Regeling inzage- en correctierecht Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs en Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs

Het bestuur van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs en het bestuur van de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs,

Gelet op hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens;

Besluiten:

§ 1. Definities

Artikel 1. Definities en toepassingsbereik

  • 1. Deze regeling is van toepassing op verzoeken om inzage in en correctie van persoonsgegevens die verwerkt worden in het kader van de uitvoering van de wettelijke taken door het Vervangingsfonds en het Participatiefonds.

  • 2. In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. Wbp:

    de Wet bescherming persoonsgegevens;

    b. Vervangingsfonds:

    de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs als bedoeld in artikel 183 van de WPO dan wel artikel 169 van de WEC;

    c. Participatiefonds:

    de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs als bedoeld in artikel 184 van de WPO dan wel artikel 170 van de WEC;

    d. persoonsgegeven:

    elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

    e. verwerken van persoonsgegevens:

    elke handeling of geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens;

    f. betrokkene:

    degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;

    g. verantwoordelijke:

    degene welke alleen of tezamen met een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt;

    h. verzoek om inzage:

    een verzoek van of namens betrokkene om aan verzoeker mede te delen of, en zo ja welke, de betrokkene betreffende persoonsgegevens worden verwerkt, conform artikel 35 Wbp;

    i. verzoek om correctie:

    een verzoek van of namens betrokkene om, conform artikel 36 Wbp, persoonsgegevens van betrokkene te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt;

    j. verzoeker:

    degene die een verzoek om inzage of correctie indient bij het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds;

    k. legitimatiebewijs:

    een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;

    l. derde:

    ieder, niet zijnde de betrokkene, het Vervangingsfonds, het Participatiefonds, de bewerker, of enig persoon die onder rechtstreeks gezag van het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds of de bewerker gemachtigd is om persoonsgegevens te verwerken.

§ 2. Indiening en inbehandelingneming verzoeken

Artikel 2. Indiening van verzoeken

  • 1. De betrokkene heeft het recht vrijelijk en met redelijke tussenpozen een schriftelijk verzoek om inzage in en correctie van zijn persoonsgegevens in te dienen.

  • 2. Een schriftelijk ingediend verzoek wordt gedateerd en ondertekend, en bevat ten minste:

    • a. de volledige naam en voorletters en het adres van de betrokkene;

    • b. diens geboortedatum;

    • c. diens burgerservicenummer;

    • d. een kopie van een geldig legitimatiebewijs van betrokkene;

    • e. de aan te brengen wijzigingen.

  • 3. Een schriftelijk verzoek dat namens betrokkene wordt ingediend door een wettelijk vertegenwoordiger of een gemachtigde gaat vergezeld van een bewijsstuk inzake de wettelijke vertegenwoordiging of van een originele, door betrokkene ondertekende schriftelijke machtiging ter uitoefening van het inzage- of correctierecht door de verzoeker. Onverminderd het bepaalde in lid 2 wordt tevens ter identificatie een kopie van een geldig legitimatiebewijs van verzoeker bijgesloten en vermeldt het verzoek ook de volledige naam, voorletters en het adres van de verzoeker. Vorenstaande geldt niet als het verzoek wordt ingediend door een advocaat die als gemachtigde van betrokkene optreedt.

  • 4. Een verzoek om correctie kan slechts worden ingediend nadat de verzoeker inzage heeft genomen in de betreffende gegevens waarop correctie wordt verzocht.

  • 5. Het verzoek om inzage dan wel correctie moet worden ingediend bij het bestuursbureau van het Vervangingsfonds dan wel het bestuursbureau van het Participatiefonds.

Artikel 3. Kosten van verzoeken

Aan een verzoek om inzage en een verzoek om correctie zijn geen kosten verbonden.

Artikel 4. Berichtgeving ontvangst en inbehandelingneming

  • 1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek verstuurt het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds een ontvangstbevestiging.

  • 2. De ontvangstbevestiging bevat tenminste de naam van een contactpersoon, een beschrijving van de procedure en de te verwachten behandelingsduur van het verzoek.

Artikel 5. Toets op in behandeling nemen

  • 1. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds betrekt bij de behandeling van een verzoek om inzage en/of correctie slechts die verwerkingen waarvoor het is aan te merken als verantwoordelijke. Ingeval het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds constateert dat het verzoek mede of uitsluitend betrekking heeft op gegevens die bij een ander bestuursorgaan als verantwoordelijke berusten, zendt het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds het verzoek ter behandeling door naar dat andere bestuursorgaan. Verzoeker krijgt hiervan, onverminderd het bepaalde in artikel 6, bericht.

  • 2. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds toetst of een verzoek voldoet aan het bepaalde in artikel 2.

  • 3. Indien het verzoek niet voldoet aan het bepaalde in artikel 2 dan wordt verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn verzoek binnen 2 weken aan te vullen. Wordt binnen deze termijn het verzuim niet hersteld dan ontvangt verzoeker op de voet van artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht binnen 4 weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken een beslissing dat het verzoek niet in behandeling wordt genomen.

§ 3. Procedure uitvoering inzage en correctie

Artikel 6. Behandeling van verzoeken

  • 1. De verantwoordelijk manager van het organisatieonderdeel waarop het verzoek betrekking heeft draagt zorg voor afhandeling van een verzoek om inzage dan wel correctie.

  • 2. Indien voor de uitoefening van het inzage- of correctierecht ook andere onderdelen van het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds moeten worden ingeschakeld, zet de verantwoordelijk manager hiertoe de nodige stappen en coördineert hij de uitvoering van de inzage of correctie.

Artikel 7. Uitvoering inzageverzoek

  • 1. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds deelt verzoeker schriftelijk binnen vier weken na ontvangst van een verzoek dat voldoet aan het bepaalde in artikel 2 en artikel 5, mee of het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds persoonsgegevens over de betrokkene verwerkt en of dan wel in hoeverre het verzoek om inzage wordt ingewilligd.

  • 2. Indien het verzoek wordt ingewilligd, stelt het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds binnen de in het eerste lid bedoelde termijn de volgende gegevens ter beschikking:

    • a. een volledig en begrijpelijk overzicht van de verwerkte gegevens;

    • b. een omschrijving van:

      • i. het doel of de doeleinden van de verwerking;

      • ii. de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft;

      • iii. de ontvangers of categorieën ontvangers;

    • c. alle beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens.

  • 3. Desgevraagd verschaft het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds tevens informatie over de systematiek van de geautomatiseerde gegevensverwerking.

  • 4. Een verzoek om inzage wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd voor zover dit noodzakelijk is in het belang is van:

    • a. de veiligheid van de staat;

    • b. de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • c. gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

    • d. het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of

    • e. de bescherming van de betrokkene of de rechten en vrijheden van anderen.

  • 5. Als de administratie persoonsgegevens van een derde bevat die naar verwachting bezwaar zal hebben tegen verstrekking ervan aan betrokkene, stelt het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds die derde in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredige inspanning kost. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds beslist naar aanleiding van hetgeen door die derde naar voren is gebracht of één van de in de lid 4 genoemde uitzonderingsgronden van toepassing is.

  • 6. De beslissing tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van het verzoek om inzage vermeldt op welke gronden van lid 4 een beperking van de inzage heeft plaatsgevonden.

Artikel 8. Uitvoering correctieverzoek

  • 1. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds kan een verzoek om correctie slechts honoreren voor zover de opgenomen gegevens feitelijk onjuist zijn of voor het doel of doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift zijn verwerkt.

  • 2. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds deelt betrokkene schriftelijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek mee of dan wel in hoeverre aan het verzoek om correctie wordt voldaan. Een weigering is met redenen omkleed.

  • 3. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds voert een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming zo spoedig mogelijk uit.

  • 4. Indien de persoonsgegevens zijn vastgelegd op een gegevensdrager waarin geen wijzigingen kunnen worden aangebracht, treft het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds de voorzieningen die nodig zijn om de gebruiker(s) van de gegevens te informeren over de onmogelijkheid van verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming, ondanks het feit dat er grond is voor aanpassing van de gegevens op grond van artikel 36 Wbp.

  • 5. Indien de gegevens naar aanleiding van het verzoek zijn verbeterd, aangevuld, verwijderd of afgeschermd, brengt het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds derden aan wie de gegevens voorafgaand daaraan zijn verstrekt, zo spoedig mogelijk op de hoogte van de aangebrachte wijzigingen, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredige inspanning kost.

  • 6. Indien verzoeker daarom vraagt, doet het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds opgave van de derden aan wie de wijzigingen zijn medegedeeld.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 9. Bezwaar en bemiddeling

  • 1. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds wijst verzoeker in zijn beslissing op de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen besluiten die het op grond van deze regeling neemt.

  • 2. Het Vervangingsfonds dan wel het Participatiefonds wijst verzoeker in de beslissing op bezwaar op de mogelijkheid daartegen beroep aan te tekenen dan wel een verzoek tot bemiddeling in te dienen bij de Autoriteit persoonsgegevens.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling inzage- en correctierecht Vervangingsfonds en Participatiefonds’.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant.

Naar boven