Circulaire (onkosten)vergoeding 2017 voor politieke ambtsdragers van gemeenten, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Onderwerp: Per 1 januari 2017 geïndexeerde bedragen voor politieke ambtsdragers van gemeenten.

Doelstelling: Informatie over beleid.

Juridische grondslag: Rechtspositiebesluit burgemeesters, Rechtspositiebesluit wethouders en Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Relaties met andere circulaires: 24 november 2015, nr. 2015-0000636309.

Ingangsdatum: 1 januari 2017

Inleiding

Door middel van deze circulaire wordt u, zoals elk jaar gebruikelijk, geïnformeerd over de wijzigingen van de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor burgemeesters, wethouders, raadsleden en commissieleden.

1. Bezoldiging burgemeester

Op grond van artikel 8, derde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters wijzigt de bezoldiging van burgemeesters overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode 1 september 2015 tot 31 december 2016. Deze arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van burgemeesters.

U bent over de bezoldiging van burgemeesters voor het laatst geïnformeerd bij circulaire van 1 oktober 2015, nr. 2015-0000427710. U kunt vooralsnog uitgaan van de bezoldiging voor burgemeesters zoals beschreven in die circulaire.

Voor de volledigheid vermeld ik de bezoldigingsbedragen voor burgemeesters per 1 januari 2016:

Klasse

Aantal inwoners

Bezoldiging burgemeesters per maand per 1 januari 2016

1

Tot en met 8.000

€ 6.042,10

2

8.001–14.000

€ 6.646,94

3

14.001–24.000

€ 7.247,27

4

24.001–40.000

€ 7.878,20

5

40.001–60.000

€ 8.540,95

6

60.001–100.000

€ 9.260,51

7

100.001–150.000

€ 9.818,34

8

150.001–375.000

€ 10.520,48

9

375.001 en meer

€ 11.270,20

2. Ambtstoelage burgemeesters

In artikel 16, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat de ambtstoelage van burgemeesters per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2016 is bepaald op 100,57. Voor 2015 was dit indexcijfer 100,5. Procentueel is dat een verhoging van 0,1. Dit betekent dat het bedrag van de ambtstoelage per 1 januari 2017 wordt verhoogd met 0,1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het CBS voor het bepalen van het indexcijfer het basisjaar heeft gewijzigd. Het basisjaar dat tot nu toe gehanteerd werd voor dit indexcijfer was 2006; dat is nu het jaar 2015 geworden.

Het bedrag genoemd in artikel 16, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters wordt per 1 januari 2017 gewijzigd in € 381,03.

3. Eindejaarsuitkering burgemeester

  • A. Op grond van artikel 15a van het Rechtspositiebesluit burgemeesters heeft de burgemeester recht op een eindejaarsuitkering. Voor de burgemeesters wordt wat betreft de eindejaarsuitkering aansluiting gezocht bij de afspraken die daarover zijn gemaakt voor het personeel in de sector Rijk.

    U bent over de eindejaarsuitkering van de burgermeesters geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

    Voor uw informatie meld ik u dat voor burgemeesters sinds 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 9,8%.

  • B. Wellicht ten overvloede wijs ik u nog op de circulaire van 25 september 2008, nr. 2008-434972. Hierin is gemeld dat elk jaar door gemeenten aan burgemeesters een éénmalige uitkering (in de vorm van een eindejaarsuitkering) ad € 450,– wordt uitgekeerd. Deze informatie is nog steeds van toepassing. Dat houdt in dat, naast de eindejaarsuitkering genoemd onder punt 3A, de éénmalige uitkering ad € 450,– door de gemeenten in de maand november aan de burgemeesters moet worden uitgekeerd.

4. Bezoldiging wethouders

Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders wijzigt de bezoldiging van wethouders overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode 1 september 2015 tot 31 december 2016. Deze arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van wethouders.

U bent over de bezoldiging van wethouders voor het laatst geïnformeerd bij circulaire van 1 oktober 2015, nr. 2015-0000427710. U kunt vooralsnog uitgaan van de bezoldiging voor wethouders zoals beschreven in die circulaire.

Voor de volledigheid vermeld ik de bezoldigingsbedragen voor wethouders per 1 januari 2016:

Klasse

Inwonertal

Bezoldiging wethouders per maand wordt per 1 januari 2016

1

Tot en met 8.000

€ 4.605,10

2

8.001–14.000

€ 5.219,05

3

14.001–24.000

€ 5.837,78

4

24.001–40.000

€ 6.247,44

5

40.001–60.000

€ 6.864,06

6

60.001–100.000

€ 7.479,61

7

100.001–150.000

€ 8.169,15

8

150.001–375.000

€ 8.653,50

9

375.001 en meer

€ 9.818,34

5. Onkostenvergoeding wethouders

In artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2016 is bepaald op 100,57. Voor 2015 was dit indexcijfer 100,5. Procentueel is dat een verhoging van 0,1. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari 2017 wordt verhoogd met 0,1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het CBS voor het bepalen van het indexcijfer het basisjaar heeft gewijzigd. Het basisjaar dat tot nu toe gehanteerd werd voor dit indexcijfer was 2006; dat is nu het jaar 2015 geworden.

