Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2016, 68986 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2016, 68986 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 93, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
Gelet op de artikelen 30, vierde lid, 32, derde lid, onderdeel b, en 46, eerste en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L347);
Gelet op de artikelen 13, tweede lid, en 45, tiende lid, van Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Europese Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening (PbEU 2014, L181);
Gelet op artikel 31 van Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Europese Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (PbEU 2014, L 181);
Gelet op de artikelen 15, 19, 27 en 28 van de Landbouwwet;
BESLUIT:
De Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Als accountantsverklaring als bedoeld in het vijfde lid, wordt vastgesteld een accountantsverklaring die overeenkomt met het model dat is opgenomen in bijlage 5.
B
Aan artikel 2.9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Geen betalingsrechten uit de nationale reserve worden toegekend aan de landbouwer indien de aanspraak op betalingsrechten uit de nationale reserve gebaseerd is op minder dan 0,3 subsidiabele hectare landbouwareaal.
C
Aan artikel 2.10, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. areaal waarop installaties voor de benutting van zonne-energie aanwezig zijn.
D
Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘rolklaver (Lotus corniculatus,)’ vervangen door: rolklaver (Lotus corniculatus), soja (Glycine Willd).
2. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Op areaal waarop in de teeltperiode van 15 mei tot 15 juli het gewas soja, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt geteeld, is het gebruik van stikstof, als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Meststoffenwet niet toegestaan.
E
Artikel 2.27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt: ‘In voorkomend geval wordt het aantal dieren afgerond naar boven tot hele dieren.’.
2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voor niet geconstateerde dieren worden, in geval bij een controle ter plaatse bij een of meer dieren een afwijking is geconstateerd terwijl het betrokken dier of de betrokken dieren nog op het bedrijf aanwezig zijn, voor de berekening van het aantal dagen dat een dier als niet geconstateerd moet worden beschouwd, het betrokken dier of de betrokken dieren geacht tot en met 15 oktober van het aanvraagjaar op het bedrijf aanwezig te zijn.
F
In Bijlage 2, Categorie 3, onderdeel 4 wordt ‘zichtbare en homogene bedekking’ vervangen door: zichtbare bedekking.
G
Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. RBE 1, onderdeel 1.16, komt te luiden:
1.16 |
artikel 2.1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of/ in samenhang met de artikelen 3.65, 3.68 of 3.69, van de Activiteitenregeling milieubeheer en artikel 6.2 van de Waterwet. |
2. In RBE 4, onderdeel 4.8 wordt ‘artikel 2.2, tiende lid, onderdelen e en r’ vervangen door: artikel 2.2, tiende lid, onderdelen e en r, van de Wet Dieren.
3. RBE 6 komt te luiden:
RBE 6. Artikelen 3 tot en met 5 van Richtlijn 2008/71/EG van de Raad van 15 juli 2008 met betrekking tot de identificatie en de registratie van varkens (PbEU 2008, L 213):
6.1 |
artikel 2, eerste tot en met derde lid, in samenhang met artikel 4, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren |
6.2 |
artikel 8, tweede lid, 12 en 29, eerste lid, van de Regeling Identificatie en registratie van dieren, alsmede artikel 104, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in samenhang met de artikelen 10 en 11 van de Regeling identificatie en registratie van dieren |
6.3 |
artikel 31, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, eerste tot en met zesde gedachtestreepje, en derde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren, alsmede artikel 30, eerste, tweede en derde lid onderdelen a t/m d en onderdeel f |
4. RBE 7 komt te luiden:
RBE 7. Artikelen 4 en 7 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen inzake etikettering van rundvlees en rundvleesproducten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PbEG 2000, L 204):
7.1 |
artikel 8, eerste lid, 12, 12a, 13, eerste lid, onderdeel a, 15 en 16 van de Regeling identificatie en registratie van dieren, alsmede artikel 104, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in samenhang met artikelen 10 en 11 van de Regeling identificatie en registratie van dieren |
7.2 |
artikelen 19 en 20 van de Regeling identificatie en registratie van dieren |
5. RBE 8 komt te luiden:
RBE 8. Artikelen 3 tot en met 5 van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PbEU 2004, L 5):
8.1 |
artikelen 8, vijfde lid, 12, 12e, 12f, en 35, tweede tot en met vierde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren, alsmede artikel 104, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de artikelen 10 en 11 in samenhang met de artikelen 36 en 38 van de Regeling identificatie en registratie van dieren |
5. In RBE 11, onderdeel 11.2 wordt ‘Bijlage onder 2’ vervangen door: Bijlage I, onder 2.
H
Na bijlage 4, wordt de bij deze wijzigingsregeling opgenomen bijlage 1 ingevoegd, onder vervanging van het opschrift ‘bijlage 1’ door het opschrift ‘Bijlage 5. bij artikel 2.3, tiende lid’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 14 december 2016
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
Aan: <naam landbouwer>
De ‘Opgave Actieve landbouwer van <naam landbouwer> is door ons samengesteld op basis van de informatie die we van u hebben gekregen. Uw bedrijf is met de volgende gegevens geregistreerd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl):
Relatienummer:
KvK-nummer:
Naam:
Adres:
Postcode en woonplaats: ....
Deze samenstellingsopdracht is door ons uitgevoerd volgens Nederlands recht, waaronder de voor accountants geldende Standaard 4410 ‘Samenstellingsopdrachten’. Op grond van deze standaard wordt van ons verwacht dat wij u ondersteunen bij het opstellen en presenteren van de ‘Opgave Actieve landbouwer’ in overeenstemming met de (wijziging van de) Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (van 14 december 2015, nr. WJZ/15153578). Wij hebben daarbij onze deskundigheid op het gebied van administratieve verwerking en financiële verslaggeving toegepast.
Bij een samenstellingsopdracht bent u ervoor verantwoordelijk dat de informatie klopt en dat u ons alle relevante informatie aanlevert. Wij hebben onze werkzaamheden, in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving, dan ook uitgevoerd vanuit de veronderstelling dat u aan deze verantwoordelijkheid heeft voldaan. Als slotstuk van onze werkzaamheden zijn wij door het lezen van de ‘Opgave Actieve landbouwer’ globaal nagegaan dat het beeld van de opgave overeenkomt met onze kennis van <naam landbouwer>.
De ‘Opgave Actieve landbouwer’ is gebaseerd op de door u ingediende aangifte <inkomstenbelasting 201x / omzetbelasting 201x>. Dit jaar is het meest recente beschikbare belastingjaar. Volgens de door ons samengestelde ‘Opgave Actieve landbouwer’:
• is het jaarlijkse bedrag aan directe betalingen vanuit het GLB ten minste 5% van de totale inkomsten uit niet-landbouw activiteiten, en/of
• is van de totale inkomsten ten minste een derde deel afkomstig uit landbouwactiviteiten.
Bij het uitvoeren van deze opdracht hebben wij ons gehouden aan de voor ons geldende relevante ethische voorschriften in de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA) en de Handleiding Actieve Landbouwer. U en andere gebruikers van deze ‘Opgave Actieve landbouwer’ mogen er dan ook vanuit gaan dat wij de opdracht professioneel, vakbekwaam en zorgvuldig, integer en objectief hebben uitgevoerd en dat wij vertrouwelijk omgaan met de door u verstrekte gegevens.
De ‘Opgave Actieve landbouwer’ is opgesteld voor RVO.nl met als doel <naam landbouwer> in staat te stellen te voldoen aan voorwaarden uit de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB van 14 december 2015, nr. WJZ/15153578. Hierdoor is ‘Opgave Actieve landbouwer’ mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze samenstellingsverklaring is daarom uitsluitend bestemd voor <naam landbouwer> en voor RVO.nl voor de bepaling van het toekennen van directe betalingen vanuit het GLB aan <naam landbouwer> en mag niet worden verspreid aan of worden gebruikt door anderen.
Plaats:
Datum:
Accountant-Administratieconsulent:
Adres:
KVK-nummer accountantskantoor:
Per 1 januari 2015 is de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB van kracht (hierna: de uitvoeringsregeling). De uitvoeringsregeling geeft uitvoering aan de Europese verordeningen inzake de rechtstreekse betalingen van het Europese landbouwbeleid. De uitvoeringsregeling is op enkele onderdelen om de volgende redenen gewijzigd.
Om de volledigheid te verzekeren van de accountantsverklaring die vereist is om aan te tonen dat voldaan wordt aan het vereiste van actieve landbouwer wordt op verzoek van de beroepsgroep een modelverklaring voorgeschreven.
