Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 december 2016, nummer 772140, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdachtenveertigste wijziging)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3.105ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

In de alfabetische rangschikking van Bijlage 13, behorend bij artikel 3.37f, derde lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt 1 land ingevoegd:

Togo

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 6 december 2016

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat een uitbreiding van de lijst van veilige landen van herkomst. Het land Togo wordt aan deze lijst toegevoegd.

Bijlage I bij de Procedurerichtlijn (Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking), Pb EU L 180/87 van 29 juni 2013) bepaalt wanneer een land van herkomst als veilig land van herkomst wordt beschouwd.

Een land wordt als veilig land van herkomst beschouwd wanneer op basis van de rechtstoestand, de toepassing van de rechtsvoorschriften in een democratisch stelsel en de algemene politieke omstandigheden kan worden aangetoond dat er algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging in de zin van artikel 9 van Richtlijn 2011/95/EU, noch van foltering of onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, noch van bedreiging door willekeurig geweld in het kader van een internationaal of intern gewapend conflict.

Bij deze beoordeling wordt onder meer rekening gehouden met de mate waarin bescherming wordt geboden tegen vervolging of mishandeling door middel van:

  • a) de desbetreffende wetten en andere voorschriften van het betrokken land en de wijze waarop die worden toegepast;

  • b) de naleving van de rechten en vrijheden die zijn neergelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en/of het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en/of het Verdrag van de Verenigde Naties tegen foltering, in het bijzonder de rechten waarop geen afwijkingen uit hoofde van artikel 15, lid 2, van voornoemd Europees Verdrag zijn toegestaan;

  • c) de naleving van het beginsel van non-refoulement overeenkomstig het Verdrag van Genève;

  • d) het beschikbaar zijn van een systeem van daadwerkelijke rechtsmiddelen tegen schendingen van voornoemde rechten en vrijheden.

De beoordeling van het genoemde land in het licht van vorenstaande criteria heeft tot de conclusie geleid dat dit land als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Bij de toepassing van het principe van veilig land van herkomst dient er aandacht te worden besteed aan de mogelijkheid dat dit principe in het individuele geval niet kan worden tegengeworpen.

Togo kan worden aangemerkt als veilig land van herkomst, met uitzondering ten aanzien van LHBTI’s. In individuele zaken dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan politiek activisten, journalisten, en medewerkers van NGO’s.

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Ook de inwerkingtredingsdatum wijkt af van de vaste verandermomenten. Deze uitzonderingen zijn toegestaan omdat het spoedregelgeving betreft (Aanwijzing 174, vierde lid, onder b, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Voor verdere toelichting verwijs ik naar de brief aan de Tweede Kamer van 6 december 2016.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven