevestigt dit.

Voor bestaande bouw en verbouw is de eerder aangestuurde versie van de NEN-EN 1997-1, een tweedelijns norm die volgt uit de NEN 8700, nog van toepassing en geldt de verzwaring dus niet.

Artikel II

Inwerkingtreding vindt plaats met ingang van 1 januari 2017.

Hierbij is rekening gehouden met het systeem van vaste verandermomenten, maar niet met de minimuminvoeringstermijn voor in dit geval het bouwbedrijfsleven van tenminste twee maanden vanaf vaststelling van de regeling. Hiervoor is gekozen omdat zo spoedig mogelijke inwerkingtreding in het belang van het bouwbedrijfsleven is. Er wordt daarbij overigens op gewezen dat de notificatietermijn van drie maanden voorafgaande aan de vaststelling van deze regeling in zekere zin ook is te beschouwen als voorbereidingstijd, omdat de regeling in het kader van de notificatie openbaar is gemaakt. Zie voor de notificatie ook onderdeel 4 van het algemeen deel van de toelichting. Verder zijn de in deze regeling opgenomen wijzigingen van normen al sedert geruime tijd door NEN gecommuniceerd met het bouwbedrijfsleven.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven