Besluit van het CAK tot mandaat en machtiging aan het CJIB voor de inning van bestuurlijke boete en bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet

De voorzitter van het CAK,

gelet op de artikelen 9b, 9c en 18c tot en met 18g van de Zorgverzekeringswet, de artikelen 6.5.1 tot en met 6.5.3 van de Regeling zorgverzekering, de Beleidsregel betaling bestuurlijke boete onverzekerden, de Beleidsregels inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet1 en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging CAK.

besluit als volgt:

Artikel 1

  • 1. Aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen, voorbereiden en uitvoeren van primaire besluiten op grond van de artikelen 9b, 9c en 18c tot en met 18g van de Zorgverzekeringswet en artikel 1 van de Beleidsregel betaling bestuurlijke boete onverzekerden en de daarmee samenhangende besluiten op grond van de artikelen 4:86, 4:93, 4:94 en afdeling 4.4.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Aan de algemeen directeur van het CJIB wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen, voorbereiden en uitvoeren van beslissingen op bezwaar ten aanzien van de besluiten genoemd in het eerste lid. De functionaris van het CJIB die betrokken is geweest bij het nemen van het primaire besluit wordt niet betrokken bij de beslissing op bezwaar.

Artikel 2

  • 1. Aan de algemeen directeur van het CJIB wordt machtiging verleend voor het voeren van executiegeschillen in verband met de ten uitvoerlegging van dwangbevelen, bedoeld in artikel 18f, zevende lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Aan de algemeen directeur van het CJIB wordt machtiging verleend voor het voeren van gerechtelijke procedures over de uitbetaling van zorgtoeslag aan het College voor zorgverzekeringen, als bedoeld in artikel 18f, zesde lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 3. Aan de algemeen directeur van het CJIB wordt machtiging verleend voor het voeren van gerechtelijke procedures over de betalingsregeling bedoeld in artikel 1 van de Beleidsregel betaling bestuurlijke boete onverzekerden.

  • 4. Aan de algemeen directeur van het CJIB wordt machtiging verleend voor het voeren van gerechtelijke procedures over de wijze van inning van de restschuld, bedoeld in artikel 7 en 8 van de Beleidsregels inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet.

Artikel 3

De algemeen directeur van het CJIB kan ondermandaat en verdere machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen voor de in artikel 1 en 2 genoemde bevoegdheden.

Artikel 4

De in artikel 1 tot en met 3 genoemde functionarissen oefenen de aan hen verleende bevoegdheden uit met inachtneming van de instructies, beleidsregels en beleidsstandpunten van het CAK.

Artikel 5

De algemeen directeur van het CJIB rapporteert aan het CAK één keer per vier maanden op een door het CAK aan te geven wijze over de manier waarop hij invulling geeft aan het verleende mandaat en de verleende machtiging als bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3.

Artikel 6

Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit CAK mandaat en machtiging aan het CJIB voor de inning van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Den Haag, 1 januari 2017

CAK, E. van den Brink Voorzitter van het CAK

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2017 is het CAK bevoegd om bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premies op te leggen. Tot 1 januari 2017 was dit de bevoegdheid van het Zorginstituut Nederland. Om deze reden is het ook noodzakelijk het mandaat aan het CJIB, zoals dat door het Zorginstituut Nederland was vastgesteld, opnieuw vast te stellen. Dat is in onderhavig besluit gebeurd.

Het CJIB heeft een deel van de uitvoering van de artikelen 9b, 9c en 18a tot en met 18g van de Zorgverzekeringswet voor het CAK op zich genomen. Dit volgt onder meer uit de Beleidsregel betaling bestuurlijke boete onverzekerden en artikel 5 en verder van de Beleidsregel inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet.

Het CAK stelt zelf de beslissingen tot boeteoplegging vast, stelt zelf vast of een verzekerde is aangemeld als wanbetaler en geeft de beslissingen over de inhouding op het inkomen af. De invordering van de bestuurlijke boetes vindt, namens het CAK, plaats door het CJIB. Als een verzekeringnemer geen of geen toereikende inkomensbronnen heeft, of indien de aangemelde wanbetaler geen verzekeringnemer is, maar wel een verzekerde is, dan zal het CJIB de invordering van de bestuursrechtelijke premie op zich nemen. Het CJIB verzoekt in voorkomende gevallen de Belastingdienst de zorgtoeslag aan het CJIB uit te betalen.

Met het onderhavige besluit wordt geregeld dat de algemeen directeur van het CJIB de primaire besluiten en de beslissingen op bezwaar kan nemen die samenhangen met de invordering van de bestuurlijke boetes en de bestuursrechtelijke premie. Dat wil zeggen dat hij onder meer namens het CAK een dwangbevel kan uitvaardigen. Tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel kan een executieprocedure worden aangespannen.

Daarnaast wordt in onderhavig besluit geregeld dat de algemeen directeur van het CJIB, indien daartoe door de verzekerde een verzoek wordt gedaan, namens het CAK een betalingsregeling van maximaal drie maandelijkse termijnen kan aanbieden (artikel 1, tweede lid, van de Beleidsregel betaling bestuurlijke boete onverzekerden).

Als de verzekerde dan wel verzekeringnemer bij het CAK is afgemeld moet worden bezien of hij alle verschuldigde bestuursrechtelijke premie heeft voldaan. Daartoe kan het CJIB op basis van het onderhavige mandaatbesluit namens het CAK een betaalvoorstel doen (vergelijk ook artikel 9 van de Beleidsregel inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet). Het CJIB zal de invordering van de restschuld van de bestuursrechtelijke premie namens het CAK op zich nemen.

Indien de betrokkene het niet eens is met de betalingsregeling, het betaalvoorstel dat het CJIB doet of de uitbetaling van de zorgtoeslag aan het CJIB, dan kan hij daartegen bezwaar aantekenen. Het CJIB zal in die gevallen de bezwaarprocedure en zo nodig de beroepsprocedure namens het CAK voeren.

Het CJIB rapporteert het CAK één keer per vier maanden over de wijze waarop van het mandaat gebruik is gemaakt. Over de wijze en inhoud van rapporteren maken het CJIB en het CAK nadere afspraken.


X Noot
1

Tot en met 31 december 2016 zijn dit de beleidsregels van het Zorginstituut Nederland, vanaf 1 januari 2017 zijn dit de beleidsregels van het CAK.

Naar boven