Het bedrag genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders wordt per 1 januari 2017 gewijzigd in € 350,54.

6. Eindejaarsuitkering wethouders

Gelet op artikel 3, derde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders ontvangt een wethouder een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

U bent over de eindejaarsuitkering van de wethouders geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat voor wethouders sinds 1 december 2009 een eindejaarsuitkering geldt van 8,3%.

7. Vergoeding vervanging wethouders

Op grond van artikel 10 van het Rechtspositiebesluit wethouders ontvangt een tijdelijk vervanger van de wethouder die verlof heeft tijdens zwangerschap en bevalling of ziekte, per maand voor zijn verzekering voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden het bij zijn gemeentegrootte behorende bedrag.

Dit zijn vaste bedragen waarop geen indexering wordt toegepast.

Aantal inwoners gemeente

Tegemoetkoming per maand i.v.m. verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor de tijdelijke ververvanger van de wethouder

Tot en met 8.000

€ 262,00

8.001–14.000

€ 303,00

14.001–24.000

€ 343,00

24.001–40.000

€ 369,00

40.001–60.000

€ 410,00

60.001–100.000

€ 450,00

100.001–150.000

€ 491,00

150.001–375.000

€ 518,00

375.001 en meer

€ 590,00

8. Vergoedingen raadsleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen voor 2016 is bepaald op 108,6. Voor 2015 was dit indexcijfer 103,5. Procentueel is dat een verhoging van 4,9%. Dit betekent dat het bedrag van de vergoeding voor de raadsleden per 1 januari 2017 wordt verhoogd met 4,9%.

Het bedrag voor de vergoeding van de werkzaamheden van raadsleden per maand genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2017:

Tabel I

Klasse

Inwonertal

Vergoeding werkzaamheden per maand

1

Tot en met 8.000

€ 250,82

2

8.001–14.000

€ 396,33

3

14.001–24.000

€ 617,77

4

24.001–40.000

€ 958,91

5

40.001–60.000

€ 1.248,42

6

60.001–100.000

€ 1.460,84

7

100.001–150.000

€ 1.658,52

8

150.001–375.000

€ 1.932,14

9

375.001–

€ 2.352,29

9. Onkostenvergoeding raadsleden

In artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2016 is bepaald op 100,57. Voor 2015 was dit indexcijfer 100,5. Procentueel is dat een verhoging van 0,1. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari 2017 wordt verhoogd met 0,1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het CBS voor het bepalen van het indexcijfer het basisjaar heeft gewijzigd. Het basisjaar dat tot nu toe gehanteerd werd voor dit indexcijfer was 2006; dat is nu het jaar 2015 geworden.

Het bedrag genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt per 1 januari 2017: € 167,65.

Wat betreft de onkostenvergoeding van de raadsleden in de drie hoogste inwonersklassen (gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) is er overgangsrecht. Hun onkostenvergoedingen waren namelijk hoger dan het per 1 juli 2014 geïntroduceerde bedrag van € 165,– per maand.

Als overgangsrecht is de onkostenvergoeding van de raadsleden in deze drie inwonersklassen gehandhaafd zoals die gold vóór inwerkingtreding van dit besluit, tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Hierdoor hebben de desbetreffende raadsleden ruimschoots de tijd om zich in te stellen op deze aanpassing per 2018.

Op de bedragen behorende bij de drie inwonersklassen wordt ook de bovengenoemde indexering toegepast. Dat houdt in dat de bedragen voor deze inwonersklassen per 1 januari 2017 als volgt gewijzigd worden:

7

100.001–150.000

€ 183,81

8

150.001–375.000

€ 218,97

9

375.001–

€ 262,64

10. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de raadsleden

In artikel 11, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat een raadslid ten laste van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt.

In het tweede lid van artikel 11 van het rechtspositiebesluit is bepaald dat het bedrag van deze tegemoetkoming wijzigt overeenkomstig de wijzigingen die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

In de circulaire van 1 oktober 2015, nr. 2015-0000427710, zijn de gevolgen uiteengezet die de arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2015-2016 voor het personeel in de sector Rijk heeft voor de tegemoetkoming in de kosten voor de ziektekostenverzekering voor de raadsleden.

Per 1 januari 2016 geldt een bedrag van € 102,54 per jaar.

Voor verdere informatie verwijs ik u naar genoemde circulaire van 1 oktober 2015.

11. Commissieleden

In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen voor 2016 is bepaald op 108,6. Voor 2015 was dit indexcijfer 103,5. Procentueel is dat een verhoging van 4,9%. Dit betekent voor de commissieleden dat het bedrag van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari 2017 wordt verhoogd met 4,9%.

De vergoeding voor de werkzaamheden per vergadering van leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2017:

Tabel IV

Klasse

Inwonertal

Vergoeding werkzaamheden per vergadering

1

Tot en met 10.000

€ 60,25

2

10.001-20.000

€ 66,61

3

20.001-50.000

€ 79,91

4

50.001-100.000

€ 98,32

5

100.001-250.000

€ 125,57

6

250.001-

€ 159,19

12. Vragen en informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.politiekeambtsdragers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

Voor eventuele nadere vragen kunt u ook contact opnemen met het ministerie van BZK via postbus.helpdeskpa@minbzk.nl.

Naar boven