Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Investeringsaftrek. Wijziging van het besluit van 17 maart 2014, nr. BLKB2014/106M, Staatscourant 2014, nr. 8550

Besluit van 8 december 2016, nr. 2016-101667, Staatscourant 2016, nr. 69109

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 17 maart 2014, nr. BLKB2014/106M, Staatscourant 2014, nr. 8550. De wijziging betreft het onroerende karakter van zonnepanelen en een daaraan verbonden goedkeuring. Tevens vervallen de drie bijlagen bij het besluit vanwege het opnemen van een drietal ja/nee-vragen in de aangiftebiljetten inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.

Het besluit van 17 maart 2014, nr. 2014/106M, Staatscourant 2014, nr. 8550, wordt gewijzigd als volgt.

ARTIKEL I

A

In onderdeel 2.1 worden de derde alinea, dat wil zeggen de alinea die begint met ‘De jurisprudentie over deze materie ...’, alsmede de daaropvolgende alinea, vervangen door de volgende tekst:

Volgens de jurisprudentie is bij de beoordeling of een zaak onroerend is, doorslaggevend of de zaak naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. De wijze van bevestiging van bijvoorbeeld een zonneboiler, zonnecollector of zonnepaneel, doet daarbij niet ter zake. Ik keur echter voor de toepassing van de investeringsaftrek (artikel 3.40 e.v. van de Wet IB 2001) goed dat dergelijke zaken (met uitzondering van de zogenoemde geïntegreerde zonnepanelen) als een zelfstandig bedrijfsmiddel zijn aan te merken.

Goedkeuring

Ik keur voor de toepassing van de investeringsaftrek (artikel 3.40 e.v. van de Wet IB 2001) goed dat zonnepanelen (met uitzondering van de zogenoemde geïntegreerde zonnepanelen), zonneboilers of zonnecollectoren als een zelfstandig bedrijfsmiddel zijn aan te merken.

Wellicht ten overvloede merk ik op dat de uitsluiting van artikel 3.45, eerste lid, onderdeel c (tot 2014: onderdeel d) van de Wet IB 2001 dan niet van toepassing is.

B

In onderdeel 4.2 worden de alinea die begint met ‘De belastingplichtige die in aanmerking wenst te komen ...’, alsmede de daaropvolgende alinea, vervangen door de volgende tekst:

De belastingplichtige die in aanmerking wenst te komen voor investeringsaftrek volgens bovenstaande regeling, moet voor elk jaar waarin een dergelijke investering plaatsvindt, een verzoek hiertoe in de aangifte opnemen. Dat kan door middel van het beantwoorden van een ja/nee-vraag. Als de belastingplichtige deze vraag met ‘ja’ beantwoordt, verklaart hij zich akkoord met de aan deze goedkeuring verbonden voorwaarden. In de jaarstukken komt bij het desbetreffende bedrijfsmiddel tot uitdrukking of van deze goedkeuring gebruik is gemaakt. Als de vraag niet met ‘ja’ wordt beantwoord, kan van de onderhavige goedkeuring geen gebruik gemaakt worden.

C

Onderdeel 5.1.4 komt als volgt te luiden:

De belastingplichtige die in aanmerking wenst te komen voor investeringsaftrek bij het aangaan van verplichtingen in het kader van transacties tussen naaste verwanten, moet voor elk jaar waarin een dergelijke investering plaatsvindt, in de aangifte een verzoek opnemen tot ontheffing van hetgeen is bepaald in artikel 3.46, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet IB 2001. Dat kan door middel van het beantwoorden van een ja/nee-vraag. Als de belastingplichtige deze vraag met ‘ja’ beantwoordt, verklaart hij zich akkoord met hetgeen is opgenomen in onderdeel 5.1 van dit besluit omtrent verandering of niet-nakoming van verplichtingen.

D

Onderdeel 5.2.5 komt als volgt te luiden:

De belastingplichtige die in aanmerking wenst te komen voor investeringsaftrek in het kader van de overname van een onderneming uit een nalatenschap waarbij verplichtingen worden aangegaan tussen gerechtigden tot die nalatenschap, moet voor elk jaar waarin dergelijke verplichtingen worden aangegaan, in de aangifte een verzoek opnemen tot ontheffing van hetgeen is opgenomen in artikel 3.46, eerste lid, onderdeel c, van de Wet IB 2001. Dat kan door middel van het beantwoorden van een ja/nee-vraag. Als de belastingplichtige deze vraag met ‘ja’ beantwoordt, verklaart hij zich akkoord met hetgeen is opgenomen in onderdeel 5.2 van dit besluit omtrent verandering of niet-nakoming van verplichtingen.

ARTIKEL II

Inwerkingtreding

Artikel I, onderdeel A, van dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel I, onderdelen B,C en D, treden in werking op 1 januari 2017.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 8 december 2016

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven