ARTIKEL I
De Subsidieregeling energiebesparing eigen huis wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. In het tweede lid wordt ‘1 maart 2017’ vervangen door: 1 januari 2018.
3. Het derde lid komt te luiden:
B
Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het eerste gedachtestreepje wordt ‘het isoleren van spouwmuren’ vervangen door:
het isoleren van bestaande spouwmuren.
2. Na het tweede gedachtestreepje wordt ‘het isoleren van de binnen- of buitengevel’
vervangen door: het isoleren van de bestaande binnen- en buitengevel.
3. Na het derde gedachtestreepje wordt ‘het isoleren van het dak in de thermische schil’
vervangen door: het isoleren van het bestaande dak in de thermische schil of van de
bestaande zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is.
4. Na het vierde gedachtestreepje wordt ‘het isoleren van de vloer of de bodem’ vervangen
door: het isoleren van de bestaande vloer of de bestaande bodem.
C
Artikel 5, onderdelen e en f, komen te luiden:
-
e. het voor de eerste keer aanleggen van een verticaal systeem om douchewater voor te
verwarmen met afvalwater (douchepijp wtw), met een rendement van ten minste 45%;
-
f. het voor de eerste keer aanleggen van een systeem om douchewater voor te verwarmen
met afvalwater (douchegoot wtw of douchebak wtw) met een rendement van ten minste
45%, en.
D
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt, onder verlettering van de onderdelen a, b en c tot de onderdelen
b, c en d, een onderdeel ingevoegd, luidende:
2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), wordt ‘de energiebesparende maatregelen’
vervangen door: de overige energiebesparende maatregelen.
3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘voor de vloer’ vervangen door: voor de vloer
of bodem en wordt na de puntkomma toegevoegd: en.
4. In het tweede lid vervalt onderdeel d onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel
d.
E
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘is opgesteld’ vervangen door: opgesteld.
2. In het derde lid, aan het eind van de tweede volzin, vervalt de zinsnede ‘een kostenberekening
van de geplande werkzaamheden en een gelijkmatige toerekening van de kosten aan de
onderscheiden jaren’.
F
In artikel 10, tweede lid, onderdeel f, wordt ‘de het gebouw’ vervangen door: het
gebouw.
G
In artikel 12, tweede lid, onderdeel h, wordt ‘energiebesparende, aanvullende energiebesparende’
vervangen door: energiebesparende en, indien van toepassing, aanvullende energiebesparende.
H
Artikel 14, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘€ 30 per m2’ vervangen door: € 25 per m2.
2. Onderdeel c komt te luiden:
3. Onder verlettering van de onderdelen d tot en met m tot onderdelen e tot en met n
wordt na onderdeel c een onderdeel ingevoegd, luidende:
4. In onderdeel f (nieuw) wordt na ‘bodemisolatie’ ingevoegd: eventueel in combinatie
met vloerisolatie.
5. In onderdeel i (nieuw) wordt ‘€ 120 per m2’ vervangen door: € 100 per m2.
6. In onderdeel l (nieuw) wordt ‘douche wtw’ vervangen door: douchepijp wtw.
7. In onderdeel m (nieuw) wordt ‘douchebak wtw’vervangen door: douchegoot wtw of douchebak
wtw, en wordt ‘€ 390’ vervangen door: € 300.
I
In artikel 21 wordt ‘1 maart 2017’ vervangen door: 1 januari 2018.
ARTIKEL II
De Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, vierde lid, onderdeel c, wordt ‘€ 145,00’ vervangen door: € 146,45,
en wordt ‘€ 112,50’ vervangen door: € 113,63.
B
In artikel 10 wordt in het tweede lid ‘€ 145,00’ vervangen door: € 146,45, en in het
derde lid ‘€ 112,50’ door: € 113,63.
ARTIKEL III
Artikel 4, eerste lid, van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector komt te luiden:
ARTIKEL IV
Op een aanvraag om subsidieverlening op grond van artikel 7, eerste lid, of artikel
11, eerste lid, van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis, ingediend voor
1 maart 2017, alsmede met betrekking tot enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een
beslissing over een dergelijke aanvraag, blijft artikel 14, eerste lid, onderdelen
b, c, h (oud) en l (oud), van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis van
toepassing zoals die voor die datum luidde.
ARTIKEL V
-
1. Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel I, onderdelen B tot en met H,
in werking met ingang van 1 januari 2017.