Om de doelmatigheid van de toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale Reserve te vergroten wordt een ondergrens voor de toewijzing van deze rechten ingesteld. Deze ondergrens bedraagt 0,3 hectare.
Arealen met zonnepanelen worden in hoofdzaak gebruikt voor de productie van energie. Ter verduidelijking worden daarom arealen waarop zonnepanelen staan toegevoegd aan de lijst van arealen die in hoofdzaak voor niet-landbouwactiviteiten worden gebruikt. Deze percelen komen derhalve niet in aanmerking voor rechtstreekse betalingen, ongeacht of deze ook voor landbouwactiviteiten worden gebruikt.
Onderzoeksinstelling Plant Research International van Wageningen University and Research Centre (WUR) heeft de effecten van de teelt van soja op biodiversiteit en milieu opnieuw beoordeeld (‘Evaluation of soybean’, PRI-report 649, WUR, June 2016). Op grond van deze evaluatie wordt het gewas soja (Glycine Willd) toegevoegd aan de lijst van stikstofbindende gewassen die ingezet mogen worden als Ecologisch Aandachtsgebied in het kader van de vergroening van het GLB. Om het milieu extra te beschermen is het gebruik van stikstofmeststoffen niet toegestaan. De verwachting is dat het opnemen van soja op deze lijst een stimulans zal geven aan de teelt van regionale eiwitten.
Op grond Verordening (EU) nr. 2016/1393 van de Europese Commissie van 4 mei 2016 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014, moet vanaf premiejaar 2016 – voor de toepassing van de kortingsberekening van artikel 30 van Verordening (EU) nr. 640/2014 – het aantal geconstateerde en niet-geconstateerde dieren berekend worden naar rato van het aantal dagen dat het dier voor premie in aanmerking zou zijn gekomen op grond van artikel 31, vierde lid, van deze verordening. Aan artikel 2.27 wordt een vijfde lid toegevoegd dat bepaalt hoe omgegaan wordt met dieren waarbij ter plaatse een afwijking is geconstateerd in relatie tot artikel 31, vierde lid, laatste alinea, van Verordening (EU) nr. 640/2014.
Categorie 1, onderdeel 3, en categorie 2, onderdeel 3, van Bijlage 2 bepaalt dat de landbouwer zorg draagt voor een zichtbare bedekking met het vanggewas. Bijlage 2, categorie 3, onderdeel 4, spreekt echter per abuis over een ‘zichtbare en homogene bedekking van het vanggewas’. Een homogene bedekking is niet nodig, onderdeel 4 wordt hierop aangepast.
Door de toevoeging van artikel 6.2 van de Waterwet aan beheerseis 1.16 wordt mogelijk gemaakt dat ook de waterschappen kunnen handhaven in het kader van de randvoorwaarden indien een lozing van vloeistoffen in een oppervlaktewaterlichaam wordt geconstateerd.
RBE 4 en RBE 11 worden gewijzigd door wetstechnische verbeteringen en gewijzigde verwijzingen naar nationale regelgeving. RBE6 en RBE7 worden aangepast zodat ze in lijn gebracht worden met nationale regelgeving.
Het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in een arrest (T-437/14) geoordeeld dat naleving van de artikelen 6 tot en met 8 van Verordening (EG) nr. 21/2004 niet kan worden beschouwd als voorwaarde voor de betalingen aan landbouwers, ook niet via de verwijzing naar artikel 3 ervan in RBE 8. Beheerseis 8.2 komt daarmee te vervallen.
De gevolgen voor de regeldruk van de uitvoering van de rechtstreekse betalingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn beschreven in de toelichting bij de uitvoeringsregeling. De onderhavige wijzigingsregeling brengt geen nieuwe of wijzigingen in informatieverplichtingen met zich.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan het beleid voor Vaste Verander Momenten (VVM) voor wat betreft de inwerkingtredingsdatum voor ministeriële regelingen. Voor wat betreft de minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling wordt afgeweken van de VVM. Redenen hiervoor zijn dat de doelgroep, in casu landbouwers en diens accountants, gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding en dat de regelgeving in lijn gebracht wordt met een uitspraak van het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-68986.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.