-
2. Artikel I, onderdelen B tot en met H, treden in werking met ingang van 1 maart 2017.
TOELICHTING
Artikel I
Onderdelen A en I
In het kader van het Belastingplan 2016 is besloten tot een extra impuls van 100 miljoen
euro om eigenaren-bewoners te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. In
brieven van 26 januari, 18 mei en 7 oktober 2016 van de Minister voor Wonen en Rijksdienst
aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2015/2016, 30 196, nrs. 384 en 457) is in dit verband gemeld dat 61 miljoen euro wordt ingezet als subsidie voor
individuele eigenaren-bewoners en verenigingen van eigenaars (VvE’s) ten behoeve van
omvangrijke energiebesparende maatregelen in bestaande koopwoningen. Hiertoe strekt
de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH).
Het bedrag van 61 miljoen euro wordt verspreid over de periode van 15 september 2016
tot en met 31 december 2018 in tranches beschikbaar gesteld. De eerste tranche betrof
de openstelling van de regeling van 15 september 2016 tot 1 maart 2017. Hiertoe waren
voor die periode in artikel 3, eerste, tweede en derde lid, van de SEEH subsidieplafonds
vastgesteld voor onderscheidenlijk subsidie aan individuele eigenaren-bewoners (15
miljoen euro), subsidie aan VvE’s voor energieadvies en procesbegeleiding (2 miljoen
euro) en subsidie aan VvE’s voor energiebesparende maatregelen (3,5 miljoen euro).
De openstelling van de tweede tranche was aanvankelijk voorzien per 1 maart 2017.
Het plafond van 15 miljoen euro voor subsidie aan individuele eigenaren-bewoners zal
echter reeds voor die datum worden bereikt en een niet onderbroken voortzetting van
de regeling is gewenst. Daarom wordt de looptijd van de SEEH thans verlengd tot 1 januari
2018 en worden de subsidieplafonds voor subsidies aan individuele eigenaren-bewoners
en voor maatregelensubsidies aan VvE’s verhoogd tot onderscheidenlijk 35,7 miljoen
euro en 6 miljoen euro. De derde tranche zal op een ander moment beschikbaar worden
gesteld; daartoe zal de SEEH te zijner tijd opnieuw worden aangepast.
Onderdeel B
Dit onderdeel betreft een verduidelijking van artikel 4 van de SEEH. Voor sommige
aanvragers bleek niet helder dat er alleen subsidie wordt verstrekt voor maatregelen
aan bestaande delen van een woning. Er wordt geen subsidie verstrekt voor zover maatregelen
worden verricht aan een nieuwe aanbouw of een nieuwe dakkapel. De achtergrond hiervan
is dat aanbouwen en het realiseren van nieuwe dakkapellen moeten voldoen aan de geldende
energetische eisen. De uitbreiding van een woning leidt bovendien vaak niet tot energiebesparing,
maar eerder tot een grotere te verwarmen oppervlakte.
Naar aanleiding van vragen uit de praktijk is voorts zoldervloerisolatie aan de regeling
toegevoegd als alternatief voor dakisolatie.
Onderdeel C
Dit onderdeel is ten eerste een redactionele verduidelijking: artikel 5, onderdeel
e, van de SEEH betreft het voor de eerste keer aanleggen van een verticaal systeem
om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (de zogenaamde douchepijp wtw), artikel
5, onderdeel f, betreft het voor de eerste keer aanleggen van een systeem om douchewater
voor te verwarmen met afvalwater (de douchegoot wtw of de douchebak wtw). Ten tweede
is de rendementseis van 50% in beide onderdelen versoepeld naar 45%.
Onderdeel D, eerste en tweede lid
Artikel 6, eerste lid, van de SEEH bepaalt uit welke maatregelen een zeer energiezuinig
pakket bestaat. Dit betreft ten eerste de energiebesparende maatregelen, waarvoor
de (extra strenge) isolatiewaarden in het tweede lid zijn genoemd. Gebleken is dat
niet alleen triple-glas voldoet aan de maximale U-waarde van 0,8 [W/m2K]. Bij een zeer energiezuinig pakket hoort echter triple-glas. Dit is tot uitdrukking
gebracht in het gewijzigde eerste lid. In verband met deze wijziging kan het tweede
lid, onderdeel d, vervallen, nu de vereiste isolatiewaarde van het glas reeds volgt
uit het nieuwe onderdeel a van het eerste lid in samenhang met artikel 4, eerste lid,
van de SEEH.
Onderdelen D, derde lid, E, F en G
Deze onderdelen betreffen redactionele verbeteringen.
Onderdeel H
Voor enkele maatregelen worden de subsidiebedragen in artikel 14, eerste lid, van
de SEEH iets bijgesteld, onder meer naar aanleiding van reacties uit de praktijk dat
de bedragen voor deze onderdelen wat hoger lijken te zijn dan de beoogde 20% van de
investeringen (onderdeel H, eerste, tweede, vijfde en zesde lid).
Voorts is in een nieuw onderdeel d van artikel 14, eerste lid, van de SEEH het subsidiebedrag
opgenomen voor het isoleren van de onverwarmde zoldervloer (onderdeel H, derde lid).
Deze toevoeging houdt verband met de wijziging van artikel 4 van de SEEH.
Het is mogelijk om vloer- en bodemisolatie te combineren. Vloerisolatie met een Rd-waarde
van 2,5 [m2K/W] kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met bodemisolatie met isolatiemateriaal
met een minimale Rd-waarde van 1,5 [m2K/W], zodat in totaal voldaan is aan de voorwaarde van een minimale Rd-waarde van
3,5 [m2K/W]. In die gevallen wordt over de hele oppervlakte aan isolatie het bedrag van 4
euro per vierkante meter gerekend. Dit is verduidelijkt in artikel 14, eerste lid,
onderdeel f, van de SEEH (onderdeel H, vierde lid).
Artikel II
De Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders beoogt sinds 1 februari
2016 de bouw en verhuur van woonvoorzieningen voor vergunninghouders te stimuleren
door middel van een subsidie voor de realisatie, instandhouding en verhuur aan vergunninghouders
van nieuwe voorzieningen, die geschikt zijn voor bewoning door minimaal vier meerderjarige
personen. Hierbij geldt de subsidieverplichting dat gedurende de gehele subsidieperiode
geen hogere huurprijs dan 145,00 euro (prijspeil 2016; bij verhuur van onzelfstandige
woonruimten) of 112,50 euro (prijspeil 2016; bij verhuur van de woonvoorziening als
geheel) per vergunninghouder wordt gevraagd. De onderhavige wijziging betreft de indexering
van deze huurbedragen conform de indexering van de eigen bijdrage (normhuren) in de
huurtoeslag. Aangezien de normhuren per 1 januari 2017 met het percentage van de huurontwikkeling
(1%) worden verhoogd, worden ook de huurbedragen in Tijdelijke regeling stimulering
huisvesting vergunninghouders met 1% verhoogd tot 146,45 euro (onzelfstandige woonruimte)
en 113,63 euro (zelfstandige woonruimte).
Artikel III
Op grond van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) kunnen woningcorporaties
en particuliere verhuurders sinds 1 juli 2014 subsidie aanvragen voor verbetering
van de energieprestatie van bestaande woningen. Om te voorkomen dat het beschikbare
budget door een klein aantal (grote) verhuurders zou worden opgesoupeerd, was in artikel
4, eerste lid, van de STEP bepaald dat per aanvrager maximaal een bedrag van 7.500.000
euro aan subsidie kan worden ontvangen. Omdat er vooralsnog voldoende budget beschikbaar
is (de uiterste aanvraagdatum is 31 december 2018), is er vanuit dat oogpunt geen
reden om het maximumsubsidiebedrag te handhaven.
Uiteraard moet de subsidie binnen de grenzen van de Europese regelgeving op het gebied
van staatsteun blijven. Ten aanzien van steun die aan woningcorporaties wordt verleend
ten behoeve van hun taak op het gebied van sociale huurwoningen geldt het DAEB-vrijstellingsbesluit.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, van het DAEB-vrijstellingsbesluit mag voor het treffen
van energiebesparende voorzieningen aan woningcorporaties maximaal tien jaar compensatie
worden verleend, mits het compensatiebedrag niet hoger is dan nodig ter dekking van
de nettokosten daarvan. Het laten vervallen van een maximumsubsidiebedrag voor woningcorporaties
levert daarom ook vanuit dit oogpunt geen problemen op.
Voor particuliere verhuurders geldt de algemene groepsvrijstellingsverordening op
grond waarvan ook voor energiebesparende maatregelen subsidie kan worden verstrekt.
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van deze verordening is een maximale steun van 10
miljoen euro toegestaan. Daarom is voor andere verhuurders dan woningcorporaties het
maximumsubsidiebedrag tot dat bedrag verhoogd.
Artikel IV
Artikel IV bevat een overgangsbepaling voor subsidieaanvragen op grond van de SEEH
die reeds voor 1 maart 2017 zijn ingediend. Ingevolge deze overgangsbepaling blijven
in die gevallen de oude, iets hogere subsidiebedragen voor gevelisolatie, dakisolatie,
een isolerende buitendeur en een douchegoot wtw met douchebak wtw van toepassing.
Artikel V
Voor de inwerkingtreding van de andere wijzigingen van de SEEH dan de verhoging van
de subsidieplafonds is enige voorbereidingstijd nodig voor de uitvoering door de Rijksdienst
voor ondernemend Nederland. Die wijzigingen treden daarom niet op 1 januari 2017 inwerking,
maar met ingang van 1 maart 2017.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok